Datum publicatie | 03-12-2024 |
Zaaknummer | C/03/317773/HARK/23-84 |
Procedure | Beschikking |
Zittingsplaats | Roermond |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Erfrecht; Vereffening nalatenschap |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie
Het feit dat de executeurs een “ruimschoots-voldoende” verklaring hebben afgelegd, staat aan de benoeming van een vereffenaar niet in de weg. De voldoening van de opeisbare schulden van de nalatenschap van erflaatster wordt bewust en al geruime tijd gedwarsboomd.
Volledige uitspraak
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rekestnummer: C/03/317773 / HA RK 23-84
Beschikking van 20 december 2023
in het verzoek van
[eiser] ,
wonende te [plaatnaam] ,
verzoekster, verder te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. M.K. Groothoff-de Bruin te Leusden,
Belanghebbenden bij dit verzoek zijn:
1 [belanghebbende sub 1] ,
wonende te [plaatnaam] ,
verder te noemen: [belanghebbende sub 1]
advocaat: mr. A.L. van den Bergh te Maastricht
2
2. [belanghebbende sub 2] ,
wonende te [plaatnaam] ,
verder te noemen: [belanghebbende sub 2] ,
advocaat: mr. A.L. van den Bergh te Maastricht
3 [belanghebbende sub 3] ,
wonende te [plaatnaam] ,
verder te noemen: [belanghebbende sub 3]
4
4. [belanghebbende sub 4] ,
wonende te [plaatnaam] ,
5
5. [belanghebbende sub 5] ,
wonende te [plaatnaam] ,
6 [belanghebbende sub 6] ,
wonende te [plaatnaam] ,
belanghebbenden
1De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 16 mei 2023;
de bereidverklaring van mr. Ph. Van Kampen, ingekomen op 6 september 2023;
de brief met bijlagen van mr. Van den Bergh, ingekomen op 14 november 2023.
De mondelinge behandeling heeft op 15 november 2023 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
[eiser] , bijgestaan door mevrouw mr. M.K. Groothoff-de Bruin;
[belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] , bijgestaan door de heer mr. A.L. van den Bergh;
[belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 4] .
2De feiten
[erflater] , geboren te [plaatnaam] op [geboortedatum] 1925, is op
[datum overlijden] 1991 te [plaatnaam] overleden (erflater).
Erflater was ten tijde van zijn overlijden in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met [partner erflater] , geboren te [plaatnaam] op [geboortedatum] 1927 (erflaatster). Uit dit huwelijk zijn zeven kinderen geboren: verzoekster en belanghebbenden.
Erflater heeft bij testament over zijn nalatenschap beschikt, waarbij erflaatster alle goederen uit zijn nalatenschap heeft verkregen en de kinderen wegens de daardoor plaatshebbende overbedeling ieder een vordering op erflaatster ter grootte van het aan hen toekomende erfdeel. In het testament is opgenomen dat deze overbedelingsvorderingen eerst bij overlijden, hertrouwen, faillissement of onder curatelestelling van erflaatster opeisbaar worden. Erflaatster is op [datum overlijden] 2020 overleden, ongehuwd en niet als partner geregistreerd. De laatste woonplaats was [plaatnaam] .
Bij testament van 2 september 2014 heeft erflaatster over haar nalatenschap beschikt. Zij heeft daarin [belanghebbende sub 3] tot haar enig erfgenaam benoemd en aan haar overige kinderen, gezamenlijk ieder voor een gelijk deel, een legaat ter grootte van de helft van de waarde van haar nalatenschap gelegateerd. Tot de nalatenschap behoort een pand gelegen aan de [datum overlijden] te [postcode] [plaatnaam] (de Woning). In het testament is opgenomen dat het legaat eerst opeisbaar wordt bij overlijden of faillissement van [belanghebbende sub 3] , wanneer op hem de schuldsaneringsregeling van toepassing wordt verklaard of bij verkoop van de Woning. Erflaatster heeft [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] gezamenlijk tot executeur benoemd. [belanghebbende sub 3] heeft de nalatenschap van erflaatster beneficiair aanvaard. [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] hebben hun benoeming tot executeur aanvaard.
Verzoekster is schuldeiser in de nalatenschap van erflaatster en houdt twee vorderingen: een opeisbare (overbedelings)vordering van € 35.612,15 en een vordering uit hoofde van het aan haar vermaakte en aanvaarde legaat, die thans nog niet opeisbaar is.
[belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 3] hebben in hun hoedanigheid van executeur verklaard dat de goederen van de nalatenschap van erflaatster ruimschoots voldoende zijn om alle schulden van de nalatenschap te voldoen (“ruimschoots-voldoende-verklaring”).
3Het verzoek
Het verzoek strekt tot benoeming van mr. Ph. Van Kampen, kantoorhoudende te Goes, tot vereffenaar van de nalatenschap van erflaatster.
Aan het verzoek heeft [eiser] ten grondslag gelegd dat [belanghebbende sub 3] geen enkele actie onderneemt om de nalatenschap te vereffenen, [eiser] niet informeert en niet reageert op berichten van [eiser] . Daarmee wordt in ernstige mate tekort geschoten in de vervulling van de verplichtingen die uit hoofde van het beheer van de nalatenschap op hem rusten.
Volgens [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] moet het verzoek worden afgewezen. Zij hebben daartoe aangevoerd dat zich in onderhavig geval de uitzondering op de vereffeningsplicht van artikel 4:202 lid 1 onder a BW voordoet en dat dit aan benoeming van een vereffenaar door de rechtbank in de weg staat. Indien de rechtbank toch tot benoeming zou overgaan, zou het uit oogpunt van kostenbesparing hun voorkeur hebben om mr. Irene Willems (notaris) als vereffenaar te benoemen.
4De beoordeling
Wat in de wet staat
In artikel 4:202 lid 1 sub a BW staat voor zover hier van belang dat, een nalatenschap wordt vereffend wanneer zij door een of meer erfgenamen onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, tenzij er een tot voldoening van de opeisbare schulden en legaten bevoegde executeur is en deze kan aantonen dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om alle schulden van de nalatenschap te voldoen.
In artikel 4:203 BW staat het volgende:
1. Na een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving kan de rechtbank een vereffenaar benoemen:
a. op verzoek van een erfgenaam;
b. op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie, wanneer hij die met het beheer der nalatenschap belast is in ernstige mate in de vervulling van zijn verplichtingen tekortschiet, daartoe ongeschikt is of niet voldoet aan een last tot zekerheidstelling, wanneer de schulden der nalatenschap de baten blijken te overtreffen, of wanneer tot een verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan voordat deze vereffend is.
2. De door de rechter benoemde persoon treedt als vereffenaar in de plaats van de erfgenamen.
Wat de rechtbank beslist
De rechtbank zal mr. Ph. Van Kampen als vereffenaar benoemen en heeft daarvoor de volgende redenen. Anders dan door [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] is aangevoerd kan de rechtbank, ook wanneer zich een uitzondering op de vereffeningsplicht voordoet, op de voet van artikel 4:203 BW een vereffenaar benoemen. Het feit dat [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] als executeurs tot voldoening van de opeisbare schulden en legaten bevoegd zijn en een “ruimschoots-voldoende” verklaring hebben afgelegd, staat aan benoeming van een vereffenaar dus niet in de weg. [eiser] heeft daarom verzocht nu haar opeisbare vordering op de nalatenschap van erflaatster ondanks de “ruimschoots-voldoende” verklaring en het verstrijken van meer dan drie jaren sinds het overlijden niet wordt voldaan. Door [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] is naar voren gebracht dat zij (nog) niet bereid zijn de Woning te verkopen nu de onderneming van [belanghebbende sub 3] daarin is gevestigd en dat de nalatenschap – bij gebreke van verkoop van de Woning – niet in staat is om de vordering van [eiser] te voldoen. De rechtbank overweegt dat daaruit volgt dat bij de huidige stand van zaken en zonder benoeming van een vereffenaar, de opeisbare vordering van [eiser] niet kan worden voldaan terwijl zij al drie jaar op betaling wacht. Daaruit volgt ook dat voldoening van de opeisbare schulden van de nalatenschap van erflaatster door [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] bewust en al geruime tijd wordt gedwarsboomd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat daarmee sprake is van het in ernstige mate tekortschieten in de vervulling van de verplichtingen als bedoeld in artikel 4:203 lid 1 onder b BW.
[eiser] heeft verzocht om mr. Ph. Van Kampen tot vereffenaar te benoemen, die zich daartoe bereid heeft verklaard. Tegen de persoon van mr. Ph. Van Kampen zijn geen objectieve bezwaren aangedragen. [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 1] hebben slechts aangevoerd dat het uit oogpunt van kostenbesparing hun voorkeur zou hebben om mr. Irene Willems (notaris) als vereffenaar te benoemen. Zij hebben dit aspect echter niet onderbouwd, zodat de rechtbank daarin geen aanleiding ziet om mr. Ph. Van Kampen niet tot vereffenaar te benoemen. De rechtbank zal mr. Ph. Van Kampen dan ook tot vereffenaar benoemen.
5De beslissing
De rechtbank
Benoemt mr. Ph. Van Kampen, advocaat, kantoorhoudende te 4462 EP Goes aan de Fruitlaan 4e, tot vereffenaar van de nalatenschap van:
[partner erflater]
geboren op [geboortedatum] 1927 te [plaatnaam]
laatstelijk wonende te [plaatnaam] (gemeente [plaatnaam] )
overleden op [datum overlijden] 2020 te [plaatnaam]
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de griffier de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op de voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
draagt de vereffenaar op de benoeming onverwijld bekend te maken in de (digitale) Staatscourant;
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023.
TG
© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733