Basis handleiding, de flow, de knoppen, de menu's, aanmelden, wachtwoord wijzigen
- Handleiding - Casus, berekeningen en vermogensopstelling(en) (mappen, kopieren, versturen)
- Handleiding - Personalia (datums, leeftijden, kinderen, meenemen in behoefte)
- Handleiding - Vermogensopstelling
- Handleiding - Besteedbaar
- Handleiding - Kostenkinderen
- Handleiding - Draagkracht
- Handleiding - Behoefte
- Handleiding - Jus
- Handleiding - Bruto - Netto
Naast deze handleiding zijn er twee losse handleidingen beschikbaar:
De financiële gevolgen van een (echt)scheiding zijn ingrijpend. Voor betrokkenen is het van groot belang dat zij inzicht daarin hebben. Wat betekent een scheiding voor het netto inkomen? Hoe regel je op een duidelijke en eerlijke manier co-ouderschap?
Het spreekt voor zich dat met Split-online (SO) een alimentatieberekening gemaakt kan worden conform de tremanormen. Maar SO gaat dus verder. SO is flexibeler dan de gebruikelijke programma’s en geeft meer inzicht. SO zit boordevol handigheidjes die het programma een onmisbaar stuk gereedschap maken bij (echt)scheiding.
Wanneer u bent Ingelogd en zich bevindt in het scherm ‘Dossiers; treft u de roze menubalk aan met de volgende opties. Een aantal items worden hieronder toegelicht:
Hier kan een eerder vastgesteld alimentatiebedrag worden geïndexeerd naar een een willekeurig jaar.
Berekeningen - Netto naar Bruto
Een netto maandsalaris wordt omgerekend naar een bruto maandsalaris rekeninghoudend met de Algemene- en arbeidskorting.
Er zijn verschillende soorten contactformulieren:
Zo kunt u een vraag stellen, een opmerking maken, een verbeterpunt voorstellen, ons vragen een afspraak te maken, of u kunt zich aanmelden voor een cursus.
Split-online zal zo spoedig mogelijk reageren op uw verzoek.
Hier kan de indeling van standaard te printen onderdelen worden vastgelegd. Bijvoorbeeld een rapport bestaande uit Personalia, Kosten Kinderen, Draagkracht Alimentatieplichtige, Draagkracht Alimentatiegerechtigde en Jusvergelijking. In het printscherm kan de rapportindeling worden geselecteerd, waarmee de onderdelen in één keer klaar staan om geprint te worden.
De volgende gegevens zijn vastgelegd:
Bedrijfsnaam:
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
Adres:
Postcode:
Plaats:
Gebruikersnaam:
Password:
Password nogmaals:
E-mail:
Abonnementstype:
Contactgegevens:
Knop: "Medewerker toevoegen"
Contactgegevens
De contactgegevens kunnen worden aangepast. De contactgegevens worden gebruikt bij de facturatie. Er kan een speciaal e-mailadres voor facturatie worden opgegeven.
Password
Vanzelfsprekend kan ook het Password worden aangepast. Hiertoe typt u 2 x het nieuwe password en klikt vervolgens op opslaan. Het nieuwe password is direct van kracht.
Abonnementstype
U kunt zelf aangeven dat u van abonnemensttype wilt wijzigen. Dit heeft het volgende gevolg:
Van maandabonnement naar jaarabonnement: U ontvangt een factuur voor de resterende maanden van het jaar.
Van jaarabonnement naar maandabonnement: Voor het lopende jaar (t/m 31 december) blijft uw account actief. Uw account zal per 1 januari worden gedeactiveerd. De eerstvolgende keer dat u inlogt, wordt u naar een reactivatie-scherm geleid. Daar kunt u uw account weer activeren en gaat uw maandabonnement in.
Medewerker toevoegen
Wanneer er meerdere gebruikers tegelijk van Split-Online gebruik maken, dan is het nodig een extra medewerker toe te voegen. De abonnementskosten van een extra medewerker bedragen € 39,- per jaar. De medewerker krijgt een eigen gebruikersnaam en wachtwoord. Collega's kunnen switchen naar iedere toegevoegde medewerker. Hierdoor zijn alle dossiers voor iedereen in te zien.
Door in te loggen met een eigen gebruikersnaam / wachtwoord kan ook het rechtbankformulier met de eigen naam worden ingestuurd.
Een nieuwe casus aanmaken:
Wanneer in de menubalk op ‘nieuw’ of op de knop ‘nieuwe casus aanmaken’ wordt geklikt, dan volgt het scherm NIEUWE CASUS. In dit scherm kan een casusnaam worden ingegeven en de namen van partijen. Bij de partijen wordt uitgegaan van een Alimentatieplichtige (AP) en een alimentatiegerechtigde (AG). Deze begrippen hebben betrekking op het betalen dan wel ontvangen van partneralimentatie (PAL). Voor de bepaling van de behoefte en jus is het van belang dit goed in te vullen.
Voor de berekening van kinderalimentatie (KAL) is het niet van belang wie als gerechtigde of plichtige staat genoemd.
Split-Online werkt in het programma en op de print met de namen van partijen (dus zonder de begrippen alimentatieplichtige/gerechtigde).
Nadat de casusgegevens zijn ingevuld kunt u gelijk beginnen met een alimentatieberekening of een vermogensopstelling. De berekeningen en de vermogensopstelling vindt u vanzelfsprekend terug in de casus.
Een berekening toevoegen
Een casus bestaat uit: casusgegevens, berekeningen, vermogensopstelling(en). Als de casus is geopend (of u bent nog in het scherm NIEUWE CASUS) dan ziet de mogelijkheid: berekening toevoegen. Wanneer u hierop klikt, volgt het scherm ‘PERSONALIA’. Op het moment van klikken, wordt de berekening daadwerkelijk aangemaakt. De naam van de berekening is: Voorletters/Voorvoegsel/Achternaam AP + Voorletters/Voorvoegsel/Achternaam AG + naam berekening.
Over het invullen van ‘Personalia’ later meer.
In Split-online hoeft u de ingevoerde gegevens niet op te slaan. Dit gebeurt automatisch.
Mogelijkheden in het scherm CASUS:
Bovenin het scherm kan worden gezocht naar Casussen. Het intypen van (een gedeelte van) de casusnaam, of de naam AP/AG is voldoende om de casus terug te vinden. Als de casus wordt geopend door er op te klikken, worden de berekeningen en vermogensopstelling(en) zichtbaar.
Achter de berekeningen/vermogensopstelling staan een 3-tal icoontjes. Deze zijn:
Hiermee wordt de berekening permanent!!! verwijderd. | |
Een bestaande berekening kan worden gekopieerd, zodat een nieuw scenario kan worden uitgewerkt. De naam van de kopie luidt ‘Alimentatieplichtige + Alimentatiegerechtigde + Naam berekening + kopie’. Het woord 'kopie'is toegevoegd aan de Naam Berekening. In het scherm ‘Personalia’ kan de naam worden gewijzigd in een naam die de inhoud van de berekening weergeeft (bijv: co-ouderschap, woning verkocht, 32 uur werken etc). | |
Een Berekening/Vermogensopstelling kan worden verstuurd naar een andere Split-Online gebruiker. Er wordt gevraagd de gebruikersnaam van de ontvanger op te geven. Standaard staat als gebruikersnaam 'Helpdesk'ingevuld. Als u deze laat staan stuurt u de berekening naar Split-Online! Als een berekening wordt verstuurd ontvangt de geadresseerde deze in een casus met de naam: Ontvangen berekeningen en/of vermogensopstellingen. De geadresseerde ontvangt de berekening met dezelfde naam en de toevoeging ‘ontvangen van “gebruikersnaam afzender”. Er ontstaan 2 aparte berekeningen. Wijzigingen in de ene berekening worden niet doorgevoerd in het andere dossier. Wanneer u een berekening wilt bespreken met de helpdesk, dan kunt u de berekening sturen naar gebruiker: ‘helpdesk’. De helpdesk zal contact met u opnemen. Na bespreking/beantwoording van de vraag wordt de berekening door de helpdesk verwijderd. |
Map aanmaken:
Hoewel de zoekfunctie het terugvinden van casussen eenvoudig maakt, is eveneens de mogelijkheid gemaakt om de casussen te organiseren in mappen.
Onder in het scherm vindt u de mogelijkheid om mappen aan te maken. Het intypen van een mapnaam en een klik op de knop ‘aanmaken’ is voldoende. De map-naam kan worden gewijzigd.
U kunt bijvoobeeld de map ‘archief’ aanmaken en daar de afgewerkte casussen bewaren. Of u maakt mappen aan voor verschillende jaartallen, een map per letter van het alfabet, of een map per cliënt.
Vervolgens kunt u de casussen naar de desbetreffende map overbrengen door op de casus te staan en deze naar de gewenste map te slepen (linker muisknop ingedrukt houden).
In een map kunnen sub-mappen worden aangemaakt.
Bovenin het scherm staat de routing van een alimentatieberekening (grijze menubalk). Door de verschillende onderdelen aan te klikken komt u snel op de gewenste pagina. Hieronder de betekenis van de afkortingen.
PERS | Personalia | In het scherm PERSONALIA kunnen namen, adressen etc worden ingevuld. Geen enkel veld is verplicht, echter..wanneer de geboortedatum niet wordt ingevuld, dan is de leeftijd van betrokkene 0. Hierdoor wordt gerekend met de belastingtarieven voor een niet AOW-gerechtigde en met een lagere maximale huur waarvoor huurtoeslag kan worden verkregen (voor personen < 23 jaar geldt een maximale huur van € 410). |
BAP | Besteedbaar inkomen AlimentatiePlichtige | Bij deze stap wordt het Netto Gezinsinkomen (NGI) berekend ter bepaling van de behoefte van de kinderen en de ex-partner. BAP en BAG samen vormen het NGI op basis waarvan de behoefte van de kinderen en de partners kan worden bepaald. |
BAG | Besteedbaar inkomen AlimentatieGerechtigde | Bij deze stap wordt het Netto Gezinsinkomen (NGI) berekend ter bepaling van de behoefte van de kinderen en de ex-partner. BAP en BAG samen vormen het NGI op basis waarvan de behoefte van de kinderen en de partners kan worden bepaald. |
KK | Kosten Kinderen (Behoefte) | De behoefte van de kinderen wordt berekend aan de hand van het NGI. In een nieuwe dossier wordt deze zichtbaar nadat er kinderen zijn toegevoegd en het scherm ‘Personalia’ wordt verlaten of ververst. |
DAP | Draagkracht AlimentatiePlichtige | Berekening van de draagkracht conform de brutomethode van de tremanormen. |
DAG | Draagkracht Alimentatiegerechtigde | Berekening van de draagkracht conform de brutomethode van de tremanormen. |
SL | Samenloop | Alleen zichtbaar wanneer "samengestelde gezinnen in PERSONALIA is aangevinkt. In het scherm SAMENLOOP worden stapsgewijs de bedragen berekend die leiden tot de verdeling van de beschikbare draagkracht over de kinderen waarvoor AP/AG onderhoudsplichtig zijn. |
KK | Kosten Kinderen (Verdeling) | Op basis van de draagkrachtvergelijking worden de kosten kinderen verdeeld op basis van een omgangsregeling of co-ouderschapsregeling. |
BEH | Behoefte | In het scherm wordt de behoefte van de ex-partners berekend. Dit gebeurt standaard aan de hand van de Hof-methode. Een uitgavenspecificatie maken is ook mogelijk. Daarna volgt de berekening van de benodigde alimentatie om in de behoefte te voorzien. |
NAP | Netto AlimentatiePlichtige | De berekening van het netto besteedbare inkomen van de alimentatieplichtige inclusief alimentatieafspraken. |
NAG | Netto Alimentatiegerechtigde | De berekening van het netto besteedbare inkomen van de alimentatieplichtige inclusief alimentatieafspraken. |
CHECK | Berekening check | Alvorens te printen kan worden gecheckt of er zich 'vreemde' dingen voordoen in de berekening. Wanneer uit de check een opmerking volgt, betekent dit niet dat iets verkeerd is ingevuld. |
Printen via een PDF-bestand | Een pdf-bestand wordt aangemaakt; dit kan worden opgeslagen en/of geprint |
Iconen
In de rekenschermen treft u de volgende iconen aan:
Kind toevoegen | In het scherm ‘Personalia’ wordt een kind toegevoegd. De achternaam van de alimentatieplichtige wordt standaard overgenomen. Deze kan worden gewijzigd. Voornaam, geboortedatum en geboorteplaats kunnen worden toegevoegd. De geboortedatum is verplicht i.v.m. de fiscale regelgeving. | |
Notitie maken | Er kan een notitie worden toegevoegd. De notities m.b.t. de alimentatieberekening worden aan het einde van berekening afgedrukt als voetnoot, mits ervoor wordt gekozen deze af te drukken. De keuze wordt gemaakt in het printmenu. Notities die worden gemaakt in de vermogensopstelling worden standaard afgedrukt. |
|
Specificatie inzien / invullen | Er kan een specificatie worden gemaakt of worden ingezien | |
![]() |
Item toevoegen | Er kunnen items worden toegevoegd zoals een vermogensbestanddeel, kostenspecificatie kinderrekening, hypotheken, werkgevers etc. |
PERS - Personalia
Naam Berekening
SO geeft automatisch als dossiernaam de naam van de personen. De Naam Berekening die bij Personalia wordt opgegeven wordt toegevoegd aan de namen van Alimentatieplichtige (AP) – Alimentatiegerechtigde (AG).
In het scherm ‘CASUSSEN’ wordt gezocht naar de naam van AP – AG en de hier toegevoegde dossiernaam.
Map
In het casussenoverzicht kan een casus worden gesleept naar de gewenste map. Een andere mogelijkheid is het aangeven van de gewenste map in het scherm PERSONALIA.
Tarieven Besteedbaar / Tarieven draagkracht
Het is mogelijk verschillende tarieven te gebruiken voor de berekening van de behoefte (van de kinderen en de ex-partner) en de tarieven voor de berekening van de draagkracht. De 'Tarieven Besteedbaar' worden gebruikt in de schermen BAP - BAG - KK. De 'Tarieven Draagkracht' worden gebruikt in de schermen DAP - DAG - KK - JUS - BEHOEFTE - NAP - NAG.
Wanneer een scheiding in het verleden heeft plaatsgevonden, kan door het toepassen van verschillende tarieven de volledige berekening in 1 dossier worden gemaakt. Binnen de schermen ‘Kinderen’ en ‘Behoefte’ kan de behoefte uit het verleden worden geïndexeerd naar de actuele behoefte.
Als eerste dient het scherm PERSONALIA te worden ingevuld. De geboortedata (dd-mm-jjjj) zijn 'verplicht' omdat deze van belang zijn voor de belastingtarieven, heffingskortingen, kinderkosten en huurtoeslag. Wanneer de geboortedatum niet wordt ingevuld zijn de personen 0 jaar.
SO maakt onderscheid tussen de Alimentatieplichtige (hierna AP) en de Alimentatiegerechtigde (hierna AG). Het betreft hier de onderhoudsverplichting voor partneralimentatie.
Indien de AP en de AG worden omgedraaid, kan geen gebruik worden gemaakt van de jus-berekening en de behoefte-berekening. Mocht achteraf blijken dat AP en AG zijn omgedraaid, dan kan gebruik worden gemaakt van de knop: wissel AP - AG in het scherm PERSONALIA.
Naast de persoonsgegevens staat een blok waarin de inkomstenbronnen kunnen worden aangegeven. Aan de hand van de aangevinkte velden worden in de schermen DAP en DAG aangepast. Wanneer bijvoorbeeld ‘DGA’ wordt aangevinkt dan wordt gerekend met het lagere ZVW-percentage en een netto inhouding!
De aangevinkte inkomstenbronnen kunnen in de schermen zelf weer worden gewijzigd.
Bij de kinderen kan worden aangegeven dat het kind niet meegenomen moet worden in de bepaling van de behoefte van de kinderen. Hiervan kan gebruik worden gemaakt in het geval het bijvoorbeeld een pleegkind betreft.
De vermogensopstelling is zowel geschikt voor een opstelling op basis van algemene gemeenschap van goederen (AGvG) als voor een opstelling op basis van huwelijkse voorwaarden (HV).
Advocaten kunnen de vermogensopstelling gebruiken als alternatief voor het Webformulier Verrekenen en Verdelen van de rechtbank (De vermogensopstelling wordt op Split-wijze gemaakt, maar de print is overeenkomstig het webformulier)
Wanneer het scherm ‘Vermogen’ voor het eerst wordt geopend, wordt eerst gevraagd een keuze te maken tussen de Split-vermogensopstelling en het webformulier verekenen en verdelen van de rechtbank (rechtbankformulier). Het rechtbankformulier heeft extra inleidende vragen. Voor het overige is er geen verschil wat betreft het gebruik van de vermogensopstelling.
Gevraagd wordt of privé-vermogens getoond moeten worden.
Gevraagd wordt of standpunten getoond moeten worden (Deze worden standaard getoond bij het rechtbankformulier).
Standpunten van partijen zijn met name van belang in rechtszaken. Ze kunnen ook gebruikt worden om tijdens het echtscheidingstraject de meningsverschillen van de partijen inzichtelijk te maken. Wanneer ‘standpunten tonen’ is geactiveerd, worden deze ook afgedrukt (ook wanneer er niets is ingevuld). Andersom geldt het ook. Wanneer ‘standpunten tonen’ niet is geactiveerd, worden ze niet afgedrukt, ook al zijn er standpunten ingevuld.
Peildata kunnen als datum-notering worden opgegeven (dd-mm-jjjj) of als tekst, bijvoorbeeld: "Indienen verzoek echtscheiding".
Wanneer is gekozen voor de Split-Online-Opstelling, dan is er de mogelijkheid een standaard vermogensopstelling te genereren. Een aantal veel voor voorkomende onderdelen worden dan al aangemaakt (Onroerende zaken, hypotheek, verzekeringen, bankrekeningen, beleggingsrekeningen, auto's, schulden).
Uiteraard is de standaardopstelling volledig naar wens aan te passen. Wanneer het genereren van de standaard vermogensopstelling wordt toegepast, worden alleen gemeenschappelijke vermogensbestanddelen getoond.
Algemeen
De vermogensopstelling bestaat uit 3 onderdelen.
Ad 1: Opsomming van het vermogen
De opsomming geschiedt eenvoudig door op een link te klikken 'Onderdeel toevoegen'. Er wordt een blanco vermogensonderdeel aangemaakt. Voor dit vermogensonderdeel dient als eerste een categorie te worden gekozen.
De categoriën zijn overgenomen uit het rechtbankformulier. Hierop bestaat 1 uitzondering en dat is de keuze categorie Hypotheek Box 1 en Categorie Hypotheek Box 3.
U kunt kiezen uit de volgende categoriën:
Aanspraken en Verplichtingen; Auto's; Bankrekeningen; Beleggingsrekenigen; Hypotheken Box 1; Hypotheken Box 3; Inboedel;
Ondernemingen; Onroerende zaken; Overige activa; Overige roerende zaken; Overige posten; Schulden, Verzekeringen; Vorderingen; Waardepapieren.
De uiteindelijk in te vullen velden zijn afhankelijk van de gekozen categorie. Bij onroerende zaken hoort een adres, bij een bankrekeningen een rekeningnumer.
Bedragen worden allemaal positief ingevuld. Afhankelijk van de gekozen categorie zal het bedrag worden opgeteld of afgetrokken.
AGvG
Wanneer is gekozen voor de Algehele Gemeenschap van Goederen, dan ontstaat de mogelijkheid alle gemeenschappelijke vermogensbestanddelen op te voeren.
HV
Wanneer is gekozen voor huwelijkse voorwaarden dan ontstaat de mogelijkheid om gemeenschappelijke goederen op te voeren bij de Beperkte Gemeenschap of de Eenvoudige Gemeenschap. Daarnaast is het mogelijk om verrekeningen weer te geven.
Privé-vermogen
Zowel bij AGvG als bij HV is het mogelijk om tevens eventueel privé-vermogen vast te leggen (bovenin het scherm -> privé-vermogen tonen).
NB!: Het privé-vermogen heeft meerdere functies!
Naast de voor zich sprekende functie om simpelweg de privé-goederen van partijen te registreren, wordt met het privé-vermogen nog meer gedaan.
Privé-vermogen & AGvG -> Reprise / Récompense
Wanneer privé-middelen zijn aangewend voor gemeenschapsschulden, dan ontstaat er mogelijk een repriserecht (met inachtneming van de per 1-1-2012 ingevoerde 3e tranche in het huwelijksvermogensrecht waarbij privé-middelen die zijn aangewend voor consumptief bestede gemeenschapsschulden zijn uitgesloten van vergoeding).
Wanneer sprake is van een repriserecht dan kan dit eenvoudig worden aangegeven in Split-Online. Het repriserecht betreft een vordering op het gemeenschappelijk vermogen. De categorie die gekozen dient te worden is zodoende: Vorderingen.
Na de keuze vande categorie 'Vorderingen' worden bij het onderdeel zichtbaar:
Afrekenen met Wederpartij
Hiermee wordt aangegeven dat een vordering van de één op de ander direct wordt afgerekend. Er vindt zodoende een saldering plaats met de over- onderbedelingsschuld. 'Afreken met' kan zodoende worden gebruikt om aan te geven dat een eerder verstrekte lening direct wordt afgerekend. Of een verstrekt voorschot na de peildatum van de omvang van het vermogen.
Wanneer de optie 'Afrekenen met' wordt aangevinkt, wordt bij de wederpartij een onderdeel toegevoegd met de categorie 'Schulden' en de gelijke omschrijving. Deze wordt weergegeven in een grijs vlak en kan niet worden aangepast.
Reprise (bij de keuze Schulden -> Récompense)
Wanneer wordt aangegeven dat de vordering een reprise betreft, dan wordt bij het gemeenschapelijke vermogen automatisch een onderdeel toegevoegd met de categorie 'Schulden'. Dit onderdeel heeft dezelfde omschrijving als de tegenhanger in privé. De omschrijving kan niet worden aangepast. Het onderdeel wordt weergegeven in een grijs vlak. Bij de verdeling wordt de schuld volledig toebedeeld aan degene die de vordering heeft.
Indien de privé-middelen besteed zijn aan consumptieve gemeenschapsschulden dan kan dat eveneens worden aangegeven. Wanneer 'reprise'wordt aangevinkt, wordt de optie 'consumptief besteed' zichtbaar. Wanneer deze wordt aangevinkt, wordt het bedrag buiten de vermogensopstelling gehouden (het is geconsumeerd en leidt niet tot een vordering op de gemeenschap. Rekentechnisch had zodoende de vermelding van het onderdeel ook achterwege kunnen blijven. Split-Online heeft ervoor gekozen toch de mogelijkheid te scheppen, deze besteding van privévermogen zichtbaar te maken. Hierdoor kunnen de geldstromen beter worden verantwoord, hetgeen duidelijkheid schept voor clienten, maakt dat discussies beter kunnen worden gevoerd en de opsteller van het vermogen eenvoudig documenteert.
Privé-vermogen & HV -> Vergoedingsrechten
Waar bij de AGvG sprake kan zijn van een reprise wordt bij de HV gesproken over vegoedingsrechten. Deze term vindt u dan ook terug wanneer u hebt gekozen voor HV en de categorie 'Vorderingen'.
Vergoedingsrechten
Verdeling Vermogen
Nadat de vermogensopstelling is gemaakt, kan het vermogen worden verdeeld. Het is mogelijk het hoofdbestanddeel als totaal te verdelen, of de verdeling te maken per subbestanddeel. Om de subbestanddelen zichtbaar te maken, dient te worden geklikt op achter het hoofdbestanddeel.
Er is een standaardverdeling mogelijk. De keuze hierbij is 100% AP, 0% AP of een gelijke verdeling (50%). Tevens is het mogelijk om een willekeurige verdeling te maken door zelf een bedrag in te vullen bij AP. AG krijgt automatisch het restant.
Uit de verdeling volgt de over- onderbedeling.
De behoefte van de kinderen en partijen is afhankelijk van het Netto Gezinsinkomen (NGI). Het NGI is het gezamenlijke besteedbaar inkomen van AP en AG ten tijde van het samenwonen. Overeenkomstig de alimentatienormen wordt dit inkomen berekend zonder rekening te houden met het fiscale voordeel uit de eigen woning. In de schermen BAP/BAG zult u de eigen woning (alimentatienormen 82 – 85) dan ook niet aantreffen!
Indien de behoefte van de kinderen en partijen (via de hofmethode) moet worden vastgesteld, dan dienen deze schermen ingevuld te worden. Zowel het scherm KINDEREN als BEHOEFTE (via Hofmethode) rekent met de uitkomsten van BAP/BAG.
#41 / #60 Inkomen uit loondienst.
In geval een partij meerdere werkgevers heeft, kunnen deze via de specificatie () worden ingegeven. Dit kan zowel bij het invullen via de salarisstrook (#41) als via de jaaropgave (#60).
De werkgevers die worden toegevoegd bij #41 komen automatisch terug in de specificaties van:
#44 (vakantietoeslag), #46 (overwerk), #47 (13e – 14e periode), #48 (Eindejaaruitkering), #49 (Belaste onkosten) en #51 t/m #53 (Pensioenpremies).
De werkgevers die worden toegevoegd bij #60 komen automatisch terug bij de in jaaropgave vermelde ZVW-premie.
De specificatie wordt geprint.
#42 Bruto AOW-uitkering
Hier wordt de bruto AOW-uitkering inclusief vakantiegeld ingevuld. Door de SVB wordt op de AOW-uitkering 5,65% (2013) ZVW-premie ingehouden. Hier hoeft geen rekening te worden gehouden. Deze wordt door SO berekend in #57 en uiteindelijk van het besteedbare inkomen afgetrokken boven TN120. Hieronder vindt u de AOW-bedragen voor 2013.
(per 1-7-2015) | Excl. Vakantiegeld | Incl Vakantiegeld |
Alleenstaande |
€ 1.113,56 |
€ 1.184,77 |
Samenwonende | € 767,39 | € 818,24 |
#57 Inkomensafh. bijdr. ZVW-premie. Werkgeversheffing of netto inhouding
Vanaf 2013 wordt de inkomensafhankelijke ZVW-premie (hierna ZVW-premie) geïnd door de belastingdienst in de vorm van een werkgeversheffing. Voorheen (2012 en eerder) werd de zvw-premie eerst door de werkgever vergoed en vervolgens ingehouden en afgedragen. De werkgeversvergoeding was belast loon voor de werknemer. Hierdoor ontstonden 2 loonbegrippen (Loon voor zvw en loon voor loonbelasting). Met de Wet Uniformering Loonbegrip wordt gestreefd naar 1 loonbegrip. Door de werkgeversheffing wordt de zvw-premie niet meer bij het inkomen opgeteld. De salarisstrook wordt hierdoor eenvoudiger. In #57 wordt de werkgeversheffing niet berekend, nu deze geen invloed heeft op het inkomen van de werknemer.
In de situatie dat de (lage) zvw-premie wordt ingehouden op het salaris/uitkering wordt de premie hier wel door SO berekend. Dit is het geval voor DGA's en wanneer het een pensioen- en/of AOW-uitkering betreft. De premie wordt berekend en genoteerd bij #57. Hiermee volgt SO de bijlage van de alimentatienormen. De berekende premie wordt echter hier echter nog niet afgetrokken van het loon. Dit is zichtbaar gemaakt door het bedrag tussen () te plaatsen. De ingehouden zvw-premie wordt uiteindelijk afgetrokken van het besteedbare inkomen boven #120 (hier kunnen nog premies bijkomen van winst uit onderneming, lijfrenteuitkeringen en overige werkzaamheden.
Wanneer de werknemer een DGA is, dient dit zodoende te worden aangegeven, opdat de netto in te houden ZVW-premie wordt berekend. Dit is mogelijk door de specificatie te openen () en hier DGA aan te vinken.
Bijtelling auto (t.b.v. verzamelinkomen)
Wanneer de invoer via de jaaropgave plaatsvindt, wordt automatisch rekening gehouden met de bijtelling privégebruik van de auto van de zaak. Deze wordt bij de jaaropgave van het loon voor loonbelasting afgetrokken. Bij een draagkrachtberekening dient het privégebruik immers vanuit de vrije ruimte te worden voldaan. Door de waarde op te geven, kan SO hier rekening mee houden bij de berekening van het verzamelinkomen.
Bij invoer vanuit de salarisstrook wordt de bijtelling voor de draagkrachtberekening genegeerd (conform alimentatienormen). Met het grotere belang van het KGB (100% afgetrokken van de behoefte kinderen), is de correcte berekening hiervan ook van groter belang. Om hiermee behulpzaam te zijn, is in het scherm draagkracht de mogelijkheid gemaakt om de auto van de zaak op te nemen. Deze heeft wel invloed op het verzamelinkomen (en dus het KGB), maar niet op draagkrachtberekening.
#65 Winst uit onderneming
Winst uit onderneming wordt veelal genomen als de gemiddelde winst van de laatste 3 jaar. In SO kunnen de winsten worden gespecificeerd. Naast de winst per boekjaar kan ook een wegingsfactor worden meegegeven, waardoor niet ieder jaar even zwaar meetelt in de berekening van de gemiddelde winst. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de wegingsfactor berekent SO het gewogen gemiddelde.
Het is mogelijk om de winst te corrigeren in de situatie dat aanzienlijk meer of minder dan de winst uit onderneming naar privé is gevloeid.
#71 / #74 Zelfstandigenaftrek en MKB winstvrijstelling
De zelfstandigenaftrek is van toepassing wanneer er minimaal 1225 uur in de onderneming wordt gewerkt. Gedurende de eerste 3 jaar dat een onderneming bestaat kan gebruik worden gemaakt van de startersaftrek.
Het urencriterium is voor de toepassing van de MKB winstvrijstelling niet noodzakelijk, zodat deze altijd wordt berekend.
#86 / #87 Premies voor inkomensvoorzieningen
Hoewel het rapport alimentatienormen aangeeft dat het NGI wordt berekend zonder rekening te houden met het fiscaal voordeel van hypotheekrenteaftrek en de premies voor inkomensvoorzieningen, heeft SO t.a.v. deze premies wel de mogelijkheid gemaakt ze op te voeren. Bij een werknemer wordt immers wel rekening gehouden met de ingehouden pensioenpremies. In geval van een zelfstandig ondernemer of een werknemer zonder pensioenregeling kan het eveneens redelijk zijn deze premies mee te nemen in de berekening van het NGI.
Wanneer de premies bij TN86/87 worden opgevoerd, wordt daardoor het verzamelinkomen lager, en daarmee het bedrag aan te betalen inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Het gevolg is dat het besteedbaar inkomen in eerste instantie hoger wordt. Bij de berekening van het uiteindelijke besteedbare inkomen worden de premies weer afgetrokken, zodat bij de bepaling van het NGI per saldo rekening wordt gehouden met de netto premie voor inkomensvoorzieningen.
#102 Werkelijke inkomsten
In de alimentatienormen wordt onderscheid gemaakt tussen de werkelijke of in redelijkheid te verwerven inkomsten uit vermogen en fiscale inkomsten uit vermogen (op basis van 4% rendement).
Bij #102 worden de werkelijke inkomsten uit vermogen ingevuld. Deze kunnen (aanzienlijk) afwijken van het fiscale rendement.
Het rendement kan rechtstreeks worden ingevuld of via een specificatie. Bij de specificatie zijn de alimentatienormen gevolgd.
Bijzondere aandacht vraagt het onderdeel rente- en kosten van schulden. Bij #83 (hypotheekrente) bestaat de mogelijkheid de rente op te geven van een box3 lening. De rente die bij #83 wordt opgegeven dient niet meer te worden opgegeven als kosten bij #102.
#115 Heffingskortingen
Inkomensafhankelijke Combinatiekorting is ten tijde van het huwelijk/samenwonen slechts bij één van toepassing. Tijdens huwelijk/samenwonen heeft degene met het laagste arbeidsinkomen recht op combinatiekorting mits het inkomen uit arbeid meer bedraagt dan € 4.814 (2012) en er kinderen op 1 januari van het jaar jonger dan 12 zijn. De tip die SO geeft houdt rekening met het inkomen uit arbeid en de leeftijd van de kinderen. Wanneer er kinderen jonger dan twaalf zijn, krijgt de partij met het laagste inkomen de tip ‘ja’. Indien het inkomen lager is dan het vereiste minimum, wordt er geen inkomensafhankelijke combinatiekorting berekend. SO is zo gemaakt dat in de schermen BAP/BAG slechts één van beiden de combinatiekorting heeft. Uiteraard is het mogelijk de combinatiekorting bij beide partijen niet aan te vinken.
#119 Netto inkomsten
Indien de partner tijdens het samenwonen geen inkomen heeft, dan is er wel recht op de algemene heffingskorting indien de andere partner voldoende belasting betaalt. In Split-Online kan worden aangegeven dat de heffingskorting bij het inkomen van de AP wordt opgeteld.
Het berekende besteedbare inkomen kan worden gecorrigeerd i.v.m. onderhoudsverplichtingen uit eerdere relaties. Het geld dat het gezin heeft verlaten t.b.v. bijvoorbeeld kinderen uit een eerdere relatie of partneralimentatie heeft immers niet bijgedragen aan de welvaart van het huidge gezin. Conform vaste jurisprudentie wordt dit afgetrokken voor de berekening van het besteedbare inkomen. LET OP!! De bedragen dienen netto te worden ingevuld.
Het scherm KINDEREN begint de keuze uit soort regeling. Er kan gekozen worden voor Co-ouderschap. Wanneer niet wordt gekozen voor Co-ouderschap wordt uitgegaan van een omgangsregeling. De omgangsregeling kan op basis van Richtlijn 2012 en Richtlijn 2013 worden berekend.
Wanneer er kinderen zijn kan de behoefte van de kinderen worden vastgesteld. SO neemt automatisch het berekende NGI over uit BAP en BAG. Indien gewenst kunnen deze bedragen worden aangepast of handmatig worden ingevuld.
SO berekent daarna automatisch de behoefte (eigen aandeel van de ouders) van de kinderen op basis van de kinderbijslagpunten en het NGI. Indien het NGI groter is dan € 6.000,- wordt het NGI tot dit bedrag beperkt.
Indien wordt gekozen voor co-ouderschap (aan te geven boven in het scherm) kunnen de kosten van de kinderen (conform de alimentatienormen 2012 en eerder) worden verhoogd met 16% i.v.m. een aan te nemen dubbele woonlast. Het is ook mogelijk de opslag achterwege te laten (0,00%) of de woonlasten volledig buiten de kinderkosten te laten (-16%). Het % staat standaard op 0%.
Met ingang van (1 april) 2013 is een nieuwe richtlijn voor de berekening van kinderalimentatie van toepassing. Volgens deze richtlijn worden de tabelkosten kinderen verlaagd met het kindgebonden budget (KGB) dat wordt ontvangen na de scheiding. Hierbij werd het KGB dus beschouwd als een inkomensafhankelijke kinderbijslag (KBS) die evenals de gewone KBS van de behoefte van de kinderen dient te worden afgetrokken.
In 2015 is met het invoeren van de Wet Hervorming Kindregelingen o.a. de alleenstaande ouderkorting komen te vervallen. Ter compensatie ontvangen alleenstaande ouders een toeslag op het KGB van € 3.066 (2016). Deze toeslag is in de volksmond de "Alleenstaande Ouderkop" (AOK) gaan heten. De vraag was vervolgens hoe de Expertgroep Alimentatienormen hiermee om zou gaan. Als KGB en dus aftrekken van de behoefte van de kinderen of, overeenkomstig de werking van de alleenstaande ouderkorting als onderdeel van het inkomen.
Split-Online had de mogelijkheden t.a.v. KGB & AOK gemaakt voordat de Expertgroep hierover een uitspraak had gedaan. Reden dat u bovenin het scherm KINDEREN de 3 mogelijkheden ziet: KGB volledig in Behoefte/KGB volldig in inkomen/Alleen AOK in inkomen.
De Expertgroep heeft in november 2014 besloten dat ook de AOK de behoefte van de kinderen diende te verlagen. Hierover is veel discussie ontstaan. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een procedure die is gevoerd tot de Hoge Raad. Op 9 oktober 2015 heeft de Hoge Raad besloten dat het gehele KGB (dus inclusief AOK) dient te worden beschouwd als inkomensondersteuning en dat deze als inkomen dient te worden meegenomen in de draagkrachtberekening.
Vanzelfsprekend is dit de standaardoptie in Split-Online. De overige keuzes zijn nog wel beschikbaar. Dit vooral ten behoeve van oude berekeningen.
De kosten van de kinderen handmatig worden aangepast aan de eigen inzichten van partijen.
Indien u voor het eerst in het scherm KINDEREN komt, resteert nog aan te geven waar de kinderen zijn ingeschreven.
U hebt bij de inschrijving van de kinderen de keuze uit:
- Uitwonend / Studerend
- Alimentatieplichtige
- Alimentatiegerechtigde
De partij waarbij de kinderen niet staan ingeschreven heeft standaard recht op de zorgkorting. Er kan worden gekozen voor de standaard zorgkortingspercentages (1 dag p week 15% / 2 dagen p week 25% / 3 dagen p week 35%) of er kan een afwijkend percentage worden ingevuld. Zorgkorting staat voor de verblijfskosten (voeding, persoonlijke verzorging en vrije tijdsbesteding/vakantie) die een ouder heeft wanneer een kind daar verblijft. Wanneer een hoger percentage dan 35% wordt ingevuld, dan impliceert dat dat die ouder ook bijdraagt in de verblijfsoverstijgende kosten.
De zorgkortingontvanger kan worden aangepast. De ouder bij wie het kind staat ingeschreven kan zodoende ook degene zijn die de alimentatie betaald verminderd met de zorgkorting.
Wanneer bijvoorbeeld een co-ouderschap wordt afgesproken, waarbij kinderen worden verdeeld over de adressen van beide ouders (inschrijving), terwijl slechts 1 ouder de zorg heeft voor de verblijfsoverstijgende kosten van alle kinderen, dan kan de zorgkortingontvanger worden aangepast.
De zorgkorting wordt afgetrokken van het aandeel in de kinderkosten van de uitwonende ouder. Het resterende deel is de kinderalimentatie.
Nadat de kinderkosten zijn bepaald en de zorgverdeling is ingevuld kan de draagkrachtberekening worden gemaakt. Wanneer men nog niet in het scherm draagkracht is geweest, is slechts een deel van het scherm zichtbaar. Nadat de draagkrachtberekening is gemaakt, komt men nogmaals in het scherm KINDEREN. Dan is de draagkrachtvergelijking zichtbaar en de uiteindelijk te betalen alimentatie.
De gegevens uit BAP kunnen worden gekopieerd naar DAP. Rechtsboven in het rekenscherm treft u hiervoor een kopieerbutton aan.
#41 / TN60 Inkomen uit loondienst.
In geval een partij meerdere werkgevers heeft, kunnen deze via de specificatie () worden ingegeven. Dit kan zowel bij het invullen via de salarisstrook (#41) en via de jaaropgave (#60).
De werkgevers die worden toegevoegd bij #41 komen automatisch terug in de specificaties van #44 (vakantietoeslag), #46 (overwerk), #47 (13e – 14e periode), #48 (Eindejaaruitkering), #49 (Belaste onkosten) en #51 t/m #53 (Pensioenpremies).
De werkgevers die worden toegevoegd bij #60 komen automatisch terug bij de in jaaropgave vermelde ZVW-premie.
De specificatie wordt geprint.
#42 Bruto AOW-uitkering
Hier wordt de bruto AOW-uitkering inclusief vakantiegeld ingevuld. Door de SVB wordt op de AOW-uitkering 5,65% (2013) ZVW-premie ingehouden. Hier hoeft geen rekening te worden gehouden. Deze wordt door SO berekend in #57 en uiteindelijk van het besteedbare inkomen afgetrokken boven TN120. Hieronder vindt u de AOW-bedragen voor 2013.
(per 1-1-2016) | Excl. Vakantiegeld | Incl Vakantiegeld |
Alleenstaande |
€ 1.138,15 |
€ 1.20971 |
Samenwonende | € 783,87 | € 834,99 |
#57 Inkomensafh. bijdr. ZVW-premie. Werkgeversheffing of netto inhouding
Vanaf 2013 wordt de inkomensafhankelijke ZVW-premie (hierna ZVW-premie) geïnd door de belastingdienst in de vorm van een werkgeversheffing. Voorheen (2012 en eerder) werd de zvw-premie eerst door de werkgever vergoed en vervolgens ingehouden en afgedragen. De werkgeversvergoeding was belast loon voor de werknemer. Hierdoor ontstonden 2 loonbegrippen (Loon voor zvw en loon voor loonbelasting). Met de Wet Uniformering Loonbegrip wordt gestreefd naar 1 loonbegrip. Door de werkgeversheffing wordt de zvw-premie niet meer bij het inkomen opgeteld. De salarisstrook wordt hierdoor eenvoudiger. In TN57 wordt de werkgeversheffing niet berekend, nu deze geen invloed heeft op het inkomen van de werknemer.
In de situatie dat de (lage) zvw-premie wordt ingehouden van het salaris/uitkering wordt deze hier wel door SO berekend. Dit is het geval voor DGA's en wanneer het een pensioen- en/of AOW-uitkering betreft. De premie wordt berekend en genoteerd bij TN57. Hiermee volgt SO de bijlage van de alimentatienormen. De berekende premie wordt echter hier echter nog niet afgetrokken van het loon. Dit is zichtbaar gemaakt door het bedrag tussen () te plaatsen. De ingehouden zvw-premie wordt uiteindelijk afgetrokken van het besteedbare inkomen boven TN120 (hier kunnen nog premies bijkomen van winst uit onderneming, lijfrenteuitkeringen en overige werkzaamheden.
Wanneer de werknemer een DGA is, dient dit zodoende te worden aangegeven, opdat de netto in te houden ZVW-premie wordt berekend. Dit is mogelijk door de specificatie te openen () en hier DGA aan te vinken.
Bijtelling auto (t.b.v. verzamelinkomen)
Wanneer de invoer via de jaaropgave plaatsvindt, wordt automatisch rekening gehouden met de bijtelling privégebruik van de auto van de zaak. Deze wordt bij de jaaropgave van het loon voor loonbelasting afgetrokken. Bij een draagkrachtberekening dient het privégebruik immers vanuit de vrije ruimte te worden voldaan. Door de waarde op te geven, kan SO hier rekening mee houden bij de berekening van het verzamelinkomen.
Bij invoer vanuit de salarisstrook wordt de bijtelling voor de draagkrachtberekening genegeerd (conform alimentatienormen). Met het grotere belang van het KGB (100% afgetrokken van de behoefte kinderen), is de correcte berekening hiervan ook van groter belang. Om hiermee behulpzaam te zijn, is in het scherm draagkracht de mogelijkheid gemaakt om de auto van de zaak op te nemen. Deze heeft wel invloed op het verzamelinkomen (en dus het KGB), maar niet op draagkrachtberekening.
#65 Winst uit onderneming
Winst uit onderneming werd veelal genomen als de gemiddelde winst van de laatste 3 jaar. In SO kunnen de winsten worden gespecificeerd. Naast de winst per boekjaar kan ook een wegingsfactor worden meegegeven, waardoor niet ieder jaar even zwaar meetelt in de berekening van de gemiddelde winst. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de wegingsfactor berekent SO het gewogen gemiddelde.
Door schade schande wijzer geworden wordt vandaag de dag niet alleen naar het verleden gekeken, maar wordt gekeken naar de toekomst. Daarnaast is het besef ontstaan dat winst en liquide middelen niet hetzelfde zijn. Naast de winst wordt ook gekeken naar de daadwerkelijke kasstroom. In Split-Online is het mogelijk een opstelling te maken van de kasstroom en een toekomstige kasstroom op te stellen op basis van een geprognotiseerde winst- en verliesrekening. Voor kasstromen is een aparte handleiding geschreven.
#71 / #74 Zelfstandigenaftrek en MKB winstvrijstelling
De zelfstandigenaftrek is van toepassing wanneer er minimaal 1225 uur in de onderneming wordt gewerkt. Gedurende de eerste 3 jaar dat een onderneming bestaat kan gebruik worden gemaakt van de startersaftrek.
Het urencriterium is voor de toepassing van de MKB winstvrijstelling niet noodzakelijk, zodat deze altijd wordt berekend.
#83 Hypotheeklasten specificeren
De hypotheekrente kan rechtstreeks worden ingevuld of worden gespecificeerd.
Wanneer wordt gekozen voor de specificatie dan is het niet meer mogelijk om de rente rechtstreeks in te vullen. Dit kan pas weer, nadat alle hypotheken in de specificatie zijn verwijderd.
Geldverstrekker, hoofdsom en rente% kunnen worden aangegeven. Het is ook mogelijk het rentebedrag in te vullen. Wanneer het rentebedrag is ingevuld wordt niet gerekend met hoofdsom en %.
Het is noodzakelijk om de inkomensbox aan te geven. Wanneer de lening in Box3 hoort wordt er geen belastingvoordeel over berekend. De rentelasten worden automatisch bij #123 als Box3-rente vermeld.
Als laatste is het mogelijk om de soort lening aan te geven. Aflossingsvrij, annuïtair of lineair. Sinds 1-1-2013 is rente eigen woning alleen nog maar aftrekbaar indien de lening minimaal volgens een annuïtair schema (over maximaal 30 jaar) volledig wordt afgelost. Voor bestaande leningen op 1-1-2013 geldt een overgangsregime. De bestaande aflossingsvrije lening per 1-1-2013 kan aflossingsvrij blijven bestaan. Ook bij aankoop van een andere woning.
Indien een partij de bestaande woning overneemt, dan zal veelal het deel van de ex-partner opnieuw moeten worden gefinancierd. Dit zal een annuïtaire lening dienen te zijn.
Als in Split-Online de aflosvorm 'Annuïtair" wordt geselecteerd, dan zal Split-Online de rente en aflossing berekenen. Dit kan voor een periode van een jaar. Het is ook mogelijk het gemiddelde te berekenen over een aantal jaren. Er kan dus rekening gehouden worden met het feit dat de netto last steeds hoger wordt omdat het deel aftrekbare rente steeds lager wordt (en de netto aflossing steeds hoger).
De berekende aflossing wordt overgenomen in #123 (woonlasten).
Indien men van mening is dat de berekende aflossing niet moet worden overgenomen in TN123, dan is het mogelijk deze aan te passen. Een mogelijkheid is zodoende om een lager bedrag in te vullen, als de mening is toegedaan dat er erg veel aflossing (vermogensvorming) plaatsvindt ten koste van partneralimentatie.
#102 Werkelijke inkomsten
In de tremanormen wordt onderscheid gemaakt tussen de werkelijke of in redelijkheid te verwerven inkomsten uit vermogen en fiscale inkomsten uit vermogen (op basis van 4% rendement).
Bij #102 worden de werkelijke inkomsten uit vermogen ingevuld. Deze kunnen (aanzienlijk) afwijken van het fiscale rendement.
Het rendement kan rechtstreeks worden ingevuld of via een specificatie. Bij de specificatie zijn de alimentatienormen gevolgd.
Bijzondere aandacht vraagt het onderdeel rente- en kosten van schulden. Bij #83 (hypotheekrente) bestaat de mogelijkheid de rente op te geven van een box3 lening. De rente die bij #83 wordt opgegeven dient niet meer te worden opgegeven als kosten bij #102.
#104/105 Rendementsgrondslag
Hier wordt de rendementsgrondslag ingevuld. De rendementsgrondslag is de basis van de belastingberekening in box 3. Over de rendementsgrondslag -/- vrijgesteld vermogen wordt een rendement verondersteld van 4%. Over deze (fictieve!) opbrengst wordt 30% inkomstenbelasting berekend.
NB!
De rendementsgrondslag is niet alleen de basis voor de inkomstenbelasting in box 3. De rendementsgrondslag wordt ook gebruikt voor de vermogenstoetsen die van toepassing zijn bij het KGB, de huurtoeslag en de zorgtoeslag.
Wanneer de rendementsgrondslag niet wordt ingevuld, kan het zijn dat er huurtoeslag (max vermogen = vrijstellingsbedrag), zorgtoeslag en KGB wordt berekend, terwijl dit niet van toepassing is.
#115 Heffingskortingen
SO geeft tips t.a.v. het van toepassing zijn van de heffingskortingen. Wanneer een heffingskorting van toepassing is, dient het hokje te worden aangevinkt.
De tips geven de huidige situatie aan. Het kan zijn dat een heffingskorting op het moment van berekenen van toepassing is, maar bijvoorbeeld op 1 januari niet meer, of wanneer een kind een bepaalde leeftijd heeft bereikt (12 inkomensafhankelijke combinatiekorting, 16 vermeerdering alleenstaande ouderkorting, 18 alleenstaande ouderkorting).
Algemene heffingskorting:
Inkomensafhankelijke Combinatiekorting is van toepassing bij de partij waar het kind jonger dan 12 jaar (op 1 januari van dat jaar) staat ingeschreven. Ingeval van co-ouderschap is dit adresvereiste niet van toepassing en is de inkomensafhankelijke combinatiekorting voor beide partijen van toepassing (SO geeft in geval van co-ouderschap voor beide partijen de tip ‘ja’. Het recht op inkomensafhankelijke combinatiekorting bestaat mits het inkomen uit arbeid meer bedraagt dan € 4.881 (2016) en er kinderen op 1 januari van het jaar jonger dan 12 zijn. De tip die SO geeft houdt rekening met het inkomen uit arbeid en de leeftijd van de kinderen. Indien het inkomen lager is dan het vereiste minimum, wordt er geen inkomensafhankelijke combinatiekorting berekend.
#119 Netto Inkomsten - Kindgebonden Budget
Het recht op kindgebonden budget (KGB) is afhankelijk van het toetsingsinkomen (=verzamelinkomen). Indien het inkomen lager is dan € 19.759 (2016), bestaat er volledig recht op KGB. Indien het verzamelinkomen hoger is, dan wordt het KGB gekort met 6,75% van het inkomen voor zover dat hoger is dan € 19.759 (2016).
Het is vanzelfsprekend van belang het toetsingsinkomen correct te berekenen. Het toetsingsinkomen (= verzamelinkomen in geval men aangifte doet) wordt in SO berekend in een speciaal scherm (TOETSINGSINKOMEN Toeslagen). In dit scherm dient het werkelijke verzamelinkomen na scheiding te worden bepaald. Het scherm 'TOETSINGSINKOMEN Toeslagen' haalt de gegevens uit de draagkrachtberekening.
Het verzamelinkomen dat wordt berekend in een draagkrachtberekening kan (aanzienlijk) afwijken van het werkelijke verzamelinkomen. In de draagkrachtberekening wordt nl. geen rekening gehouden met auto van de zaak, aftrek levensonderhoud kinderen, betaalde/ontvangen partneralimentatie, inkomen van een toeslagpartner.
In Split-Online kan/wordt met deze inkomensbestanddelen rekening gehouden. Zo kan de bijtelling van de auto worden ingevuld en wordt het inkomen van de AP en AG respectievelijk verlaagd en verhoogd met de te betalen partneralimentatie. Dit gebeurt automatisch en tenzij anders aangegeven in de alimentatievergelijking wordt uitgegaan van de laagste alimentatie conform Behoefte, Draagkracht of de Jus-vergelijking.
De hoogte van de partneralimentatie is pas bekend nadat de draagkrachtberekening is gemaakt en de kinderalimentatie is bepaald.
In het scherm TOETSINGSINKOMEN Toeslagen kunt u per kind aangeven of hiervoor KGB dient te worden berekend.
Nadat de draagkrachtberekening is gemaakt, is het toetsingsinkomen eveneens (gedeeltelijk!) berekend.
Nadat de regeling rondom de kinderkosten is ingevuld, is de ruimte voor partneralimentatie pas bekend. De hoogte van de partneralimentatie kan zoals eerder aangegeven de hoogte van het KGB veranderen.
In SO is deze complicatie opgelost door het toevoegen van het scherm ‘TOETSINGSINKOMEN toeslagen’. Het scherm kan benaderd worden via de link bij TN119 of via de roze menubalk – partij – toetsingsinkomen toeslagen. Het scherm is een hulpscherm en kan (nog) niet worden geprint.
In het scherm ‘toetsingsinkomen toeslagen’ worden de belastbare inkomens uit Box1,2 en 3 weergegeven. Het belastbare inkomen uit Box 1 kan worden aangepast aan de werkelijke situatie na de scheiding.
De auto van de zaak kan worden opgegeven (indien de jaaropgave is gebruikt, staat de auto al genoemd), SO geeft de aftrekpost levensonderhoud kinderen weer, de betaalde/ontvangen partneralimentatie kan worden ingevoerd en het toetsinginkomen van een eventuele nieuwe partner.
De betaalde partneralimentatie kan bij de AP worden gekoppeld aan de AG. Indien de koppeling tot stand wordt gebracht, wordt de door AP betaalde alimentatie bij de AG direct als ontvangen alimentatie genoteerd!
SO geeft een suggestie voor de partneralimentatie. Deze suggestie zal in eerste instantie te hoog zijn wanneer de kinderalimentatie nog niet is ingevuld. Daarnaast wordt bij de suggestie geen rekening gehouden met een beperking i.v.m. de jusvergelijking of de behoefte.
De draagkracht (met name van AG) kan na het invullen van de partneralimentatie afwijken van een berekening zonder rekening te houden met de partneralimentatie. KGB kan lager worden, huur- en zorgtoeslag kunnen vervallen. De gewijzigde draagkracht heeft invloed op de verdeling van de kinderkosten (draagkrachtvergelijking). De gewijzigde verdeling van de kinderkosten wordt niet automatisch doorgevoerd.
Ingeval is gekozen voor Richtlijn 2013, wordt het KGB vanzelfsprekend op dezelfde wijze berekend. Het KGB heeft dan echter geen invloed meet op het inkomen, maar wordt in plaats daarvan afgetrokken van de kinderkosten.
In het scherm 'Toetsingsinkomen Toeslagen' is de mogelijkheid ingebouwd om het KGB precies af te stemmen op de situatie door de mogelijkheid kinderen buiten de berekening van het KGB te laten. Dit kan van toepassing zijn wanneer kinderen bijna 18 jaar zijn, en het KGB voor hen op korte termijn komt te vervallen.
Conform de alimentatienormen wordt er onderscheid gemaakt tussen het draagkrachtloos inkomen t.b.v. partneralimentatie en kinderalimentatie. Voor de kinderalimentatie worden een aantal kosten niet meegenomen. Binnen SO is dit onderscheid eveneens gemaakt. De kosten die NIET meegenomen kunnen worden in het draagkrachtloos inkomen voor kinderalimentatie staan standaard uitgevinkt.
De afwijking tussen de draagkracht t.b.v. kinder- en partneralimentatie wordt nog groter wanneer wordt gekozen voor richtlijn 2013. Overeenkomstig de richtlijn worden de woonlasten en ziektekostenpremie forfaitair opgenomen in het draagkrachtloos inkomen.
Voor de bepaling van de kinderalimentatie wordt uitgegaan van 'redelijke kosten van levensonderhoud'. Deze kosten zijn afgeleid van de bijstandsnorm voor een alleenstaande.
Voor de redelijke kosten van levensonderhoud is een bedrag opgenomen van € 825,- voor besteedbare inkomens tot € 1.500,-. Vanaf een besteedbaar inkomen van € 1.525 wordt uitgegaan van een bedrag van € 875,- (2015).
LET OP: Het betreft het besteedbare inkomen zonder rekening te houden met fiscaal eigen woning! In geval van een eigen woning bestaat er dus een verschil tussen het besteedbare inkomen voor PA en KA.
Het bedrag van € 875,- is als volgt opgebouwd (volgens de richtlijn):
Bijstandsnorm | € 961- (2015) | |
Af: Wooncomponent in bijstand | -/- | € 227,- |
Bij: Ziektekostenpremie | + | € 135,- |
Af: Ziektekostencomponent in bijstand | -/- | € 39,- |
Bij: Onvoorzien | + |
€ 45,- |
Totaal |
___________ € 875,- |
De post 'ONVOORZIEN' is ingevoerd om de onderhoudsplichtige die iets meer dan het minimum heeft enige ruimte voor tegenvallers te bieden, en wellicht minder reden om te lenen. Bij het inkomen tot € 1.500 wordt die ruimte feitelijk niet gelaten. (Bron: alimentatienormen 2013).
LET OP: In het bedrag voor redelijke kosten van levensonderhoud is al een forfaitair bedrag voor ziektekostenpremie opgenomen van € 125,-. Bij TN124 worden deze dus niet meer ingevuld (t.b.v. de kinderalimentatie).
Ten behoeve van het draagkrachtloos inkomen voor KA wordt gerekend met een forfaitaire woonlast. De woonlast bedraag 30% van het netto besteedbare inkomen (NBI) (zonder fiscaal voordeel eigen woning).
Vandaag de dag is de situatie niet ondenkbaar dat AP voor AG de hypotheekrente blijft voldoen. Hierdoor zal de woonlast aanzienlijk hoger kunnen zijn dan 30%. Volgens de aanvaardbaarheidstoets moet het mogelijk zijn deze extra kosten op te nemen in het draagkrachtloos inkomen. Naast de forfaitaire bedragen is het in SO mogelijk werkelijke kosten op te nemen. In het geval de hypotheekrente is ingevuld bij TN82/83, kan door het aanvinken van de hypotheeklasten deze extra last worden meegenomen in de berekening. Omdat voor KA wordt uitgegaan van een NBI zonder fiscaal voordeel eigen woning, dient de NETTO hypotheekrente te worden afgetrokken. Wanneer u het hokje achter hypotheekrente aanvinkt, wordt de NETTO hypotheekrente ook daadwerkelijk meegenomen.
Wanneer het nodig is om met de werkelijke woonlasten te rekenen, dan is het mogelijk de forfaitaire woonlast uit te vinken, en de werkelijke huur en hypotheeklasten op te voeren.
Tabel (2012) draagkracht: |
||
- NBI tot € 1.250: | minimumbijdragen | |
- NBI van € 1.250: | 100% [NBI - (0,3 x NBI + 800) | |
- NBI van € 1.300: | 90% [NBI - (0,3 x NBI + 800) | |
- NBI van € 1.350: | 80% [NBI - (0,3 x NBI + 800) | |
- NBI van € 1.400: | 70% [NBI - (0,3 x NBI + 800) | |
- NBI van € 1.450: | 70% [NBI - (0,3 x NBI + 825) | |
- NBI van € 1.500: | 70% [NBI - (0,3 x NBI + 850) | |
Netto besteedbaar inkomen (*) | DKL (**) | Draagkracht (***) |
tot 1.250 per maard | 25/1 50/2 of meer | |
1.250 tot 1.300 | (1.175) | 75 |
1.300 tot 1.350 | (1.190) | 100 |
1.350 tot 1.400 | (1.205) | 115 |
1.400 tot 1.450 | (1.220) | 125 |
1.450 tot 1.500 | (1.260) | 125 |
1.500 tot 1.550 | (1.300) | 140 |
1.550 en 1.600 | (1.315) | 164 |
1.600 en 1.650 | (1.330) | 189 |
1.650 en 1.700 | (1.345) | 213 |
1.700 en 1.750 | (1.360) | 238 |
1.750 en 1.800 | (1.375) | 262 |
1.800 en 1.850 | (1.390) | 287 |
1.850 en 1.900 | (1.405) | 311 |
1.900 en 1.950 | (1.420) | 336 |
1.950 en 2.000 | (1.435) | 360 |
2.000 en 2.050 | (1.450) | 385 |
2.050 en 2.100 | (1.465) | 409 |
2.100 en 2.150 | (1.480) | 434 |
2.150 en 2.200 | (1.495) | 458 |
2.200 en 2.250 | (1.510) | 483 |
2.250 en 2.300 | (1.525) | 507 |
2.300 en 2.350 | (1.540) | 532 |
2.350 en 2.400 | (1.555) | 556 |
2.400 en 2.450 | (1.570) | 581 |
2.450 en 2.500 | (1.585) | 605 |
2.500 en 2.550 | (1.600) | 630 |
2.550 en 2.600 | (1.615) | 654 |
2.600 en 2.650 | (1.630) | 679 |
2.650 en 2.700 | (1.645) | 703 |
2.700 en 2.750 | (1.660) | 728 |
2.750 en 2.800 | (1.675) | 752, etcetera |
(*) Bij de laagste netto besteedbare inkomens is geen sprake van vast, maar van een toenemend percentage vrijeruimte. Om draagkrachtverschillen rond de grens van de schijven van het NBI te vermijden, wordt gekozen voorvaste tabelbedragen tot een NBI van 1500. In de eerste schijven tot 1.500 is daarom de aanbevolen draagkrachtvolgens de tabel maximaal het afgeronde bedrag in de derde kolom. Bij besteedbare inkomens vanaf 1500 issprake van een vast percentage vrije ruimte. | ||
(**) DKL = draagkrachtloos inkomen: 0,3 x NBI + 800, 825 of 850. | ||
(***) 3Afgerond op hele euro’s, te verhogen met het fiscaal voordeel vanwege de persoonsgebonden aftreklevensonderhoud kinderen als daar recht op bestaat. |
Huurtoeslag:
Huurtoeslag is afhankelijk van het toetsingsinkomen (zie TOETSINGSSCHERM Toeslagen). Naast het toetsingsinkomen geldt voor huurtoeslag ook een vermogenstoets. In geval het vermogen hoger is dan de vrijstelling in Box 3, bestaat er geen recht op huurtoeslag!
Huurtoeslag wordt door SO automatisch berekend. Hierbij wordt het vermogen dat is ingevuld bij TN104/105 meegenomen. In het scherm ‘TOETSINGSINKOMEN toeslagen’ kan dit handmatig worden aangepast.
Hypotheekrente:
De hypotheekrente in Box1 en Box3 wordt rechtstreeks overgenomen van tremanorm 83 (specificatie).
Onredelijke woonlast:
SO berekent automatisch een onredelijke woonlast. Uit jurisprudentie volgt dat een woonlast die hoger is dan 1/3 van het besteedbare inkomen (zonder rekening te houden met fiscaal voordeel eigen woning) onredelijk is. SO hanteert bij het bepalen van de onredelijke woonlast deze rekenregel. Indien de korting staat aangevinkt, wordt het meerdere boven de genoemde 1/3 in mindering gebracht. Of deze woonlast in alle situaties onredelijk is, is natuurlijk de vraag. Het is overigens ook mogelijk dat een woonlast onder 1/3 blijft, maar dat deze toch onredelijk is omdat er sprake is van grote vermogensvorming ten koste van het voldoen van onderhoudsverplichtingen.
NB!
Bij de berekening van de onredelijke woonlast wordt geen rekening gehouden met nog te ontvangen alimentatie. Bij een AG met een laag inkomen kan het zodoende voorkomen dat er een onredelijke woonlast wordt berekend, terwijl die zeker niet onredelijk is.
Bij de onredelijke woonlast is een specificatie gemaakt ( ). Indien deze wordt geopend kan de berekening van de onredelijke woonlast handmatig worden aangepast.
TIP: Wanneer u de specificatie 'onredelijke woonlast' opent, ziet u de werkelijke netto woonlast. Er kan dan goed een vergelijking worden gemaakt met de forfaitaire woonlast.
TN124 Ziektekosten
Tremanorm 124e is vervallen. De ‘op aanslag betaalde premie’ is verplaatst naar TN120. De ZVW-premie wordt automatisch door SO berekend. Bij de ‘op aanslag betaalde ZVW-premie’ is een specificatie gemaakt (). Indien deze wordt geopend kan de berekening van de premie handmatig worden aangepast.
SO berekent automatisch de hoogte van de zorgtoeslag. Er is de mogelijkheid om de zorgtoeslag uit te vinken. Standaard staat zorgtoeslag aan. Evenals bij KGB en huurtoeslag is het van belang dat het scherm ‘TOETSINGSINKOMEN toeslagen’ correct is ingevuld. Voor de zorgtoeslag geldt eveneens een vermogenstoets. Evenals bij de huurtoeslag wordt ook voor de zorgtoeslag het ingevulde vermogen van TN104/105 overgenomen.
TN143 Kinderalimentatie omzetten in Partneralimentatie
Wanneer er alleen ruimte is voor kinderalimentatie, maar vanwege fiscale redenen of vanwege financieringsredenen is partneralimentatie gewenst, dan kan de beschikbare kinderalimentatie (70%) worden omgezet naar partneralimentatie. Dit om te voorkomen dat indien de kinderalimentatie wordt verlaagd om ruimte over te houden voor partneralimentatie, er slechts 60% van de draagkracht wordt gebruikt, terwijl voor de kinderen 70% beschikbaar is.
Nadat de draagkrachtberekening is gemaakt, is de verdeling van de kinderkosten bekend.
Volgens de richtlijn 2013 wordt de te betalen kinderalimentatie vervolgens verminderd met de zogenaamde zorgkorting.
De kosten omgangsregeling (TN128) zijn vervangen door een zorgkorting. De zorgkorting staat voor de kosten die alimentatieplichtige maakt voor de kinderen op het moment dat ze bij hem/haar verblijven. De zorgkorting verlaagt de bijdrage van de alimentatieplichtige aan alimentatiegerechtigde. Kosten gemaakt in het huishouden van AP worden immers niet meer gemaakt in AG. Dit wijkt af van het systeem van de omgangskosten die niet in mindering werden gebracht op de kinderkosten.
De zorgkorting bedraagt standaard 15% (gebaseerd op gemiddeld 1 dag zorg per week). Wanneer de AP meer zorg heeft dan kan de 15% worden verhoogd naar 25% (2 dagen per week) of 35% (3 dagen per week). Vanzelfsprekend is het in SO mogelijk gemaakt om afwijkende percentages in te vullen.
Wanneer wordt aangegeven dat de kinderen 'uitwonend / studerend' zijn, wordt de zorgkorting op 0% gesteld.
Het percentage zorgkorting kan per kind worden opgegeven.
Indien de draagkracht onvoldoende is, wordt de zorgkorting (gedeeltelijk) verminderd.
In SO wordt ervan uitgegaan dat, los van de draagkracht, de AP de volledige zorgkorting daadwerkelijk als kosten in zijn/haar huishouding heeft. Dit resulteert erin dat de volledige zorgkorting wordt weergegeven in de draagkrachtberekening voor de bepaling van de draagkracht voor partneralimentatie (DAP/DAG), bruto - netto berekening na scheiding (NAP/NAG) en de JUS-vergelijking. Tevens wordt de volledige zorgkorting gebruikt voor de bepaling of er recht op 'aftrek levensonderhoud kinderen < 21 jaar' is.
Na de zorgkorting ziet u de draagkrachtvergelijking per kind. De vergelijking per kind heeft als voordeel dat u per kind een afwijkende verdeling kunt aangeven.
Wanneer bijvoorbeeld ouders besluiten de bijdrage voor het uitwonend studerende kind gelijk te verdelen, dan kan voor dat kind bij AP 50% worden ingevuld. De AG draagt dan automatisch de andere 50% voor dat kind.
De bijdragen van AP en AG worden berekend en de bijdrage van de AP (= degene waar het kind niet staat ingeschreven) na aftrek van de zorgkorting.
De bedragen uit de 'draagkrachtvergelijking per kind' worden automatisch overgenomen in het ALIMENTATIESCHEMA OMGANGSREGELING.
Alimentatieschema Omgangsregeling
De gegevens uit de draagkrachtvergelijking worden overgenomen. De alimentatie die AP aan AG betaalt wordt overgenomen, het bedrag voor aftrek wordt bepaald en het Eigen Aandeel wordt berekend (op basis van de werkelijke kosten). Wanneer het kind bij AG is ingeschreven dan is er geen sprake van een Eigen Aandeel bij AP. Hiervoor heeft diegene de zorgkorting (of Richtlijn 2012 de omgangskosten).
Bij AG wordt wel een Eigen Aandeel berekend indien AG voldoende draagkracht heeft. De berekening van het Eigen Aandeel is als volgt:
KOSTEN KINDEREN -/- ONTVANGEN ALIMENTATIE -/- VOLLEDIGE ZORGKORTING(!).
Ook wanneer de zorgkorting wordt beperkt door de draagkracht, wordt voor de bepaling van het eigen aandeel toch de volledige zorgkorting meegenomen. Er wordt dus verondersteld dat de AP deze kosten wel daadwerkelijk maakt en deze dus niet meer bij AG vallen.
Wanneer een kind is ingeschreven bij een van de ouders, dan zijn de keuzevakken 'Eigen Aandeel' van beide ouders aan elkaar gekoppeld. Staat bij de ene ouder 'nvt' dan staat bij de andere ouder automatisch werkelijke kosten.
Wanneer een kind 'Uitwonend / Studerend' is, dan bestaat deze koppeling niet. Bij beide ouders kan dan 'nvt' worden aangegeven en wordt er geen eigen aandeel berekend.
Aftrek Levensonderhoud kinderen < 21
De aftrek wordt berekend op basis van de optelling van kinderalimentatie en de maximale zorgkorting.
1.De in artikel 6.15 van de wet bedoelde uitgaven voorlevensonderhoud van een kind worden, indien de kosten van dat onderhoud in belangrijke mate op de belastingplichtige drukken, in aanmerking genomen tot een bedrag van:
a.€ 295 per kalenderkwartaal indien het kind jonger dan 6 jaar is;
b.€ 355 per kalenderkwartaal indien het kind 6 jaar of ouder doch jonger dan 12 jaar is;
c.€ 415 per kalenderkwartaal indien het kind 12 jaar of ouder doch jonger dan 18 jaar is;
d.€ 355 per kalenderkwartaal indien het kind 18 jaar of ouder is.
2.Het in het eerste lid, onderdeel d, vermelde bedrag wordt verhoogd tot:
a.€ 710, indien de op de ouder drukkende bijdrage in de kosten van het onderhoud van het kind ten minste € 710 per kwartaal belopen en de kosten van het onderhoud van het kind tevens grotendeels op de belastingplichtige drukken;
b.€ 1065, indien het kind niet tot het huishouden van de belastingplichtige behoort, de op de ouder drukkende bijdrage in de kosten van het onderhoud van het kind ten minste € 1065 per kwartaal belopen en de kosten van het onderhoud van het kind tevens geheel of nagenoeg geheel op de belastingplichtige drukken.
Het scherm KINDEREN eindigt met een samenvatting.
Wanneer de draagkracht van AP en AG is berekend is ook de verdeling van de Kosten Kinderen bekend en kan deze worden ingevuld.
In de draagkrachtvergelijking wordt rekening gehouden met het fiscaal voordeel van de aftrekpost ‘levensonderhoud kinderen jonger dan 21 jaar’. Indien de draagkracht gedeeld door het aantal kinderen hoger is dan het fiscale minimum (€ 136 / maand), zal SO de aftrek weergeven en optellen bij de draagkracht.
Afhankelijk of co-ouderschap is aangevinkt of niet verschijnt er naast de draagkrachtvergelijking een schema voor:
Om zo flexibel mogelijk te zijn t.a.v. het invullen van alimentatie is een alimentatieschema ontworpen waarbij:
In het scherm 'kinderen' kunt u een aantal keuzes maken. Afhankelijk van uw keuze wordt de zorgkorting, kinderalimentatie en het eigen aandeel berekend en verwerkt in het alimentatieschema. Elke keuze resulteert in en standaardberekening. Hieronder volgt een overzicht van de mogelijkheden en de resultaten. Zoals u gewend bent, kunt u de standaardberekening aanpassen.
Inschrijving AG:
De zorgkortingontvanger wordt AP / Zorgkorting gaat 15% bedragen.
Standaardveronderstelling:
Zorgkortingontvanger (AP) ontvangt niet de kinderbijslag (KBS). AP heeft aftrek 'levensonderhoud kinderen < 21 jaar'.
Alimentatieschema kinderen < 18 jaar
AP: AP betaalt de kal (na aftrek zorgkorting) aan AG. AP heeft aftrek. Eigen Aandeel is 'nvt'
AG: AG betaalt geen kal. AG heeft geen aftrek. Eigen aandeel is op basis van 'werkelijke kosten'.
Alimentatieschema kinderen >= 18 jaar
AP: AP betaalt de kal (na aftrek zorgkorting) aan KIND. AP heeft geen aftrek (aanname studiefin. van toepassing). Eigen Aandeel is 'nvt'
AG: AG betaalt geen kal. AG heeft geen aftrek. Eigen aandeel is op basis van 'werkelijke kosten'.
(Bij inschrijving bij AP is alles uiteraard andersom).
Inschrijving Studerend/Uitwonend:
(studerend/uitwonend kan betekenen: studerend thuiswonend, studerend uitwonend of alleen uitwonend)
Standaard:
De zorgkortingontvanger verandert niet automatisch. De zorgkorting wordt op 0% gezet. Aftrek 'levensonderhoud kinderen < 21 jaar' is van toepassing voor de zorgkortingontvanger.
Alimentatieschema kinderen < 18 jaar
AP: AP betaalt de kal (na aftrek zorgkorting - standaard 0%) aan AG. AP heeft aftrek. Eigen Aandeel is 'nvt'
AG: AG betaalt geen kal. AG heeft geen aftrek. Eigen aandeel is op basis van 'werkelijke kosten'.
Alimentatieschema kinderen >= 18 jaar
AP: AP betaalt de kal (na aftrek zorgkorting - standaard 0%) aan KIND. AP heeft geen aftrek (aanname studiefin. van toepassing). Eigen Aandeel is 'nvt'
AG: AG betaalt geen kal. AG heeft geen aftrek. Eigen aandeel is op basis van 'werkelijke kosten'.
Zorgkortingontvanger
Standaard is de zorgkortingontvanger degene bij wie het kind niet staat ingeschreven. In Split-Online is dit flexibel gemaakt. In geval van bijvoorbeeld co-ouderschap waarbij (om fiscale / emotionele redenen) de kinderen niet op 1 adres staan ingeschreven, is het toch mogelijk een alimentatieregeling te maken als stonden de kinderen wel op 1 adres.
Belangrijk:
De standaard aftrekregeling (de vinkjes in het alimentatieschema) voor levensonderhoud kinderen jonger dan 21 jaar is gebaseerd op de zorgkortingontvanger. Bij de zorgkortingontvanger worden de vinkjes voor aftrek aangezet. De veronderstelling is dus dat de zorgkortingontvanger geen kinderbijslag ontvangt.
Wanneer u de zorgkortingontvanger wijzigt, verandert dus de aftrek (en daarmee de draagkrachtvergelijking en alimentatiebedragen).
Zorgkortingontvanger = uitwonend
Wanneer de inschrijving 'Studerend/uitwonend' is, dan wordt de zorgkorting op 0% gezet. Wanneer de zorgkortingontvanger ook nog op 'uitwonend'wordt gezet, dan verandert in het alimentatieschema het volgende:
kal wordt door zowel de AP als de AG rechtstreeks aan het KIND betaald. De aftrekvinkjes worden standaard uitgezet. AP noch AG hebben een eigen aandeel.
Er gebeurt dus nogal wat in het alimentatieschema.
We denken dat de geprogrameerde standaarden logisch zijn, maar uitzonderingen bevestigen de regel (anderen zeggen: verpesten de regel). Ongetwijfeld zullen er situaties zijn waarin van de standaard moet worden afgeweken. Uiteraard is dat mogelijk. U kunt zelf de vinkjes aan en uit zetten, u kunt de alimentatiebedragen uit de draagkrachtvergelijking overschijven, en zelf aangeven wie de kal moet ontvangen.
NB: wanneer het KIND de kal ontvangt, dan is de betaalde kal in Netto Na Scheiding geen inkomen voor de ouder.
TIP:
Wilt u na een wijziging in het scherm kinderen gelijk exact weten wat de nieuwe kal wordt, klikt u dan op de Calculate-knop (of F5 - scherm verversen). Wanneer het toetsingsinkomen gelijk blijft (aantal keer Calculate / F5), is de kal, pal, kgb etc weer opnieuw exact berekend. De berekeningen worden ook gemaakt bij het wisselen van schermen.
Alimentatieschema Co-ouderschap
Indien ouders kiezen voor een co-ouderschap met een kinderrekening, dan is het co-ouderschap schema een prachtig instrument om de ouders inzicht te geven in een goede financiële verdeling.
Vanuit de alimentatienormen (2012 en eerder) is de veronderstelling overgenomen dat ouders te maken hebben met dubbele woonlasten nu 2 woningen volledig dienen te zijn ingericht voor het verblijf van de kinderen. De woonlasten zijn bepaald (Nibud/cbs) op een percentage van 16% van de tabelkosten + kinderbijslag. Bij co-ouderschap worden de Kosten Kinderen hiermee zodoende standaard verhoogd. U hebt de mogelijkheid om af te zien van de verdubbeling van de woonlasten (0,00%) of zelfs de woonlasten uit de kinderkosten weg te laten. Standaard laat Split-Online de aan te nemen dubbele woonlast buiten beschouwing!
Nadat de Kosten Kinderen in Co-ouderschapsituatie zijn berekend, worden deze opgesplitst in verblijskosten en kindgebonden kosten.
De verblijfskosten kunnen op basis van de zorgkorting worden bepaald of via een uitsplitsing van deze kosten.
Zorgkorting/Verblijfskosten
De verblijfskosten worden gesteld op 70% van het eigen aandeel. Dit is gebaseerd op de zorgkorting van 35% die hoort bij 3 a 3,5 per week zorg hebben voor de kinderen. Beide ouders samen hebben zodoende 2 x 35% = 70% verblijfskosten.
NB: De 2 x 35% wordt niet automatisch aangepast bij verandering van het aantal dagen. Dus in geval de verdeling van de dagen 14 om 16 is, dan blijven de verblijfskosten bij beide ouders 35%. Wanneer de verdeling van dagen erg ongelijk wordt, kunnen de % handmatig worden aangepast. Bijv. 32% - 38%. Het idee is dat de verblijfskosten samen 70% zijn. Maar ook daar kan natuurlijk van worden afgeweken.
Uitsplitsing van verblijfskosten:
Het dagbedrag en de percentages voor woonlasten en vakantie-vrije tijd kunnen naar eigen inzicht worden aangepast.
Nadat de verblijfskosten kosten in beide huishoudens zijn berekend, blijft er nog budget beschikbaar voor de kindgebonden kosten.
De kindgebonden kosten kunnen vanaf een kinderrekening worden betaald of partijen kunnen een verdeling maken van de kosten zonder kinderrekening. Indien wordt gekozen voor de kinderrekening kan ervoor worden gekozen om alleen de kindgebonden kosten via de kinderrekening te laten lopen of alle kosten.
Gedeeltelijke gebruik van een kinderrekening.
Eerst wordt vanuit de draagkracht + eventueel kinderbijslag (er kan worden gekozen om de kinderbijslag in de huishoudens te houden (waar het kind staat ingeschreven) of deze te laten storten op een kinderrekening) de interne kosten gefinancierd. Komt één van de ouders te kort, dan draagt de andere ouder bij.
Hetgeen over is na het voldoen van de interne kosten kan worden gestort op de kinderrekening voor het voldoen van de kindgebonden kosten (kleding, contributies, school, etc.).
Volledig gebruik van een kinderrekening.
In dit geval wordt de kinderbijslag en de draagkracht eerst op de kinderrekening worden gestort en vanuit de kinderrekening ontvangen beide ouders de bedragen die nodig zijn voor de interne kosten in hun eigen huishouding.
De budgettering van de kinderrekening kan worden opgesteld. Indien er ruimte overblijft (vrij te besteden) dan kan ervoor gekozen worden deze op de kinderrekenig te laten staan, dan wel te verdelen over beide ouders. Indien wordt gekozen voor het laatste, dan vindt de verdeling plaats op basis van het aantal dagen dat de kinderen bij de ouders verblijven.
Zonder kinderrekening.
Wanneer ouders geen behoefte hebben aan een kinderrekening dan is het ook mogelijk een verdeling te maken van de kindgebonden kosten per ouder. Per kostensoort wordt bepaald wie die kosten betaalt. Dit kan via een standaardverdeling (100%/50%/0%) of door per kostensoort specifiek aan te geven hoeveel door beide ouders wordt betaald.
In SO kunnen dus alle kindgebonden kosten worden gespecificeerd en verdeeld.
TIP
Wanneer de kindgebonden kosten worden gebudgetteerd dan is het mogelijk dat deze hoger blijken dan het bedrag dat op de kinderrekening kan worden gestort.
Indien er voldoende draagkracht is, en men van mening is, dat de kinderen daadwerkelijk meer kosten dan in eerste instantie berekend, dan kan de hoogte van de kosten kinderen worden aangepast (afwijken van tabel – werkelijke kosten).
Wanneer er onvoldoende draagkracht is, en/of men is van mening dat de kosten van de kinderen voldoende hoog zijn bepaald, dan is het aan te bevelen de kosten in de huishouding te verlagen. Dit kan door bijvoorbeeld een lager % te nemen voor huisvestingskosten. Op die manier ontstaat er vanzelf meer ruimte voor de kindgebonden kosten. Wanneer partijen met een budgettering komen voor deze kosten, dan is het van belang dat dit ook gefinancierd kan worden vanuit de kinderrekening. Zo niet dan ontstaan er maandelijks discussies over het aanvullen van de kinderrekening.
BEHOEFTE Behoefterekening
De behoefteberekening kan worden gemaakt volgens de hof-methode of volgens een uitgebreide specificatie.
Voor de berekening van de behoefte neemt SO het Netto GezinsInkomen over uit BAP/BAG. Hier worden de berekende kinderkosten van afgetrokken.
Op basis van het inkomen dat is ingevuld bij DAG wordt de uiteindelijke behoefte bepaald. Dit inkomen kan worden aangepast.
De jusvergelijking berekent de alimentatie die nodig is om beide partjen een gelijke vrij te besteden ruimte te laten hebben. De jus-vergelijking dient om de hoogte van de te betalen alimentatie te beperken. Deze beperking vindt plaats wanneer de ontvanger een hoger vrij te besteden inkomen heeft dan de betaler indien de volledige draagkracht wordt betaald door AP.
Split-Online berekent automatisch (en continu) het jus-bedrag. Op deze wijze kan de laagste van behoefte, draagkracht en jus-vergelijking worden gebruikt voor de berekening van de toetsingsinkomens van AP en AG..
De berekening houdt rekening met de over de door AG te ontvangen alimentatie af te dragen ZVW-premie.
Jusvergelijking en KGB
Op 7 juli heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op prejudiciële vragen gesteld door het Hof Den Haag inzake de plaats van het KGB bij het bepalen van de behoefte van de ex-partner.
De Hoge Raad heeft t.a.v. het KGB geantwoord dat het KGB op geen enkele wijze mee dient te worden genomen als inkomen wanneer het een partneralimentatie berekening betreft. Het KGB wordt zodoende standaard niet meegenomen als netto inkomen in de jusvergelijking. Men kan ervoor zorgen dat het KGB wel wordt meegerekend. Hiertoe dient ment het vinkje 'KGB tbv PAL' aan te zetten bij #119b in het scherm DAG (...DAP wanneer de AP het KGB ontvangt).
Alimentatievergelijking
Onderin het scherm Jus (en Behoefte en DAP) worden de uitkomsten van de verschillende berekeningen (Jus, Draagkracht, Behoefte, vrije invoer) weergegeven. Normaalgesproken wordt uitgegaan van de laagste van draagkracht/behoefte/jus.
De keuze die hier wordt gemaakt, wordt doorgevoerd in het Netto Inkomen na Scheiding (NAP / NAG).
Op dit punt aangekomen is bijna alles t.b.v. de financiële afwikkeling van de echtscheiding vastgelegd. Partijen hebben echter nog nauwelijks inzicht in de consequenties. Dit inzicht wordt verschaft met de schermen NAP / NAG.
Afhankelijk van de doelstelling:
kunnen de opgegeven waarden t.a.v. leaseauto, spaarloon en kinderbijslag worden uitgevinkt of aangevinkt. De waarden van spaarloon en auto zijn ingevuld bij het scherm TOETSINGSINKOMEN.
Verder kunnen deze schermen nog worden aangepast met een lijfrentepremie die bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van de noodzaak niet is meegenomen in de draagkrachtberekening.
Door de daadwerkelijke netto lasten zichtbaar te maken kan de vergelijking van het besteedbare inkomen van partijen scheef worden. Bijvoorbeeld wanneer bij de één de bijtelling wordt meegenomen, terwijl bij de ander geen rekening wordt gehouden met vervoerskosten. Ook wanneer de kinderbijslag wordt bijgeteld, zal een scheve vergelijking ontstaan. De kinderbijslag wordt nl. niet opgeteld bij de kinderkosten, zodat onderaan de streep meer overblijft. Het doel is dan ook vooral om de echte cash-flow inzichtelijk te maken.
Bij de uitgaven staan de kosten van de kinderen vermeld. Er kan hier worden gekozen voor: nvt, alle kinderen of ingeschreven kinderen.
In de situatie dat de kinderen verdeeld staan ingeschreven over de adressen van partijen, maar één van de partijen draagt toch alle kosten, dan kan hier gekozen worden voor ‘alle kinderen’. Wanneer er wel kinderen zijn, maar het keuzevak blijft op ‘nvt’staan, dan dient te worden bedacht dat het resterende inkomen dient voor de kosten van de partij samen met de kinderen.
TIP:
Wanneer de jus-vergelijking is gemaakt, dan zullen netto AP en netto AG hetzelfde dienen te zijn. Wanneer er toch een verschil optreedt dan kan dit worden veroorzaakt door:
Op basis van de berekening van het besteedbare inkomen weten partijen waar ze aan toe zijn en kunnen zij hun positie bepalen.