Rechtbank Den Haag 21-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:1876

Datum publicatie11-03-2020
ZaaknummerC/09/580031 / JE RK 19-2276
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Zittingsplaats's-Gravenhage
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet; Ondertoezichtstelling 1:254 e.v. BW;
Familieprocesrecht; Kindvriendelijke/begrijpelijke/klare taal
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Klare-taal-beschikking . Resterende deel OTS wordt afgewezen. OTS is niet alleen bedoeld om het contact tussen kinderen en hun ouders te herstellen als het verder gewoon goed gaat met de kinderen. GI en bijzonder curator hebben aangegeven niet te weten wat er moet gebeuren om contact weer te herstellen. GI biedt aan om nog een ontmoeting tussen de kinderen te regelen bij de McDonalds zodat zij elkaar weer eens kunnen zien op een veilige en rustige plek. Rb stuurt de beschikking bij uitzondering ook naar de kinderen zelf.

Volledige uitspraak


Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht

Zaaksgegevens: C/09/580031 / JE RK 19-2276

Datum uitspraak: 21 februari 2020

Beschikking van de kinderrechter Afwijzing verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak naar aanleiding van het op 12 september 2019 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

De zaak gaat over:

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2005 te [geboorteplaats 1] Polen,

hierna te noemen: [minderjarige 1] ,

en

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2007 te [geboorteplaats 2] ,

hierna te noemen: [minderjarige 2] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man] ,

hierna te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats 1] ,

[de vrouw] ,

hierna te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats 2] ,

advocaat: mr. E. Kocabas-Güler te Zoetermeer.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft op 11 november 2019 de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd tot 1 maart 2020 en aangegeven dat op een later moment de rest van het verzoek wordt behandeld. De kinderrechter heeft op 11 november 2019 ook een bijzondere curator benoemd over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .

De kinderrechter heeft de volgende stukken gelezen:

- de beslissing van 11 november 2019.

- het schriftelijk verslag van de bijzondere curator van 9 februari 2020, binnengekomen bij de rechtbank op 14 februari 2020.

Op 21 februari 2020 heeft de kinderrechter de zaak behandeld met gesloten deuren.

Daarbij zijn verschenen:

- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] , namens de gecertificeerde instelling;

- drs. [de bijzondere curator] ;

- de vader;

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.

[minderjarige 1] heeft op 21 februari 2020 een gesprek gehad met de kinderrechter.

Wat is de situatie?

De ouders hebben samen het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Dat betekent dat de ouders samen de belangrijke beslissingen over hen moeten nemen.

[minderjarige 1] woont bij de vader en [minderjarige 2] woont bij de moeder.

Waar gaat het om?

[minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn op 12 november 2018 voor een jaar onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling en hebben daarom een jeugdbeschermer. Dat is mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] . Zij vraagt nu aan de kinderrechter of zij nog tot 12 november 2020 jeugdbeschermer mag blijven van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Zij ziet dat het thuis en op school goed gaat met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , maar ze maakt zich wel zorgen om hen, omdat zij allebei geen contact hebben met de ouder bij wie zij niet wonen. Nu [minderjarige 1] aan de kinderrechter heeft laten weten dat hij open staat voor contact met [minderjarige 2] , hoopt de jeugdbeschermer dat zij nog iets voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] kan betekenen door bijvoorbeeld een ontmoeting voor hen te regelen op een neutrale plek, zodat de ouders dat niet samen hoeven te doen.

Hoe is het tot nu toe gegaan?

Op 11 november 2019 heeft de kinderrechter gesproken met de ouders, de advocaat van de moeder en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] . De kinderrechter heeft toen besloten dat mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] in ieder geval tot 1 maart 2020 de jeugdbeschermer mocht zijn van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Daarnaast heeft de kinderrechter mevrouw [de bijzondere curator] benoemd als bijzondere curator van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . De kinderrechter kan een bijzondere curator benoemen als de ouders er samen niet uitkomen en de kans bestaat dat de ouders iets anders willen dan de kinderen. Een bijzondere curator is dus iemand die goed luistert en kijkt naar de wensen van een kind. De kinderrechter heeft aan mevrouw [de bijzondere curator] gevraagd om te onderzoeken hoe het met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gaat, er achter te komen wat hun wensen zijn over het contact met hun ouders en het contact tussen hen onderling, en of het goed voor hen zou zijn om ervoor te zorgen dat dit contact weer op gang komt.

Mevrouw [de bijzondere curator] heeft de kinderrechter schriftelijk antwoord gegeven op deze vragen nadat zij meerdere keren met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , de ouders en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] heeft gesproken. Zij heeft aangegeven dat het op dit moment niet goed zou zijn voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] om het contact met de andere ouder te forceren als zij dat niet willen, omdat de kans groot is dat dit alleen maar zorgt voor extra weerstand en teleurstellingen. Ook heeft zij laten weten dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] het goed doen bij de ouder bij wie zij wonen en dat zij zich, los van het ontbreken van contact met de andere ouder, verder geen zorgen maakt over hen.

De vader heeft verteld dat hij niet meer met de gecertificeerde instelling wil samenwerken. Hij heeft gezegd dat de deur altijd open staat voor [minderjarige 2] als zij bij hem of [minderjarige 1] wil langskomen.

De moeder heeft verteld dat zij graag rust wil voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Zij hoopt dat [minderjarige 1] in de toekomst contact met haar zal opnemen als hij daar behoefte aan heeft. De moeder heeft gezegd dat zij de samenwerking met de gecertificeerde instelling niet meer nodig vindt.

Wat vindt de kinderrechter?

Nu de kinderrechter alles heeft gelezen en met iedereen heeft gesproken moet zij gaan beslissen of mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] zich nog langer voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en hun ouders mag inzetten.

De kinderrechter heeft gehoord en gelezen dat het goed gaat met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Zij worden allebei liefdevol en goed verzorgd door de ouder bij wie zij wonen en ze doen het goed op school. Mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] en mevrouw [de bijzondere curator] hebben allebei geen zorgen over de verzorging en opvoeding van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] bij de ouders.

De kinderrechter weet dat het kan zijn dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geen contact willen hebben met de andere ouder omdat de ouders vaak ruzie hebben en niet met elkaar praten. Dat is erg lastig voor kinderen omdat zij de ouder bij wie zij wonen niet teleur willen stellen. Maar een ondertoezichtstelling is niet alleen bedoeld om het contact tussen kinderen en hun ouders te herstellen als het verder gewoon goed gaat met de kinderen. Met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gaat het goed en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] en mevrouw [de bijzondere curator] hebben allebei aangegeven niet te weten wat er moet gebeuren om [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en de ouders weer op een fijne manier contact met elkaar te laten hebben. De kinderrechter zal het verzoek van de gecertificeerde instelling (wat er nog van over is) daarom afwijzen. Dat betekent dat mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] zich vanaf 1 maart 2020 niet langer zal inzetten voor [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en de ouders.

Mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] heeft wel aangeboden om nog een ontmoeting tussen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te regelen op een neutrale plek (zoals bijvoorbeeld de McDonalds), zodat de ouders dit niet samen hoeven te regelen. De kinderrechter heeft de ouders gezegd dat het voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] heel fijn zou zijn als dit met hulp van mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] nog geregeld kan worden voor 1 maart 2020, zodat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] elkaar weer eens kunnen zien op een veilige en rustige plek.

De kinderrechter vindt het tot slot belangrijk om aan [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te laten weten dat zij in de toekomst altijd contact kunnen opnemen met de andere ouder als zij daar behoefte aan hebben. De vader en de moeder hebben ook aangegeven dat de deur altijd open zal staan voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .

De kinderrechter heeft haar beslissing speciaal voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in heldere taal geschreven omdat zij het belangrijk vindt dat zij haar beslissing goed begrijpen. Hoewel de kinderrechter dit normaal niet doet, zal zij deze beslissing ook naar [minderjarige 1] en [minderjarige 2] laten sturen, zodat zij haar beslissing ook kunnen lezen en kunnen bewaren voor later.

Tot slot wil de kinderrechter mevrouw [de bijzondere curator] bedanken voor haar duidelijke rapport. Zij is nu klaar met haar opdracht. Dat zal de kinderrechter hieronder nog officieel opschrijven.

Beslissing

De kinderrechter:

wijst af het resterende verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling;

beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2020 door mr. J.E.M.G. van Wezel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.M. Leurs als griffier.

De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 maart 2020.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van

het gerechtshof Den Haag.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733