Datum publicatie | 08-04-2024 |
Zaaknummer | C/03/305632 / HA ZA 22-248 |
Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Zittingsplaats | Maastricht |
Rechtsgebieden | Civiel recht |
Trefwoorden | Erfrecht; Verdeling; Uitvaart / asbestemming; Familieprocesrecht |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie
Tussenvonnis. Verdeling gemeenschap. Erfenis.Volledige uitspraak
Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/305632 / HA ZA 22-248
Vonnis van 20 maart 2024
in de zaak van
1 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
eisende partijen, verweersters in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
advocaat: mr. R.Ph.E.M. Cratsborn te Wittem,
tegen
1 [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ,
wonende te [woonplaats 3] ,
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats 4] ,
gedaagde partijen, eisers in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ,
advocaat: mr. F.H. Kuiper te Heerlen.
1De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met productie 1 tot en met 28;
- de brief van 14 september 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 31 mei 2023, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2De feiten
Partijen, [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zijn zussen en broer. Hun vader, [erflater] (hierna: [de] vader) is op [overlijdensdatum 1] 2013 overleden. Hun moeder, [erflaatster] (hierna: [de] moeder) was enig erfgenaam krachtens het testament van vader. Moeder is op [overlijdensdatum 2] 2018 overleden. Partijen zijn de erfgenamen en hebben de nalatenschap allen zuiver aanvaard. De nalatenschap is nog onverdeeld.
Tot de nalatenschap van moeder behoort ten eerste de boerderij aan de [adres] te [plaats] , waar partijen zijn opgegroeid. Deze bestaat uit een woning met aanhorigheden, zoals stallen en schuren (0.43.50 ha) en landbouwgrond (8.66.35 ha), met een totale oppervlakte van 9.09.85 ha. Daarnaast bevat de nalatenschap nog een aantal andere activa en passiva, waarover hierna (bij de beoordeling) meer.
Partijen wensen tot verdeling van de boerderij over te gaan. Zij twisten echter over de vraag aan wie de boerderij moet worden toegedeeld en welke waarde tot uitgangspunt bij de verdeling moet worden genomen. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] willen dat de boerderij aan hen wordt toegedeeld, [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stellen zich op het standpunt dat de boerderij door hen moet worden overgenomen.
Rentmeesterskantoor [naam kantoor] heeft de marktwaarde van de boerderij op 8 juli 2019 getaxeerd op € 912.000,00 (inclusief ‘betalingsrechten’). De taxatie is verricht in opdracht van de “ [naam erven] ”, zijnde partijen.
Bij taxatie van [naam makelaarskantoor] van 22 april 2020 is het woonhuis van de boerderij afzonderlijk getaxeerd op een marktwaarde van
€ 313.000,00 respectievelijk € 350.000,00 bij de aanname van de fictie “planologische bestemming wonen.”
In opdracht [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft rentmeester [naam rentmeester] bij taxatierapport van 9 oktober 2020 de marktwaarde van de boerderij per 25 september 2020 getaxeerd op € 945.000,00.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben aangegeven de boerderij te willen overnemen, uitgaande van een marktwaarde van € 1.021.460,00, gebaseerd op een taxatierapport van [naam makelaarskantoor] van 22 april 2020 (peildatum 1 april 2020).
3Het geschil
In conventie
Gelet op het vorenstaande en het feit dat zij uit de onverdeeldheid wensen te geraken vorderen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zal veroordelen tot verdeling van de (ontbonden) gemeenschap, waarin partijen deelgenoten zijn;
zal benoemen een onzijdig persoon als bedoeld in artikel 3:181 BW om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , voor zover zij onwillig zijn, te vertegenwoordigen bij de werkzaamheden tot verdeling van de gemeenschap;
zal benoemen een notaris ten overstaan van wie – tenzij partijen alsnog overeenstemming bereiken omtrent de keuze van de notaris – de werkzaamheden der vereffening en verdeling zullen plaatsvinden;
zal bepalen dat deze notaris wordt aangewezen om een boedelbeschrijving te maken (te vereffenen) en de boedel tussen partijen te verdelen;
zal bepalen dat de onzijdige persoon en de notaris hun kosten ten laste kunnen brengen van de gemeenschap;
zal bepalen dat alle deelgenoten gehouden zijn tot het aanleveren van alle informatie die door de onzijdig persoon en de notaris noodzakelijk worden geacht, zulks bij gebreke op straffe van een dwangsom, waarvan de omvang door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
zal bepalen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan hen in eigendom toebehorende dan wel krachtens verdeling van de gemeenschap toevallende zaken dienen op te halen c.q. te verwijderen uit de boerderij met aanhorigheden gelegen aan de [adres] te [plaats] binnen een week na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 25.000,00;
kosten rechtens.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voeren verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
In reconventie
Op hun beurt stellen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat zij uit de onverdeeldheid wensen te geraken op grond waarvan zij vorderen dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zal veroordelen hun medewerking te verlenen aan het opstellen van een verklaring voor erfrecht, uiterlijk binnen vijf dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, zulks op straffe van een aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te verbeuren dwangsom ter hoogte van € 250,00 per persoon per dag of dagdeel dat zij daarmee in gebreke zijn, met een maximum van € 25.000,00;
zal bepalen dat de activa van de nalatenschap worden toegedeeld aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , voor wat betreft de onroerende goederen tegen de door [naam rentmeester] getaxeerde waarde, onder de verplichting van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een door de rechtbank vast te stellen vergoeding wegens overbedeling uit te keren;
subsidiair, indien en voor zover de rechtbank van oordeel is dat het rapport van [naam rentmeester] niet als uitgangspunt zal kunnen dienen voor het bepalen van de waarde van de onroerende goederen, een agrarisch deskundige zal benoemen en zal bepalen dat de deskundige bij de waardering van de onroerende goederen rekening zal dienen te houden met het gebruik als omschreven in punt 3.11 van de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, alsmede zal bepalen dat de kosten van de deskundige voor rekening van de nalatenschap komen dan wel alle partijen tot betaling van deze kosten zal veroordelen, ieder voor een gelijk deel;
zal bepalen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de door hen vanaf de overlijdensdatum van moeder tot aan de datum van de verdeling voorgeschoten kosten en verrichte werkzaamheden ten laste van de nalatenschap mogen brengen en dat ¼ van de ten laste van de nalatenschap te brengen kosten aan ieder der deelgenoten moet worden toegerekend, zodanig dat dit in mindering strekt op hun aandeel in de nalatenschap;
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] zal veroordelen om uiterlijk binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de nalatenschap een gebruiksvergoeding te voldoen voor het gebruik van de zolder en een deel van de stal als houtopslag ter hoogte van € 187,50 per maand zolang dit gebruik voortduurt en zal bepalen dat ieder der erfgenamen recht heeft op uitkering van ¼ deel van deze vergoeding;
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zal veroordelen aan deze verdeling mee te werken, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel dat zij daarmee in gebreke zijn, met een maximum van € 25.000,00;
dit alles met veroordeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de kosten van deze procedure.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4De beoordeling
In conventie en in reconventie
Ter inleiding
De rechtbank zal de vorderingen in conventie en reconventie gezien hun samenhang gezamenlijk beoordelen.
Gelet op de (mede op zitting gebleken) onverenigbaarheid en onwrikbaarheid van de door partijen over en weer ingenomen standpunten ten aanzien van met name de verdeling van de boerderij acht de rechtbank het niet aannemelijk dat benoeming van een onzijdig persoon respectievelijk een notaris, zoals gevorderd door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , enig soelaas zal bieden. Immers, de kans dat partijen door tussenkomst van een onzijdig persoon respectievelijk een notaris tot overeenstemming over de verdeling van de boerderij zullen komen, acht de rechtbank zo goed als uitgesloten. In het licht hiervan alsmede gelet op de vordering in reconventie van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot toedeling aan hen van de boerderij, zal de rechtbank hierna dan ook beoordelen of de boerderij aan één van partijen zal worden toegedeeld en, zo ja, aan wie, zulks na afweging van de belangen van elk der partijen, en welke waarde hierbij als uitgangspunt dient te worden gehanteerd. Daarnaast zal de rechtbank ook voor het overige tot verdeling van de nalatenschap overgaan. Hoewel de rechtbank de afzonderlijke vorderingen in de petita in conventie en in reconventie zoveel mogelijk zal volgen, merkt zij in algemene zin op dat de rechter die de verdeling vaststelt enige mate van vrijheid geniet, niet is gebonden aan hetgeen partijen over en weer hebben gevorderd en niet expliciet behoeft in te gaan op hetgeen partijen aanvoeren.
De boerderij: toedeling en waardering
Voorop gesteld zij dat met ‘de boerderij’ het in geding zijnde integrale complex aan onroerende zaken wordt bedoeld, aldus de woning met aanhorigheden, zoals stallen en schuren (0.43.50 ha) en de landbouwgrond (8.66.35 ha), met een totale oppervlakte van 9.09.85 ha (zie hiervoor onder ‘de feiten’ rov. 2.2).
Allereerst zal de rechtbank beoordelen of de boerderij aan één der partijen dient te worden toegedeeld. Die vraag zal de rechtbank aanstond bevestigend beantwoorden. Immers, verkoop en levering van de boerderij aan een derde partij, waarna de opbrengst van de verkoop gelijkelijk onder de erfgenamen wordt verdeeld, is niet aan de orde, nu partijen elk een substantieel belang hebben bij toedeling van de boerderij aan één van hen, hetgeen volgt uit de hierna volgende overwegingen, alsmede in aanmerking genomen dat het kennelijk de uitdrukkelijke wens was van vader en moeder dat de boerderij in de familie Van de Weijer blijft.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben bij dagvaarding gesteld dat de boerderij aan hen moet worden toegedeeld.
Daartoe hebben zij aangevoerd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en haar echtgenoot een landbouwbedrijf exploiteren en de landbouwgronden van de boerderij aan die exploitatie wensen toe te voegen.
Voorts hebben zij gesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] de volledige eigendom van de woning met aanhorigheden wil overnemen om deze met haar gezin te gaan bewonen en zakelijk te gaan exploiteren. Daarmee kan zij met haar gezin “tevens voorzien in de behoefte aan werkruimte en machinestalling aangezien de beide opgroeiende zonen (van 19 respectievelijk 17 jaar) boer willen worden” (dgv, randnr. 30).
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 31 mei 2023 hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dit herhaald en nog eens benadrukt.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben op hun beurt gesteld dat de boerderij aan hen moet worden toegedeeld.
Bij conclusie van antwoord hebben zij gesteld dat moeder na het overlijden van vader op [overlijdensdatum 1] 2013 het agrarisch bedrijf heeft voortgezet in de vorm van een eenmanszaak, maar dat de feitelijke werkzaamheden door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] werden uitgevoerd. Ook toen vader nog leefde, was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] werkzaam in het bedrijf, al vanaf zijn jeugd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] zat op de landbouwschool, volgde diverse cursussen en behaalt jaarlijks de benodigde spuitlicenties voor de landbouwwerkzaamheden. Na het overlijden van moeder op [overlijdensdatum 2] 2018 is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] doorgegaan met het agrarisch bedrijf, mede om te voorkomen dat de landbouwgrond “bleef liggen” en schade zou oplopen, en draagt hij thans nog steeds zorg voor het bemesten, het inzaaien en het oogsten van de gewassen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] wenst het agrarisch bedrijf van zijn ouders dan ook voort te zetten, reden waarom hij de landbouwgrond aan hem toebedeeld wil zien.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] verzorgde als boekhouder samen met haar vader de bedrijfsadministratie. Na diens overlijden deed zij dat alleen, omdat moeder dienaangaande onvoldoende kennis van zaken had. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] niet alleen de woning steeds onderhouden door deze regelmatig schoon te maken – ook na het overlijden van moeder – maar ook de bloemen en groentetuin. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] zou graag de woning willen hebben om erin te wonen.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 31 mei 2023 hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in hun standpunt gepersisteerd.
Bij de hierna door de rechtbank te maken belangenafweging slaat deze door in het voordeel van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Wat de doorslag geeft is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] vanaf zijn jeugd betrokken is geweest bij het uitoefenen van het landbouwbedrijf, eerst aan de zijde van zijn vader en vervolgens, toen deze was overleden, alleen, zulks ter ondersteuning van het uitbaten van de eenmanszaak door zijn moeder. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] heeft er, zo heeft hij de rechtbank ter zitting weten te overtuigen, zijn hele leven op ingericht. En ook nu nog draagt hij zorg voor de landbouwgrond, mede om te voorkomen dat deze schade oploopt. De rechtbank verwijst in dit kader naar de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bij akte overgelegde producties 30 tot en met 32. Tevens dient in aanmerking te worden genomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] het bedrijf van vader en moeder wenst voort te zetten, in welk verband het van belang is dat, om in aanmerking te komen voor de BOF/BOR (bedrijfsopvolgingsregeling/bedrijfsopvolgingsfaciliteit), alle landbouwgronden worden toegedeeld aan degene die het agrarisch bedrijf voortzet. Dat deze voortzetting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] er enkel was gericht op de verkrijging van de gronden en enkel een financieel gedreven beslissing [is] om de erfbelasting te ontlopen (CvA in reconventie, randnr. 24), zoals [eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen, maakt dat niet anders, wat er van die blote stelling verder ook zij.
Voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] geldt min of meer hetzelfde. Zij heeft, zo is aannemelijk geworden, na het overlijden van vader de bedrijfsadministratie gedaan voor haar moeder en is dat, voor zover mogelijk, ook nog na haar overlijden blijven doen. Dat geldt ook voor het onderhoud van de woning, zoals het poetsen van het huis en het bijhouden van de bloemen- en groentetuin. Daarbij komt dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van den beginne af aan te kennen hebben gegeven de boerderij te willen overnemen.
Tegenover deze langdurige, professionele en nog steeds actuele betrokkenheid van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bij de boerderij, hun actieve rol in de bedrijfsvoering en de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] genomen verantwoordelijkheid in deze, hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onvoldoende gesteld. Uiteraard is hun wens als erfgenamen om de boerderij aan hen toebedeeld te zien in beginsel even legitiem als die van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en dient aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te worden toegegeven dat hun belang ook een substantieel gewicht heeft, maar zowel in de dagvaarding als ter zitting hebben zij vooral uiting gegeven aan hun wens om de boerderij te verwerven door te stellen wat hun toekomstplannen zijn met de boerderij, meer ‘op afstand’ derhalve dan in directe en actieve, actuele betrokkenheid, toekomstplannen die thans niet of moeilijk te toetsen of te beoordelen zijn. Echter, anders dan voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , voor wie de boerderij, het daarbij behorende bedrijf en de daarmee gemoeide werkzaamheden en andere beslommeringen deel van hun leven is en is geweest, zodat deze als van bijzondere waarde voor hen moet worden gekwalificeerd, zou er voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in dat opzicht niet veel veranderen indien zij de boerderij niet krijgen.
In het licht van dit alles is de rechtbank van oordeel dat de boerderij aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zal worden toegedeeld.
De vervolgens te beantwoorden vraag is tegen welke waarde de boerderij aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dient te worden toegedeeld, zodat de alsdan op hen rustende verplichting tot vergoeding wegens overbedeling aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] kan worden bepaald. Daartoe het volgende.
De samenstelling en omvang van de nalatenschap worden bepaald op de sterfdatum van de erflater, voor de waardering wordt in beginsel de datum van verdeling aangehouden. In aanmerking genomen dat de schommelingen in de prijzen van onroerend goed vanaf 2020 tot heden min of meer beperkt zijn gebleven – in 2022 hebben de prijzen een piek bereikt om vervolgens weer te dalen welke daling eind 2023 ten einde is gekomen – en het onwenselijk is dat partijen nog langer moeten wachten op een eindvonnis in deze zaak – benoeming bij tussenvonnis van een deskundige om de boerderij andermaal te taxeren zou de afdoening van deze zaak verder vertragen – zal de rechtbank voor de waardering van de boerderij aansluiting zoeken bij de (laatste) taxatie van [naam rentmeester] van 9 oktober 2020 (per 25 september 2020), waarin de boerderij is getaxeerd op een marktwaarde van € 945.000,00.
Gezien het voorgaande dienen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] wegens overbedeling een vergoeding aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van ieder [€ 945.000,00 / 4 =] € 236.250,00 te betalen.
Voor het overige
De overige activa van de eenmanszaak overeenkomstig de liquidatiebalans per [overlijdensdatum 2] 2018 (productie 7, dgv) – meer in het bijzonder de betalingsrechten (subsidies) en de liquide middelen – zijn geen onderwerp van het tussen partijen gevoerde debat geweest, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat hierover overeenstemming is tussen partijen en zij hierop niet meer behoeft te beslissen.
De rechtbank houdt het ervoor dat zulks evenzeer het geval is met de activa, genoemd in het staatje in randnummer 3.5, p. 10 van de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, onder 2 t/m 8; ook deze goederen zullen in de verdeling worden betrokken, voor zover dat nog niet is gebeurd, derhalve ook de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] te betalen gebruiksvergoeding voor het gebruik van de zolder en een deel van de stal ad € 187,50 per maand zolang dit gebruik voortduurt, zoals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder 5 van het petitum in reconventie hebben gevorderd. Die vordering is weliswaar betwist door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , maar die betwisting is onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd, zodat de rechtbank hieraan voorbijgaat.
De rechtbank begrijpt tevens dat partijen het eens zijn over een aantal schulden en dat deze reeds voldaan zijn, zoals (bijvoorbeeld) de begrafeniskosten en de lopende kosten van de boerderij. Deze zal de rechtbank dan ook niet verder bespreken.
Anders is het gesteld met de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] alsmede de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gestelde ‘voorgeschoten kosten’, waarvan partijen hebben gesteld dat deze ten laste van de nalatenschap dienen te worden gebracht en dat een/vierde van de ten laste van de nalatenschap te brengen kosten aan ieder van de erfgenamen moet worden toegerekend, in die zin dat dit deel in mindering strekt op hun aandeel in de nalatenschap. Daartoe het volgende.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben gesteld dat de door hen voorgeschoten kosten voor door hen tot en met 2019 verrichte werkzaamheden al zijn vergoed, zodat hierover niet meer hoeft te worden beslist.
Tegen de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gestelde kosten voor werkzaamheden in 2020 en 2021 hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aangevoerd dat
“Indien en voor zover aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] vergoedingen toekomen, zo komen deze ook toe aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] voor wat betreft de door hun verrichte inspanningen. Immers: “Gelijke monniken, gelijke kappen”.” (randnr. 36, dgv).
Met andere woorden, zo leidt de rechtbank hieruit af, alleen als de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geclaimde kosten worden erkend en zullen worden vergoed, worden de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] opgevoerde kosten voor werkzaamheden in 2020 en 2021 door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] erkend. Nu de rechtbank zulks niet kan kwalificeren als een inhoudelijk gemotiveerde betwisting en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op hun beurt in de gelegenheid zullen worden gesteld om de door hen gestelde voorgeschoten kosten te stellen en te onderbouwen, dienen deze kosten in de verdeling te worden betrokken, waaronder ook de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] in 2021 ontvangen opbrengsten, zijnde:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] |
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] |
|
2020 |
€ 6.476,36 |
€ 503,04 |
2021* |
€ 16.320,88 |
€ 775,65 |
*In 2021 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] een bedrag van € 16.704,23 aan opbrengsten ontvangen
Voor zover reeds kosten zijn vergoed – zo hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gesteld dat de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] in 2020 voorgeschoten bedrijfskosten reeds vergoed zijn – dient zulks in de verdeling te worden verdisconteerd.
Het voorgaande geldt mutatis mutandis voor de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in 2022 voorgeschoten kosten, zijnde:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] |
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] |
|
2022* |
€ 21.812,24 |
€ 1.188,51 |
*In 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] een bedrag van € 28.441,41 aan opbrengsten ontvangen
Het spreekt voor zich dat ook hier geldt dat de vermelde bedrijfsopbrengsten in de verdeling dienen te worden betrokken.
De rechtbank realiseert zich dat de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in 2023 en (deels) 2024 gemaakte kosten niet in de door hen ingestelde vorderingen zijn betrokken, mede door het – ook door de rechtbank ernstig betreurde – lange tijdsverloop die met het wijzen van het onderhavige vonnis gemoeid is geweest. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zullen, indien gewenst, in de gelegenheid worden gesteld deze bij akte te stellen en met bescheiden te onderbouwen.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben jegens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aanspraak gemaakt op vergoeding van door hen gemaakte kosten vanaf de dag van het overlijden van moeder ( [overlijdensdatum 2] 2018). Bij gebrek aan overzichtelijke en eenduidige informatie dienaangaande zal de rechtbank [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , indien gewenst, in de gelegenheid stellen die kosten bij akte te stellen en met bescheiden te onderbouwen.
De hiervoor bedoelde aktes die partijen, indien gewenst, zullen nemen (rov. 4.9.4 en 4.9.5) dienen een zakelijke en overzichtelijke opstelling te bevatten van de kosten, uitgesplitst per jaar, alsmede een korte aanduiding van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden, voorzien van een datum en zoveel mogelijk onderbouwd met stukken.
Van het nemen van de hiervoor bedoelde aktes, zo geeft de rechtbank partijen in overweging op de hierna in het dictum aangegeven wijze, kunnen partijen afzien, indien zij dienaangaande een regeling beproeven en een vaststellingsovereenkomst sluiten. Alsdan kan binnen twee weken na gezamenlijk verzoek van partijen (eind)vonnis worden gewezen. Het betreft immers relatief kleine posten in de algehele verdeling, ten aanzien waarvan de rechtbank de voorzichtige verwachting heeft dat partijen daar uit zouden moeten kunnen komen, zodat een definitieve verdeling bespoedigd zou worden. Indien partijen tóch een inhoudelijke akte wensen te nemen, krijgen zij hiervoor vier weken de tijd, waarna zij nog eens vier weken de tijd hebben om op elkaars aktes te reageren; alsdan zal de zaak weer voor (eind)vonnis komen, naar verwachting tien weken na de laatste akteronde.
Al het voorgaande brengt met zich dat aan het opstellen van een verklaring van erfrecht niets meer in de weg staat, zoals gevorderd door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zodat de nalatenschap (verder) kan worden afgewikkeld en de in dat kader noodzakelijke verrichtingen ten behoeve van onder andere de bank en de fiscus kunnen worden gedaan. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen bij eindvonnis dan ook tot medewerking hieraan worden veroordeeld, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per persoon per dag(deel) dat zij daarmee in gebreke zijn, met een maximum van € 25.000,00.
Al het overige gevorderde – niet betrekking hebbende op de ‘voorgeschoten kosten’ zoals besproken in de rechtsoverwegingen 4.9.4 en 4.9.5 – zal bij eindvonnis worden afgewezen. Dit geldt ook voor kwesties die niet expliciet in dit vonnis zijn besproken, zaken waaraan vooral bij conclusie van antwoord in reconventie een veelheid aan (ten opzichte van de dagvaarding doorgaans nieuwe) stellingen ten grondslag is gelegd zonder dat daar uitdrukkelijk juridische consequenties aan zijn verbonden.
Nu partijen bloedverwanten zijn, zullen de proceskosten bij eindvonnis worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
5De beslissing
De rechtbank
In conventie en in reconventie
stelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de gelegenheid om bij akte uit te werken de door
hen gestelde ‘voorgeschoten kosten’ vanaf de dag van het overlijden van moeder ( [overlijdensdatum 2] 2018), zoals de rechtbank heeft overwogen in rov. 4.9.5, zulks op de in rov.
geformuleerde voorwaarden;
stelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de gelegenheid om bij akte uit te werken de door
hen gestelde ‘voorgeschoten kosten’ in 2023 en (deels) 2024, zoals de rechtbank heeft overwogen in rov. 4.9.4, zulks op de in rov. 4.9.6 geformuleerde voorwaarden;
verwijst de zaak in beide gevallen (5.1 en 5.2) naar de rol van 17 april 2024, waarna partijen de gelegenheid krijgen om vier weken nadien op elkaars aktes te reageren bij antwoordakte;
of (in plaats van 5.1., 5.2 en 5.3)
stelt partijen in de gelegenheid om, indien zij tot een vaststellingsovereenkomst zijn gekomen met betrekking tot de ‘voorgeschoten kosten’ zoals bedoeld in rov. 4.9.4 en 4.9.5, bij brief of formulier, in te dienen bij de griffie van de rechtbank op voormelde roldatum of zoveel eerder als mogelijk is, gezamenlijk (eind)vonnis te verzoeken, te wijzen binnen twee weken na dagtekening van het gezamenlijk verzoek;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is in het openbaar uitgesproken door mr. TA.J.M. Provaas, rechter, op 20 maart 2024, in tegenwoordigheid van de griffier.
© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733