Rechtbank Limburg 20-03-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:1651

Datum publicatie12-04-2024
ZaaknummerC/03/312005 / HA ZA 22-541
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsMaastricht
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenPensioen
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Door de man opgebouwde pensioen valt onder de Wvps, maar de opbouw is te laag, waardoor jegens het uitvoeringsorgaan geen recht op uitbetaling bestaat. Evenmin ontstaat dan aanspraak voor vrouw zelf om dit 'kleine' pensioen te verdelen/verrekenen, nu pensioenrechten waarop de Wvps van toepassing is, niet in de huwelijksgoederengemeenschap (art. 1:94 lid 2 onder b BW) vallen. Bij een (te) kleine pensioenaanspraak dus geen recht op verrekening/verdeling.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/312005 / HA ZA 22-541

Vonnis van 20 maart 2024

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MOZAÏEK BEWINDVOERINGEN B.V.,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over alle goederen die (zullen) toebehoren aan [naam onderbewindgestelde 1] ,

gevestigd te Venlo,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. P.H.J. Nass,

tegen

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan
[naam onderbewindgestelde 2] ,

zaakdoende aan een geheim adres binnen de [vestigingsplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. M.W.M. van Doorn.

Partijen zullen hierna Mozaïek Bewindvoeringen en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1De procedure

1.1.

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

  • de rolbeslissing van 19 april 2023,

  • de conclusie van antwoord in reconventie,

  • de producties 6 t/m 11 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met akte wijziging eis in reconventie,

  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 januari 2023.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2De feiten

In conventie en reconventie

2.1.

[naam onderbewindgestelde 1] en [naam onderbewindgestelde 2] zijn op 12 juni 2006 met elkaar in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd.

2.2.

[naam onderbewindgestelde 2] heeft op 20 juli 2021 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend.

Bij beschikking van 7 juni 2022 van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, afdeling Familie en jeugd, is de echtscheiding uitgesproken. De beschikking is op

20 juli 2022 ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand.

2.3.

Aegon heeft in een brief van 14 november 2022 aan [naam onderbewindgestelde 1] het volgende medegedeeld (productie 5 bij dagvaarding):

Volgens de Basisregistratie Personen (BRP) bent u op 20 juli 2022 gescheiden (…). Dit heeft mogelijk gevolgen voor het pensioenkapitaal dat uw ex-partner, de heer
[naam onderbewindgestelde 2] , bij Aegon Levensverzekering N.V. heeft opgebouwd. In deze brief wordt u nader geïnformeerd. (…)

Hoe wordt het pensioen verder verdeeld?

Het pensioenkapitaal is bestemd voor de aankoop van ouderdomspensioen op de pensioendatum. U heeft volgens de wet recht op de helft van het pensioenkapitaal (de zogenaamde standaardverdeling) dat tijdens uw huwelijk is opgebouwd.

Omdat met het verevend pensioenkapitaal minder dan de wettelijke afkoopgrens van

€ 520,35 aan jaarlijkse pensioenuitkering kan worden aangekocht, verdelen wij het pensioenkapitaal niet. Dit staat in de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’.

3Het geschil

in conventie
3.1.

Mozaïek Bewindvoeringen vordert, na intrekking van de overige vorderingen tijdens de mondelinge behandeling, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [naam onderbewindgestelde 2] veroordeelt tot betaling aan [naam onderbewindgestelde 1] van de helft van het door hem tijdens de huwelijkse periode opgebouwde pensioen.

3.2.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.4.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert, na intrekking van de overige vorderingen tijdens de mondelinge behandeling, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt dat het door [naam onderbewindgestelde 2] bij Aegon opgebouwde pensioenkapitaal tijdens de huwelijkse periode dat onder de wettelijke afkoopgrens ligt, zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps) , niet met [naam onderbewindgestelde 1] behoeft te worden verevend/verdeeld.

3.5.

Mozaïek Bewindvoeringen voert verweer.

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4De beoordeling

In conventie en reconventie

Kern geschil

4.1.

Tussen partijen is in geschil of het door [naam onderbewindgestelde 2] bij Aegon tijdens de huwelijkse periode opgebouwde pensioenkapitaal met [naam onderbewindgestelde 1] moet worden verevend/verdeeld. Zij zijn het er over eens dat de hoogte van dit pensioen onder de wettelijke afkoopgrens ligt zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 Wvps.

Standpunten partijen

4.2.

Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hoeft [naam onderbewindgestelde 2] gelet op artikel 3 lid 3 van de Wvps niet de helft van de waarde van het pensioen uit te keren aan [naam onderbewindgestelde 1] .

4.3.

Mozaïek Bewindvoeringen meent dat het feit dat het pensioen onder de afkoopgrens van de Wvps ligt, niet automatisch betekent dat een vorderingsrecht van [naam onderbewindgestelde 1] uit hoofde van pensioenverdeling teniet is gegaan.

Oordeel rechtbank

4.4.

De rechtbank stelt het volgende voorop:

 de Wvps is van toepassing indien de echtscheiding heeft plaatsgevonden op of na
1 mei 1995. Aan die voorwaarde is voldaan, want partijen zijn in 2022 1 gescheiden;

 de pensioenrechten die [naam onderbewindgestelde 2] heeft opgebouwd bij Aegon zijn aan te merken als ouderdomspensioen als bedoeld in de zin van artikel 1 lid 1 onder d van de Wvps;

 pensioenrechten waarop de Wvps van toepassing is, vallen niet in de huwelijksgoederengemeenschap (art. 1:94 lid 2 onder b BW) . Bij de ontbinding van die gemeenschap door echtscheiding wordt de waarde van die rechten dus niet verdeeld of verrekend.

4.5.

Als de Wvps van toepassing is op pensioenrechten is er in beginsel een recht op pensioenverevening jegens het uitvoeringsorgaan (pensioenfonds of pensioenverzekeraar). Dat recht is er niet in geval van kleine pensioenen. Artikel 3 lid 3 van de Wvps bepaalt namelijk dat een pensioen niet wordt verevend, indien op het tijdstip van scheiding het deel van dat pensioen, waarop recht op uitbetaling ontstaat, het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet genoemde bedrag niet te boven gaat.

4.6.

Op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking (20 juli 2022) bedroeg het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet genoemde bedrag € 520,35 per jaar. Nu het recht op uitbetaling blijkens de opgave van Aegon 2 minder dan € 520,35 bedraagt, is het bedrag te laag voor verevening.

4.7.

Het voorgaande betekent dat de vordering in conventie wordt afgewezen.

4.8.

De vordering in reconventie wordt toegewezen, behoudens voor zover gevorderd is om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit deel van de vordering wordt afgewezen, omdat de beslissing die wordt uitgesproken niet te executeren is.

Proceskosten

4.9.

Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling van 3 januari 2024 een regeling getroffen voor de rest van hun oorspronkelijke geschil. Onderdeel van deze regeling is dat ieder partij de eigen proceskosten zal dragen. De rechtbank zal dit dan ook verstaan in de beslissing.

5De beslissing

De rechtbank

In conventie

5.1.

wijst de vordering af,

In reconventie

5.2.

bepaalt dat het door [naam onderbewindgestelde 2] bij Aegon opgebouwde pensioenkapitaal tijdens de huwelijkse periode dat onder de wettelijke afkoopgrens ligt, zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 Wvps, niet met [naam onderbewindgestelde 1] behoeft te worden verevend/verdeeld,

5.3.

wijst af het meer of anders gevorderde,

In conventie en in reconventie

5.4.

verstaat dat partijen zijn overeengekomen dat ieder de eigen proceskosten zal dragen.

Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op

20 maart 2024. 3

1

Zie rov. 2.2.

2

Zie rov. 2.3.

3

type: AP



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733