Rechtbank Midden-Nederland 22-04-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2400

Datum publicatie01-05-2024
ZaaknummerC/16/570048 / FO RK 24-169
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsUtrecht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenOverig; Gender / LHBT
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Wijziging geslacht in geboorteakte naar X. In beginsel aan wetgever om met wetgeving te komen, want die is er nu niet. Sprake van onderscheid naar geslacht, dat in strijd is met internationale verdragen, want onderscheid is niet objectief, kan redelijkerwijs niet worden gerechtvaardigd en is daarom ongeoorloofd. Ontbreken deskundigenverklaring: geslachtsbeleving is echter niet te objectiveren en in wetsvoorstel (Transgenderwet) wordt voorgesteld om verplichte deskundigenverklaring af te schaffen. Geen lichtzinnig verzoek.

Volledige uitspraak


RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummer: C/16/570048 / FO RK 24-169

wijziging geslacht, wijziging voornaam

Beschikking van 22 april 2024

in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: [verzoeker] ,

advocaat mr. K.S.M. Smienk,

met als belanghebbende

DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,

van de gemeente [gemeente] ,

hierna te noemen: de ABS.

1De procedure

1.1.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het verzoekschrift, met bijlagen, ingediend op 2 februari 2024;

  • het e-mailbericht van 28 februari 2024 van de ABS.

1.2.

Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 9 april 2024. Daarbij waren aanwezig:

  • [verzoeker] en diens advocaat;

  • [echtgenote] , de echtgenote van [verzoeker] .

2Waar de procedure over gaat

2.1.

[verzoeker] is geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] .

2.2.

Van de geboorte van [verzoeker] is op [datum] 1995 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer] van het jaar 1995.

2.3.

Op de geboorteakte staat als geslacht van [verzoeker] vermeld: mannelijk.

2.4.

[verzoeker] heeft de Nederlandse nationaliteit.

2.5.

[verzoeker] verzoekt de rechtbank (samengevat):

I. de geboorteakte van [verzoeker] te verbeteren, in die zin dat bij geslacht wordt vermeld ‘X’,

II. de voornaam van [verzoeker] te wijzigen in ‘ [voornaam] ’.

2.6.

De ABS heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3De beoordeling

Conclusie

3.1.

De rechtbank zal opdracht geven aan de ABS om de geboorteakte van [verzoeker] te verbeteren, in die zin dat bij geslacht wordt vermeld ‘X’. Daarnaast zal de rechtbank opdracht geven aan de ABS om de voornaam van [verzoeker] te wijzigen in ‘ [voornaam] ’. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.

Wijziging geslacht op de geboorteakte

3.2.

De rechtbank zal opdracht geven aan de ABS om de geboorteakte van [verzoeker] te verbeteren, in die zin dat bij geslacht wordt vermeld ‘X’. De rechtbank zal dit hierna toelichten.

Het juridisch kader

3.3.

De rechtbank stelt vast dat er op dit moment geen wettelijke grondslag bestaat voor het verzoek om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen en daarbij een non-binaire geslachtsidentiteit op te nemen in de geboorteakte in de vorm van een ‘X’.

Wel is er een wetsvoorstel aanhangig dat ziet op de wijziging van de vermelding van het vrouwelijke of mannelijke geslacht in de geboorteakte. 1 Hierin wordt onder meer voorgesteld om de voorwaarde van een deskundigenverklaring te laten vervallen.

3.4.

De rechtbank overweegt dat het in beginsel aan de wetgever is om een voorziening te treffen die het mogelijk maakt om een non-binaire geslachtsidentiteit op te nemen in de geboorteakte. Hoewel er wel initiatief toe is genomen, is er op dit moment nog geen wetgevingsproces in gang gezet. Het is nog onduidelijk op welke termijn de inwerkingtreding van wetgeving over een neutrale geslachtsregistratie wel kan worden verwacht. De rechtbank overweegt dat zolang er geen wetgeving is, elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval moet worden beslist, zoals de Hoge Raad heeft geoordeeld in zijn uitspraak van 4 maart 2022. 2

3.5.

De rechtbank is van oordeel dat het ontbreken van een wettelijke regeling om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen naar een non-binaire variant, betekent dat non-binaire personen niet de mogelijkheid hebben om zelf te beschikken over de registratie van hun geslacht. Dit is anders dan bij personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren. Voor hen geldt namelijk dat er wel een wettelijke regeling bestaat om het geslacht te wijzigen van man naar vrouw, of van vrouw naar man. 3

Dit levert naar het oordeel van de rechtbank een onderscheid op naar geslacht, zoals bedoeld in artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en artikel 1 lid 2 van het Protocol nummer 12 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) , dat niet objectief en redelijkerwijs kan worden gerechtvaardigd en om die reden ongeoorloofd is. 4

3.6.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek op dezelfde manier moet worden benaderd als is omschreven in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor mensen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren.

Deskundigenverklaring

3.7.

[verzoeker] heeft geen deskundigenverklaring overgelegd, zoals dit in de wet is voorgeschreven voor transgenderpersonen en voor personen waarvan het geslacht niet kan worden vastgesteld. 5

3.8.

De rechtbank is van oordeel dat de beleving van het geslacht geen objectief gegeven is dat door een deskundige kan worden vastgesteld. Dit wordt ook erkend in maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder in de rechtspraak en in het hiervoor genoemde wetsvoorstel. 6 In het aanhangige wetsvoorstel wordt immers voorgesteld om de verplichte deskundigenverklaring af te schaffen. Tegelijkertijd wordt nagedacht over een vorm van regulering waarbij wordt gewaakt voor een te lichtzinnig genomen besluit om over te gaan tot een wijziging van registratie van het geslacht. De rechtbank zal zich hierbij aansluiten en beoordelen of in deze situatie, waarin [verzoeker] geen deskundigenverklaring heeft overgelegd, kan worden vastgesteld dat het besluit duurzaam is en niet lichtzinnig is genomen.

3.9.

Op basis van de overgelegde stukken en de verklaring van [verzoeker] tijdens de zitting, stelt de rechtbank vast dat bij [verzoeker] sprake is van een doorleefde overtuiging noch tot het mannelijke, noch tot het vrouwelijke geslacht te behoren.

Deze overtuiging bestaat al geruime tijd en wordt door [verzoeker] uitgedragen in contacten met derden. Ook heeft de rechtbank vastgesteld dat [verzoeker] goed heeft nagedacht over de impact van het verzoek om een neutrale geslachtsregistratie. De rechtbank vindt het overleggen van een deskundigenverklaring dan ook niet nodig.

Het verzoek van [verzoeker]

3.10.

De rechtbank vindt dat [verzoeker] voldoende heeft onderbouwd dat de vermelding van het mannelijke geslacht op de geboorteakte van [verzoeker] (en daarmee ook diens paspoort) niet in overeenstemming is met de innerlijke genderbeleving van [verzoeker] .

[verzoeker] heeft verklaard dat die zich geen man of vrouw voelt en zich sinds 2016 identificeert als non-binair (genderqueer). Sinds 2020 gebruikt [verzoeker] de voornaam ‘ [voornaam] ’. [verzoeker] staat al meer dan een jaar op de wachtlijst voor de [wachtlijst] van het [ziekenhuis]

[verzoeker] wordt vaak geconfronteerd met diens officiële gegevens, omdat [verzoeker] veel reist voor diens werk. Dit is confronterend voor [verzoeker] , omdat de vermelding van het mannelijke geslacht op het paspoort niet aansluit bij diens innerlijke genderbeleving. Ook ontstaat er regelmatig verwarring over declaraties, omdat de gegevens op het vliegticket niet overeenkomen met de gegevens in de correspondentie.

Een wijziging van de vermelding van het geslacht op de geboorteakte (en daarmee ook diens paspoort) naar ‘X’ zou voor [verzoeker] veel rust opleveren.

3.11.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende gebleken is dat [verzoeker] goed heeft nagedacht over de beslissing om een wijziging te vragen van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte en dat [verzoeker] een duurzame overtuiging heeft over diens genderidentiteit. [verzoeker] identificeert zich niet als man of vrouw en heeft er daarom belang bij dat diens geboorteakte wordt aangepast en daarmee in overeenstemming wordt gebracht. De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen en de ABS gelasten om aan de geboorteakte van [verzoeker] een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht zal zijn ‘X’.

Gevolgen van de wijziging van het geslacht

3.12.

De wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte heeft gevolgen vanaf de dag waarop de ABS een latere vermelding van wijziging van het geslacht toevoegt aan de geboorteakte.

De wijziging van de vermelding van het geslacht heeft geen invloed op de bestaande familierechtelijke betrekkingen en de daaruit voortvloeiende rechten, bevoegdheden en verplichtingen. 7

Voornaamswijziging

3.13.

De rechtbank zal opdracht geven aan de ABS om de voornaam van [verzoeker] te wijzigen in ‘ [voornaam] ’. [verzoeker] heeft namelijk duidelijk gemaakt dat die een zwaarwegend belang heeft bij de voornaamswijziging. Daarnaast is de gevraagde voornaam niet ongepast en geen geslachtsnaam. 8

Uitvoerbaarheid bij voorraad

3.14.

Voor zover er is verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zal de rechtbank dit afwijzen. De ABS kan de geboorteakte namelijk pas aanpassen (door een latere vermelding bij de geboorteakte op te maken) wanneer de beslissing onherroepelijk is.

4De beslissing

De rechtbank:

4.1.

gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] om aan de geboorteakte met nummer [nummer] van het jaar 1995 de latere vermelding toe te voegen van de wijziging van:

  • het geslacht, in die zin dat het geslacht zal zijn: ‘X’,

  • de voornaam in: ‘ [voornaam] ’,

4.2.

wijst het meer of anders verzochte af.

Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. A.C. van den Boogaard, rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 april 2024.

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!

1

Wetsvoorstel nummer 35825

2

Hoge Raad 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336

3

Zoals neergelegd in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW

4

Gerechtshof Amsterdam 23 mei 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1266

5

Artikelen 1:28a BW en 1:19d lid 2 BW

6

Wetsvoorstel nummer 35825

7

Artikel 1:28c BW

8

Artikel 1:4 lid 4 jo. lid 2 BW



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733