Rechtbank Rotterdam 12-01-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:4201

Datum publicatie14-05-2024
Zaaknummer10790603 VC VERZ 23-816
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRotterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenErfrecht; Ouderlijke boedelverdeling
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Erflater heeft drie kinderen achtergelaten waarvan twee minderjarig en heeft bij testament ouderlijke boedelverdeling gemaakt. Langstlevende partner verzoekt kantonrechter om een machtiging om de rente over de vorderingen van de minderjarigen te wijzigen van 6% naar 0%, gelet op de levensverwachting van nog 36 jaar van verzoekster. Door rente zullen de vorderingen zo groot worden dat nalatenschap van verzoekster waarschijnlijk negatief zal zijn. Een negatieve nalatenschap van hun moeder is voor de kinderen niet wenselijk.

Volledige uitspraak


RECHTBANK ROTTERDAM

Team kanton

Locatie: Dordrecht

zaaknummer: 10790603 VC VERZ 23-816

beschikking van 12 januari 2024,

in de zaak van:

[naam 1] ,
woonplaats: [woonplaats] ,

ouder van de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2012;
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 2006;

verzoekster,
gemachtigde: [naam 2] , ArkelStad Notarissen.

1De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

  • het verzoekschrift, ontvangen 10 november 2023, met bijlagen;

  • de brief van mr. Van den Bergh van 21 november 2023.

2De feiten en het verzoek

2.1.

Op [datum] is overleden de echtgenoot van verzoekster, [erflater]

(hierna: erflater). De laatste woonplaats van erflater is [plaatsnaam] . Erflater heeft drie kinderen achtergelaten: [naam 3] , [minderjarige 2] en [minderjarige 1] . Van de drie kinderen zijn [minderjarige 2] en [minderjarige 1] nog minderjarig.

2.2.

Erflater heeft op 6 april 2001 een testament gemaakt en daarbij verzoekster en zijn

kinderen tot erfgenamen benoemd. Bij het testament is een ouderlijke boedelverdeling gemaakt. Op grond daarvan zijn alle goederen van de nalatenschap toebedeeld aan verzoekster. De drie kinderen hebben ten aanzien van hun erfdeel (één/vierde gedeelte van de nalatenschap) een vordering op verzoekster. Over de erfdelen is verzoekster een rente verschuldigd overeenkomstig het percentage gelijk aan dat wat bepaald is in artikel 21 lid 8 Successiewet 1956 of een daarvoor in de plaats getreden regeling (6% per jaar).

Volgens opgave is het erfdeel van ieder van de (minderjarige) kinderen € 66.567,12. Bij de berekening van de nalatenschap is een renteloze vordering opgenomen van erflater op zijn moeder uit hoofde van het erfdeel in de nalatenschap van zijn vader [naam 4] . De vordering van erflater op zijn moeder bedraagt € 69.593,28. Dit erfdeel kan waarschijnlijk niet worden uitgekeerd omdat erflaters moeder flink op haar vermogen is ingeteerd. Wanneer de Belastingdienst instemt met de afwaardering van het grootvaderlijk erfdeel als oninbare vordering tot nihil, bedraagt het erfdeel van ieder van de kinderen € 57.867,96.

2.3.

Verzoekster, in haar hoedanigheid van ouder, vraagt om machtiging te verlenen om

namens de minderjarigen goedkeuring te verlenen om de rente over de vorderingen van de minderjarigen te wijzigen van 6% naar 0%.

3Beoordeling van het verzoek

3.1.

De redenen voor het verzoek zijn de volgende:

-Verzoekster is geboren in [jaartal] en heeft op dit moment volgens het CBS nog een

levensverwachting van 36 jaar. Wanneer de vorderingen van de kinderen gedurende 36 jaar worden opgerent met 6% moeten de vorderingen ten tijde van het overlijden van verzoekster op haar statistisch overlijdensdatum met 216% worden opgerent. Door deze rente zullen de vorderingen zo groot worden dat de nalatenschap van verzoekster waarschijnlijk negatief zal zijn. Een negatieve nalatenschap van hun moeder is voor de kinderen niet wenselijk.

-In het geval verzoekster een nieuwe relatie zal zaangaan, kan bij haar overlijden zeer waarschijnlijk niet aan haar verzorgingsplicht ten aanzien van haar eventuele nieuwe partner worden voldaan.

-Wanneer de rente van 6% blijft gehandhaafd, is door de kinderen ongeveer € 5.000,- aan erfbelasting verschuldigd, terwijl bij een rente van 0% geen erfbelasting verschuldigd is. De erfbelasting moet door verzoekster worden voorgeschoten in mindering op de erfdelen van de kinderen.

Gelet hierop wordt geoordeeld dat inwilliging van het verzoek in het belang van de minderjarigen kan worden geacht.

Beslissing

De kantonrechter:

verleent de gevraagde machtiging.

Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733