Rechtbank Rotterdam 12-04-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:4115

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

• het verzoekschrift, ontvangen op 22 december 2023, met bijlage;

• het e-mailbericht van verzoeker van 30 januari 2024;

• de e-mailberichten van verweerders van 16, 17 en 18 maart 2024;

• de e-mailberichten van verzoeker van 20 en 26 maart 2024;

• het e-mailbericht van verweerder sub 3 van 4 april 2024.

De kantonrechter heeft verweerders bij brieven van 14 maart 2023 gevraagd of zij akkoord gaan met het toekennen van loon aan verzoeker. Verweerders hebben vervolgens bij e-mailberichten van 16, 17 en 18 maart 2024 de kantonrechter laten weten hier niet mee akkoord te gaan.

De kantonrechter heeft vervolgens bij brief van 22 maart 2024 aan verzoeker gevraagd of hij afziet van een mondelinge behandeling. Verzoeker heeft bij e-mailbericht van 26 maart 2024 hierop gereageerd. De kantonrechter begrijpt uit deze reactie dat verzoeker afziet van een mondelinge behandeling, zodat zonder mondelinge behandeling uitspraak wordt gedaan.

Op 8 november 2023 is in [plaats] overleden de heer [naam overledene] , geboren op [geboortedatum] 1946 in [geboorteplaats] (hierna: de overledene). De laatste woonplaats van de overledene was Alblasserdam. De overledene heeft bij testament van 27 september 2022 over zijn nalatenschap beschikt. Hij heeft hierin verweerders tot zijn erfgenamen benoemd. Daarnaast heeft hij een medewerker van NeBek B.V. tot executeur benoemd. Verzoeker, werkzaam bij NeBek B.V., heeft deze benoeming aanvaard. In het testament is opgenomen dat de executeur geen recht heeft op loon en dat de door hem gemaakte onkosten direct uit de nalatenschap aan hem worden voldaan.

Verzoeker vraagt om de in het testament van de overledene opgenomen beloningsregeling te wijzigen omdat de notaris die het testament destijds opstelde abusievelijk is vergeten de te benoemen executeur een loon toe te kennen en aan verzoeker voor zijn executeurswerkzaamheden een loon toe te kennen volgens de door NeBek B.V. gehanteerde tarieven. Verzoeker heeft bij emailberichten van 20 en 26 maart 2024 zijn verzoek aangevuld en subsidiair verzocht om hem te ontslaan als executeur.

De kantonrechter zal het verzoek om aan verzoeker loon toe te kennen voor zijn werkzaamheden als executeur afwijzen. In het testament is opgenomen dat verzoeker geen recht heeft op loon (artikel 4:144 lid 2 BW) . Daarnaast is er geen sprake van onvoorziene omstandigheden (artikel 4:144 lid 3 in samenhang gelezen met artikel 4:159 lid 3 BW) . De overledene heeft in zijn testament immers bewust een professional tot executeur benoemd. Verzoeker onderbouwt onvoldoende dat de notaris is vergeten om aan de professionele executeur loon toe te kennen, want in het testament is nu juist expliciet bepaald dat de executeur geen recht heeft op loon. Dat het ongebruikelijk is om een professionele executeur geen loon toe te kennen, maakt niet dat sprake is van een vergeten of van een onvoorziene omstandigheid. Ook anderszins is daarvan niet gebleken. Verzoeker had de keuze om de benoeming niet te aanvaarden of om te wachten met het verrichten van werkzaamheden totdat op dit verzoek is beslist. Nu verweerders desgevraagd ook niet akkoord gaan met het toekennen van de verzochte beloning aan verzoeker, is er geen grond om aan verzoeker een beloning toe te kennen voor zijn executeurswerkzaamheden.

Verzoeker verzoekt subsidiair, voor het geval hij geen recht heeft op loon, om hem te ontslaan als executeur in de nalatenschap van de overledene. De kantonrechter zal dit verzoek toewijzen (artikel 4:149 lid 1 sub f en lid 2 BW) . Overigens volgt uit de reacties van verweerders van 16, 17 en 18 maart 2024 dat zij hiertegen geen bezwaar hebben. Omdat verweerders in hun e-mailbericht van 18 maart 2024 verklaren dat zij zelf de taak (het beheer van de nalatenschap van de overledene) van verzoeker over willen nemen en het testament niet voorziet in het benoemen van een nieuwe executeur (artikel 4:142 lid 1 BW) , benoemt de kantonrechter geen nieuwe executeur. Dit betekent dat het aan verweerders is om samen de nalatenschap van de overledene af te wikkelen.

Ten overvloede wijst de kantonrechter verzoeker erop dat hij ook na zijn ontslag verplicht blijft te doen wat niet zonder nadeel voor de afwikkeling van de nalatenschap kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de nalatenschap bevoegd is dit heeft aanvaard (artikel 4:149 lid 3 BW) . Ook wijst de kantonrechter verzoeker erop dat hij verplicht is aan degene die na hem tot het beheer bevoegd is, rekening en verantwoording af te leggen (artikel 4:151 BW) .

In de aard en uitkomst van de procedure ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

ontslaat [verzoeker] , medewerker van NeBek B.V., als executeur in de nalatenschap van de heer [naam overledene] ;

bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;

wijst af het meer of anders verzochte.