Rechtbank Midden-Nederland 05-06-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:3565

Datum publicatie24-06-2024
ZaaknummerC/16/575030 / KG ZA 24-229
ProcedureKort geding
ZittingsplaatsUtrecht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht; Internationale aspecten bij alimentatie;
Alimentatie;
Familieprocesrecht; Informatie / exhibitieplicht (843a Rv); Proceskosten
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Vader start procedure tegen dochter om haar financiële gegevens te krijgen ogv Art. 843a Rv. NL-rechter is bevoegd om over geschil te beslissen, ook al is info voor mogelijke hoger beroep procedure in Marokko over alimentatie 1. Vader heeft inhoudelijk een rechtmatig belang bij haar financiële gegevens. Om in Marokko verder te kunnen procederen over alimentatie, moet hij deze hebben. Dwangsom en proceskostenveroordeling.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

Locatie Utrecht

Zaaknummer / rolnummer: C/16/575030 / KG ZA 24-229

Vonnis in kort geding van 5 juni 2024

in de zaak van

[eiser] ,

wonende in [woonplaats] ,

eiser,

hierna: de man,

advocaat mr. M. Cortet,

tegen

[gedaagde] ,

wonende in [woonplaats] ,

gedaagde,

hierna: [gedaagde (voornaam)] ,

advocaat mr. M. Amrani.

1De procedure

1.1.

De voorzieningenrechter heeft de volgende stukken ontvangen:

  • de dagvaarding van 14 mei 2024, met producties 1 tot en met 5;

  • de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2, ontvangen op 21 mei 2024;

  • de brief van de man van 21 mei 2024, met producties 6 tot en met 8;

  • het bericht met bijlage van [gedaagde (voornaam)] van 21 mei 2024;

  • productie 3 van [gedaagde (voornaam)] , ontvangen op 21 mei 2024.

1.2.

De mondelinge behandeling (zitting) vond plaats op 22 mei 2024. Daarbij waren aanwezig:

  • de man met advocaten mr. M. Cortet en mr. A. el Aqde:

  • [gedaagde (voornaam)] met haar advocaat;

  • de heer A. Ben Ali, tolk voor de man.

Op de zitting heeft de advocaat van [gedaagde (voornaam)] een pleitnota overgelegd en voorgedragen.

1.3.

Vervolgens is vonnis bepaald.

2De voorgeschiedenis

2.1.

De man is de vader van [gedaagde (voornaam)] , geboren op [1996] .

2.2.

De ouders van [gedaagde (voornaam)] zijn gescheiden. Bij beschikking van [2015] is de echtscheiding tussen hen uitgesproken en die beschikking is op [2016] ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

2.3.

[gedaagde (voornaam)] heeft in januari 2024 bij de rechtbank in [plaats] een verzoekschrift ingediend, waarbij zij verzocht te bepalen dat de man met ingang van 30 december 2015 een bedrag van 4.000 dirham per maand aan alimentatie aan haar moet betalen, en met ingang van 30 december 2015 een bedrag van 2.000 dirham per maand als vergoeding voor haar huisvestingskosten, en daarnaast een bedrag van 15.000 dirham per jaar als toeslag voor de religieuze vieringen.

2.4.

Op 8 april 2024 heeft de rechtbank in [plaats] beslist dat de man 600 dirham per maand aan alimentatie aan [gedaagde (voornaam)] moet betalen, met ingang van 30 december 2015, tot de verplichting voor hem wettelijk vervalt of de beschikking verandert. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

3Het geschil

3.1.

De man vordert dat de voorzieningenrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  • [gedaagde (voornaam)] veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan hem afschriften te verstrekken van stukken waaruit blijkt welke bedragen zij heeft ontvangen aan inkomsten uit loondienst, studiefinanciering, inkomsten uit (bijstands)uitkering, zorgtoeslag en andere toeslagen in de periode van december 2015 tot en met mei 2024, meer specifiek de aangifte inkomstenbelasting 2015 tot en met 2023, de jaaropgaven 2023 (de voorzieningenrechter begrijpt: 2015) tot en met 2023, de inkomensverklaringen 2015 tot en met 2023, de definitieve beschikkingen toeslagen van de Belastingdienst 2015 tot en met 2023 en de salarisspecificaties en/of uitkeringsspecificaties vanaf januari 2024, of schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat zij (een of meer van) deze inkomsten in voornoemde periode niet heeft ontvangen, op straffe van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde (voornaam)] hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;

  • [gedaagde (voornaam)] veroordeelt in de kosten van deze procedure.

3.2.

[gedaagde (voornaam)] wil dat de man niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vorderingen, dan wel dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van zijn vorderingen, dan wel dat zijn vorderingen worden afgewezen, althans een zodanige beslissing neemt als de voorzieningenrechter juist acht. Zij vraagt de man te veroordelen in de kosten van deze procedure.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4De beoordeling

Beslissing

4.1.

De voorzieningenrechter zal de vorderingen van de man toewijzen. Dat betekent dat de vorderingen van [gedaagde (voornaam)] worden afgewezen. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.

Bevoegdheid

4.2.

[gedaagde (voornaam)] stelt allereerst dat de voorzieningenrechter niet bevoegd is te oordelen over de vordering van de man, omdat de man de bedoeling heeft de gevraagde informatie te gebruiken in een procedure in Marokko. Dat maakt naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter niet dat de voorzieningenrechter in Nederland onbevoegd is. De man baseert zijn vordering op het inzagerecht van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). De Hoge Raad heeft op 8 juni 2012 bepaald dat voor de toepassing van dit artikel niet noodzakelijk is dat een procedure aanhangig is of zal worden gevoerd in Nederland. 1 Het inzagerecht van artikel 843a Rv kan dus ook worden gebruikt voor een (nog te voeren) procedure in het buitenland.

Spoedeisend belang

4.3.

In een kortgedingprocedure is het nodig dat sprake is van een spoedeisend belang. Dat betekent dat de eisende partij op korte termijn een beslissing van de

voorzieningenrechter nodig heeft en een beslissing in een bodemprocedure niet kan afwachten.

4.4.

De voorzieningenrechter is, anders dan [gedaagde (voornaam)] , van oordeel dat het spoedeisend belang van de man voldoende vast is komen te staan. De man heeft gesteld dat hij hoger beroep wil instellen tegen de uitspraak van de rechtbank in [plaats] van 8 april 2024, dan wel dat hij wijziging daarvan wil vragen. Daarmee is het spoedeisend belang gegeven. Daarnaast heeft de man onbetwist gesteld dat hij aanstaande zomer naar Marokko wil reizen en het risico loopt dat hij daar wordt opgepakt en in hechtenis wordt genomen omdat hij de alimentatie die door de rechtbank in [plaats] is vastgesteld niet (volledig) heeft betaald. Zolang de man geen hoger beroep kan instellen tegen de uitspraak of wijziging kan vragen, blijft de uitspraak van de rechtbank [plaats] gelden en blijft de man voormeld risico lopen.

Het overleggen van stukken

4.5.

Op grond van artikel 843a lid 1 Rv kan iemand die daarbij een rechtmatig belang heeft, op zijn kosten, inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden (hierna: stukken) ten aanzien van een rechtsbetrekking waarbij hij of een rechtsvoorganger partij is, van degene die over deze stukken beschikt of daarover kan beschikken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat aan de vereisten van dit wetsartikel is voldaan en zal dat hierna toelichten.

4.6.

Uit het petitum van de dagvaarding volgt concreet van welke stukken en over welke periode de man afgifte vordert. Zijn vordering is daarom voldoende bepaald.

4.7.

Daarnaast is ook sprake van een rechtsbetrekking waarin de man partij is. Dat er op dit moment geen procedure (meer) aanhangig is tussen partijen maakt niet uit. Het begrip ‘rechtsbetrekking’ in de zin van artikel 843a Rv moet ruim worden opgevat. Hieronder vallen alle rechtsverhoudingen waarover partijen een geschil kunnen hebben. In dit geval hebben partijen een geschil over de alimentatie. Voor de toepassing van artikel 843a Rv is niet vereist dat er een procedure tussen partijen loopt over dit onderwerp. Dit artikel is ook geschreven voor de situatie dat aan de hand van de gevraagde stukken kan worden beoordeeld of een procedure kans van slagen heeft en/of de gevraagde stukken nodig zijn om een procedure op te starten.

4.8.

Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde (voornaam)] niet over de gevorderde stukken die zien op de jaren vanaf 2018 kan beschikken. [gedaagde (voornaam)] stelt dat zij mogelijk niet (meer) kan beschikken over de stukken die zien op de jaren 2015 tot en met 2017, maar de man heeft dit gemotiveerd betwist en [gedaagde (voornaam)] heeft haar standpunt niet onderbouwd. Sterker nog, [gedaagde (voornaam)] heeft nog niet eens geprobeerd om deze stukken op te vragen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, ziet de voorzieningenrechter niet in waarom zij de gevraagde stukken niet bij de betreffende instanties kan opvragen als zij deze niet meer in haar bezit heeft.

4.9.

Van een rechtmatig belang kan sprake zijn als de gevraagde stukken dienen tot bewijs van feiten en/of rechten waarvan degene die afgifte vordert de bewijslast draagt. Voldoende is dat de desbetreffende stukken relevant kunnen zijn voor een niet op voorhand als kansloos aan te merken vordering of verweer.

De man heeft verklaard dat [gedaagde (voornaam)] in de procedure in Marokko heeft gesteld dat zij geen inkomsten heeft, en dat hij gegevens over haar inkomen nodig heeft om in hoger beroep te gaan of een wijziging van de beslissing te vragen. [gedaagde (voornaam)] betwist dat de man de gevraagde stukken nodig heeft. De voorzieningenrechter vindt het, mede gelet op de inhoud van de brief van de advocaat van de man in Marokko van 14 mei 2024, aannemelijk dat de bewijslast met betrekking tot de inkomsten van [gedaagde (voornaam)] in een hoger beroep of wijzigingsprocedure in Marokko op de man zal rusten. De advocaat van de man geeft in zijn brief namelijk aan dat als de man niet over documenten beschikt waaruit het inkomen van [gedaagde (voornaam)] blijkt, de onderhoudsbijdrage voor [gedaagde (voornaam)] zal worden toegekend. De man heeft daarom een rechtmatig belang bij inzage in de door [gedaagde (voornaam)] ontvangen inkomsten in de periode van 2015 tot en met heden.

4.10.

[gedaagde (voornaam)] heeft aangevoerd dat de man tijdens een nog te starten procedure in Marokko om afgifte van de stukken kan vorderen, maar als dat al zo zou zijn (de man betwist dit namelijk), dan vindt de voorzieningenrechter dat geen reden om de vordering van de man af te wijzen. Zoals hiervoor is overwogen is artikel 843a Rv ook bedoeld om aan de hand van de gevraagde stukken te kunnen bepalen of het starten van een procedure kans van slagen heeft. Als uit de inkomensgegevens blijkt dat [gedaagde (voornaam)] inderdaad geen inkomen heeft (gehad), zoals zij tijdens de procedure in Marokko heeft gesteld, dan ligt het voor de hand dat de man niet in hoger beroep zal gaan of een wijziging van de beslissing zal vragen. De man heeft dit tijdens de zitting ook aangegeven.

4.11.

Het voorgaande betekent dat de voorzieningenrechter de vordering van de man zal toewijzen. De voorzieningenrechter geeft [gedaagde (voornaam)] een termijn van dertig dagen (vanaf de datum van betekening van dit vonnis) om de stukken aan de man af te geven, zodat zij voldoende gelegenheid heeft om de stukken bij de betreffende instanties op te vragen als zij daarover niet (meer) beschikt. De voorzieningenrechter acht een dwangsom van € 250,- per dag noodzakelijk om [gedaagde (voornaam)] te stimuleren dit vonnis na te komen. De dwangsom zal worden gemaximeerd op € 10.000,-.

Proceskosten

4.12.

Omdat [gedaagde (voornaam)] in het ongelijk wordt gesteld, moet zij de proceskosten betalen. In familiezaken wordt vaak besloten de proceskosten te compenseren. De voorzieningenrechter ziet in deze zaak geen aanleiding om dat te doen. [gedaagde (voornaam)] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij de proceskosten niet zou kunnen betalen (bijvoorbeeld omdat zij geen inkomen heeft), nu zij geen informatie over haar inkomen heeft gegeven. De proceskosten aan de zijde van de man worden begroot op:

Griffierecht € 87,-

Salaris advocaat € 543,-

Dagvaardingskosten € 137,38

Totaal € 767,38

Uitvoerbaarheid bij voorraad

4.13.

De voorzieningenrechter zal de beslissing voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat wil zeggen dat de beslissing moet worden uitgevoerd, ook al wordt er hoger beroep ingesteld. De voorzieningenrechter vindt het onwenselijk als aanwending van een rechtsmiddel de tenuitvoerlegging van dit vonnis kan opschorten, vooral nu de man heeft aangegeven dat hij een enorm risico loopt om in Marokko opgepakt te worden.

5De beslissing

De voorzieningenrechter:

5.1.

veroordeelt [gedaagde (voornaam)] om binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis aan de man te verstrekken: afschriften van stukken waaruit blijkt welke bedragen zij heeft ontvangen aan inkomsten uit loondienst, studiefinanciering, inkomsten uit (bijstands)uitkering, zorgtoeslag en andere toeslagen in de periode van december 2015 tot en met mei 2024, meer specifiek de aangifte inkomstenbelasting 2015 tot en met 2023, de jaaropgaven 2015 tot en met 2023, de inkomensverklaringen 2015 tot en met 2023, de definitieve beschikkingen toeslagen van de Belastingdienst 2015 tot en met 2023 en de salarisspecificaties en/of uitkeringsspecificaties vanaf januari 2024, of schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat zij (een of meer van) deze inkomsten in voornoemde periode niet heeft ontvangen, op straffe van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat [gedaagde (voornaam)] hiermee in gebreke blijft tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;

5.2.

veroordeelt [gedaagde (voornaam)] in de kosten van deze procedure aan de zijde van de man, begroot op € 767,38;

5.3.

verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. N. Chedra, voorzieningenrechter, in samenwerking met

mr. M.J.W. Rietveld, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.

1

Hoge Raad 8 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8510.

Jurisprudentie 1

Hoge Raad 08-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8510


© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733