Rechtbank Den Haag 11-07-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:10567

Datum publicatie12-07-2024
Zaaknummer11172836 RP VERZ 24-50376
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Benoeming van een bewaarder van dossiers van een (voormalig) gecertificeerde instelling (artikel 2:24 lid 2 BW) .

Volledige uitspraak


Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats 's-Gravenhage

NAV/b

Zaaknr.: 11172836 RP VERZ 24-50376

11 juli 2024

Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

mr. B.J. Tideman , in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de coöperatie Coöperatieve Vereniging Briedis Jeugdbeschermers U.A ., mede handelend onder de naam

Coöperatie Briedis , Coöperatie Briedis Jeugdbeschermers en Briedis Jeugdbeschermers ,

kantoorhoudende te Den Haag,

verzoeker,

hierna te noemen: de curator,

gemachtigde: mr. A.Y. te Kiefte (Cees Advocaten),

en

1 [naam 1] ,

woonplaats gekozen hebbende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: [naam 1] ,

gemachtigde: mr. N. van Collem (Hoens & Souren Advocaten),

2. de stichting Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden ,

kantoorhoudende te Den Haag ,

hierna te noemen: JBW ,

procederend bij haar bestuurder [naam 2] ,

als belanghebbenden.

1De procedure

1.1.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek met bijlagen (nummers 1 tot en met 7), ontvangen op 31 mei 2024.

2De feiten

2.1.

Briedis is/was een gecertificeerde instelling in de zin van artikel 1.1 van de Jeugdwet (Jw) en belast met de uitvoering van civielrechtelijke en strafrechtelijke kinderbeschermings-maatregelen.

2.2.

[naam 1] is de (voormalig) bestuurder van Briedis .

2.3.

Op 1 juni 2021 is Briedis in staat van faillissement verklaard met benoeming van de curator tot curator.

2.4.

In de administratie van Briedis heeft de curator in totaal 25 dossiers aangetroffen van betrokkenen ten aanzien van wie de kinderbeschermingsmaatregelen al voor het faillissement waren geëindigd (hierna te noemen: de betrokkenen). De curator heeft deze dossiers tijdelijk in bewaring genomen.

3. Het verzoek

3.1.

Verzocht wordt JBW te benoemen als bewaarder van de dossiers van de betrokkenen met inachtneming van het bepaalde in de Jeugdwet (Jw).

4De beoordeling

4.1.

Briedis had haar statutaire zetel in Den Haag en haar vestigingsplaats in Zoetermeer , zodat de kantonrechter te 's-Gravenhage bevoegd is kennis te nemen van het verzoek.

4.2.

De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van een ontbonden rechtspersoon moeten worden bewaard door degene die dat volgens de statuten verplicht is of door degene die door de algemene vergadering of het bestuur (van een stichting) is aangewezen daarvoor (artikel 2:24 lid 1 BW) . Indien een bewaarder ontbreekt en de laatste vereffenaar niet bereid is te bewaren, kan de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende een bewaarder voor die stukken benoemen (artikel 2:24 lid 2 BW) .

4.3.

De curator heeft de dossiers van de betrokkenen tijdelijk in bewaring genomen om te voorkomen dat deze in het ongerede zouden raken. De boedel heeft geen (zelfstandig) belang bij het bewaren van deze dossiers. Deze dossiers mogen evenwel ook niet worden vernietigd, omdat de wettelijke bewaartermijn voor deze dossiers nog niet is verstreken. De curator heeft dus recht en belang bij de benoeming van een bewaarder van deze dossiers en kan dan ook in zijn verzoek worden ontvangen.

4.4.

Het verzoek ziet uitsluitend op de dossiers van de jeugdigen ten aanzien van wie de kinderbeschermingsmaatregelen al voor het faillissement van Briedis waren geëindigd. Dat betreft de dossiers van de betrokkenen. Medewerkers van een gecertificeerde instelling zijn verplicht een dossier te vormen en dat dossier (minimaal) twintig jaar, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de laatste wijziging in het dossier heeft plaatsgevonden, te bewaren (artikel 7.3.8 lid 3 Jw) . Briedis is geen gecertificeerde instelling meer. Verder beschikt Briedis niet meer over medewerkers. De dossiers van de betrokkenen kunnen daarom niet langer op de wettelijk voorgeschreven wijze worden bewaard.

4.5.

Bij het verzoek bevinden zich verklaringen van de belanghebbenden onder 1. en 2. dat zij instemmen met het verzoek. De kantonrechter acht het niet nodig de betrokkenen te horen, omdat hun rechten en verplichtingen niet rechtstreeks worden geraakt. Voor hen is slechts van belang dát de dossiers worden bewaard en dat voor hen kenbaar is bij wie. Dat alles is gewaarborgd bij toewijzing van het verzoek.

4.6.

De wet stelt specifieke eisen aan het bewaren van dossiers zoals deze. Gelet daarop acht de kantonrechter het geraden JBW te benoemen als bewaarder van alle dossiers van de betrokkenen. JBW is namelijk als gecertificeerde instelling bekend met de wijze waarop dit soort dossiers moeten worden bewaard en op welke wijze uitvoering moet worden gegeven aan bijvoorbeeld inzageverzoeken. JBW heeft zich bereid verklaard om als bewaarder op te treden.

4.7.

JBW moet als bewaarder binnen acht dagen na het ingaan van de bewaarplicht haar naam en adres opgeven aan de registers waarin Briedis was ingeschreven (artikel 2:24 lid 3 BW) .

5De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

benoemt JBW als bewaarder van de dossiers van de betrokkenen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de Jeugdwet;

5.2.

draagt JBW op binnen acht dagen na het ingaan van de bewaarplicht haar naam en adres op te geven aan de registers waarin Briedis was ingeschreven.

Dit is een beslissing van mr. I.D. Bellaart, kantonrechter, in samenwerking met N.A. Verburg, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733