Rechtbank Den Haag 22-07-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:11432

Datum publicatie23-07-2024
ZaaknummerC/09/643860 / FA RK 23-1641
ProcedureEerste aanleg - meervoudig
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht;
Kinderen;
Overig;
Familieprocesrecht
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Amerikaanse beslissingen over ouderschap na hoogtechnologisch draagmoedertraject niet erkend. Verzoekster heeft geen genetische band met kinderen en geen zorgvuldig traject doorlopen. Niet komen vast te staan dat kinderen hun ontstaansgeschiedenis kunnen achterhalen. Verzoek tot adoptie kinderen wel toegewezen, ondanks afwezigheid beginseltoestemming en ondanks grote leeftijdsverschil tussen vrouw en kinderen (52). Verzoekster heeft de rechtbank voor voldongen feit geplaatst. In belang kinderen de adoptie toe te wijzen.

Volledige uitspraak


Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 23-1641

Zaaknummer: C/09/643860

Datum beschikking: 22 juli 2024

Beschikking op het op 28 februari 2023 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

verzoekster dan wel wensouder,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. A.C. Bouma te Amsterdam.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,

zetelend te 's-Gravenhage,

de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

- het verzoekschrift;

- de brief van 8 maart 2023, met bijlage, van verzoekster;

- het F9-formulier van 22 maart 2023, met bijlage, van verzoekster;

- de brief van 16 mei 2023, met bijlagen, van de ambtenaar;

- de brief van 5 juli 2023, met bijlagen, van verzoekster;

- de brief van 25 juli 2023 van de ambtenaar;

- de brief van 7 september 2023, met bijlagen, van verzoekster;

- het rapport van onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming van 3 oktober

2023;

- een F9-formulier van 1 mei 2024, met bijlage, van verzoekster.

Op 2 mei 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekster met mr. C.C.A. Ouwens, waarnemend voor mr. Bouma, en [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming. De ambtenaar is – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet op de zitting verschenen.

Na de zitting heeft de rechtbank nog ontvangen een brief van 30 mei 2024, met bijlagen, van verzoekster.

Feiten

  • Verzoekster is geboren op [geboortedag 1] 1969 te [geboorteplaats 1] .

  • Volgens een uittreksel uit de basisregistratie personen is verzoekster ongehuwd en heeft zij de Nederlandse nationaliteit.

  • Verzoekster kan haar kinderwens niet op eigen kracht realiseren. Zij heeft voor hoogtechnologisch draagmoederschap gekozen.

  • Verzoekster heeft zaad- en eicellen verkregen via de Seattle Spermbank en het Utah Fertility Center in de Verenigde Staten van Amerika (VS).

  • Van deze cellen zijn in het University of Utah Hospital embryo’s gemaakt.

  • Via de organisatie [bedrijfsnaam] in de VS is verzoekster in contact gekomen met twee draagmoeders: [draagmoeder 1] en [draagmoeder 2] .

  • [draagmoeder 2] is Amerikaans burger. Zij is ongehuwd.

  • [draagmoeder 1] is Amerikaans burger. Zij is ongehuwd.

  • Voor de draagmoederschapstrajecten is gebruik gemaakt van de ivf-kliniek Utah Fertility Center, VS.

  • Verzoekster en de draagmoeders hebben in de VS onafhankelijk juridisch advies ontvangen van hun eigen advocaat, waarin zij zijn gewezen op hun rechten, verantwoordelijkheden en verplichtingen op basis van de bestaande wetgeving in de VS, dan wel de Californische wetgeving.

  • Verzoekster en de draagmoeders hebben voorafgaand aan de zwangerschap een draagmoederschapsovereenkomst ‘Gestational Surrogacy Contract’ opgesteld.

In deze – in zoverre identieke overeenkomsten – staat onder meer het volgende:

(...)

4. Surrogate Does Not Intend to Assert Parental Claims or Rights.

(…)

6. Surrogate to Have No Parental Rights Towards Child.

(…)

10. Intended Parent Intends to Take Custody of Child.

- De draagmoeders zijn na een ivf-behandeling door voornoemde kliniek in

verwachting geraakt.

- Op 23 mei 2022 heeft de Superior Court of the State of California, county of Los Angeles, VS, een ‘Judgment establishing parent-child relationship’ afgegeven. In deze beslissing – voorzien van apostille – is onder meer het volgende overwogen:

(…)

It is ordered, adjudged, and decreed as follows:

1. That petitioner, [verzoekster] , born [geboortedag 1] , 1969, is hereby declared the natural, sole legal parent, and ‘mother’ of the one (1) fetus that is the subject of this action (hereafter referred to as the ‘ [verzoekster] baby’), whom the respondent, [draagmoeder 2] , as the gestational carrier for the petitioner, became pregnant with through assisted reproductive medical processes and procedures, and who is expected be born in a hospital located within the State of California sometime on or before September 18, 2022, with an original projected full-term delivery date calculated to be on or about September 4, 2022; and, as such, shall have judgment against respondent [draagmoeder 2] ;

2. That respondent, [draagmoeder 2] , born [geboortedag 4] 1980, whose full and complete legal name is ‘ [draagmoeder 2] ’, is hereby declared not the intended natural, genetic, legal parent, and/or ‘mother’ of the [verzoekster] baby; and, as such, does not have, and shall not be awarded herein, any parental rights of responsibilities (including custody and visitation) financial or otherwise, to, for, or of, said child;

3. That immediate, full, exclusive, and permanent legal custody of, and physical custody to, the [verzoekster] baby, is hereby awarded to the petitioner [verzoekster] , who shall take such custody of her child immediately upon the birth of her child;

(…)

- Op 9 juni 2022 heeft de Superior Court of the State of California, county of San Joaquin, VS, een ‘Judgment establishing parent-child relationship’ afgegeven. In deze beslissing – voorzien van apostille – is onder meer het volgende overwogen:

(…)

It is ordered, adjudged, and decreed as follows:

1. That petitioner, [verzoekster] , born [geboortedag 1] , 1969, is hereby declared the natural, sole legal parent, and ‘mother’ of the one (1) fetus that is the subject of this action (hereafter referred to as the ‘ [verzoekster] baby’), whom the respondent, [draagmoeder 1] , as the gestational carrier for the petitioner, became pregnant with through assisted reproductive medical processes and procedures, and who is expected be born in a hospital located within the State of California sometime on or before October 21, 2022, with an original projected full-term delivery date calculated to be on or about October 7, 2022; and, as such, shall have judgment against respondent [draagmoeder 1] ;

2. That respondent, [draagmoeder 1] , born [geboortedag 5] , 1990, whose full and complete legal name is ‘ [draagmoeder 1] ’, is hereby declared not the intended natural, genetic, legal parent, and/or ‘mother’

of the [verzoekster] baby; and, as such, does not have, and shall not be awarded herein, any parental rights or responsibilities (including custody and visitation) financial or otherwise, to, for, or of, said child;

4. That immediate, full, exclusive, and permanent legal custody of, and physical custody to, the [verzoekster] baby, is hereby awarded to the petitioner [verzoekster] , who shall take such custody of her child immediately upon the birth of her child;

(…)

  • Op [geboortedag 2] 2022 is geboren te [geboorteplaats 2] , Californië, VS, [kind 1] .

  • Op de overgelegde ‘Certificate of Live Birth’ van [kind 1] , opgemaakt op 8 september 2022 en voorzien van apostille, staat verzoekster als moeder van [kind 1] vermeld.

  • Op [geboortedag 2] 2022 heeft [draagmoeder 2] schriftelijk verklaard in te stemmen met de adoptie van [kind 1] door verzoekster.

  • Op 30 augustus 2022 heeft [draagmoeder 2] schriftelijk verklaard ermee in te stemmen dat verzoekster het gezag heeft over [kind 1] .

  • Op [geboortedag 3] 2022 is geboren te [geboorteplaats 3] , Californië, VS, [kind 2] .

  • Op [geboortedag 3] 2022 heeft [draagmoeder 1] verklaard in te stemmen met de adoptie van [kind 2] door verzoekster.

  • Op de overgelegde ‘Certificate of Live Birth’ van [kind 2] , opgemaakt op
    7 oktober 2022 en voorzien van apostille, staat verzoekster als moeder van [kind 2] vermeld.

  • De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 27 oktober 2022, kenmerk KZ-1-5LN27Z3 en KZ-1-5LN2DWS, besloten om toestemming te verlenen aan verzoekster om [kind 1] , geboren [geboortedag 2] 2022 en [kind 2] , geboren [geboortedag 3] 2022 op te nemen in haar gezin.

  • Uit een e-mailbericht van 22 juni 2023 van [naam 2] van de Utah Fertility Center blijkt het volgende:

The embryo’s were created on 04/12/2021, by the assisted human reproductive procedure called in-vitro fertilization using a known egg donor (DOB 4-10-1994) and the sperm of a known sperm donor (DOB: year. 2000-Seattle Sperm Bank would not provide me with the exact date due to their HIPPA regulations. (…). One of the embryo’s created was successfully transferred into the surrogate ( [draagmoeder 2] ) (DOB: 07-08-1980) on 12/17/2021 and resulted in a pregnancy. The expected date was 09/03/2022.

One of the embryo’s created was successfully transferred into the surrogate ( [draagmoeder 1] ) (DOB: 12/28/1990) on 01/19/2022 and resulted in a pregnancy. The expected date was 10/06/2022.

  • De Raad heeft in zijn rapport van 3 oktober 2023, met kenmerk SK-1-5OMC3LM, de rechtbank geadviseerd om, indien de verzoeken onder I tot en met IV en X tot en met XIV niet worden toegewezen, het voorwaardelijk verzoek van verzoekster om de kinderen te adopteren, toe te wijzen.

  • Verzoekster verzorgt en voedt de kinderen sinds hun geboorte op.

Verzoek en verweer

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank:

met betrekking tot [kind 1] :

primair:

I. voor recht verklaart dat de Amerikaanse geboorteakte van [kind 1]

overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is

opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in de Nederlandse registers

van de burgerlijke stand;

II. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast de

geboorteakte van [kind 1] in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand;

subsidiair:

III. de beslissing van 23 mei 2022 van de ‘Superior Court of the State of California,

county of Los Angeles’, met betrekking tot het beëindigen van de

familierechtelijke betrekking tussen [kind 1] en [draagmoeder 2] en de

vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen [kind 1] en verzoekster,

erkent;

IV. de geboortegegevens van [kind 1] vaststelt zoals door verzoekster verzocht;

V. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast op de

op te maken geboorteakte van [kind 1] te verwerken de beslissing van 23 mei

2022 van de ‘Superior Court of the State of California, county of Los Angeles’,

waarbij de familierechtelijke betrekking tussen [kind 1] en [draagmoeder 2] is

beëindigd en de familierechtelijke betrekking tussen [kind 1] en verzoekster is

vastgesteld;

meer subsidiair:

VI. de geboortegegevens van [kind 1] vaststelt zoals door verzoekster verzocht;

VII. de adoptie uitspreekt van [kind 1] door verzoekster;

VIII. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast een

latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe

te voegen;

IX. verstaat dat verzoekster belast is met het ouderlijk gezag over [kind 1] ;

met betrekking tot [kind 2] :

primair:

X. voor recht verklaart dat de Amerikaanse geboorteakte van [kind 2]

overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is

opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in de Nederlandse registers

van de burgerlijke stand;

XI. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast de

geboorteakte van [kind 2] in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand;

subsidiair:

XII. de beslissing van 9 juni 2022 van de ‘Superior Court of the State of California,

county of San Joaquin’, met betrekking tot het beëindigen van de familierechtelijke

betrekking tussen [kind 2] en [draagmoeder 1] en de vaststelling van de

familierechtelijke betrekking tussen [kind 2] en verzoekster, erkent;

XIII. de geboortegegevens van [kind 2] vaststelt zoals door verzoekster verzocht;

XIV. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast op de

op te maken geboorteakte van [kind 2] te verwerken de beslissing van 9 juni 2022

van de ‘Superior Court of the State of California, county of San Joaquin’,

waarbij de familierechtelijke betrekking tussen [kind 2] en [draagmoeder 1] is

beëindigd en de familierechtelijke betrekking tussen [kind 2] en verzoekster is

vastgesteld;

meer subsidiair:

XV. de geboortegegevens van [kind 2] vaststelt zoals door verzoekster verzocht;

XVI. de adoptie uitspreekt van [kind 2] door verzoekster;

XVII. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage gelast een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe

te voegen;

XVIII. verstaat dat verzoekster belast is met het ouderlijk gezag over [kind 2] ,

een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

De ambtenaar heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Alvorens over te gaan tot de inhoudelijke beoordeling van de verzoeken hecht de rechtbank eraan het volgende op te merken. Op het gebied van hoogtechnologisch draagmoederschap is er in Nederland geen toepasbare wetgeving. Ter toetsing van een doorlopen traject past de rechtbank onder andere de openbare orde toets toe, waarbij ook gekeken wordt naar de aanbevelingen van de Staatscommisssie Herijking Ouderschap. Op deze wijze beoordeelt de rechtbank of er sprake is van een zorgvuldig traject. In onderhavige zaak acht de rechtbank het van belang dat verzoekster al ruim 52 jaar oud was op het moment van de geboorte van de kinderen. Binnen de gezondheidszorg geldt voor vrouwen een leeftijdsgrens van 45 jaar voor het ondergaan van vruchtbaarheidsbehandelingen met eigen eicellen. Verzoekster heeft op zitting verklaard dat zij haar kinderwens vanaf haar vijftigste levensjaar is gaan proberen in te vullen. Aangezien zij in Nederland hiervoor niet meer in aanmerking kwam, is zij uitgeweken naar Cyprus. Toen deze behandeling niet aansloeg, is zij met de hulp van een Nederlands bemiddelingsbureau terecht gekomen in de Verenigde Staten. Verzoekster wil de naam van dit bureau geheim houden, wat bij de rechtbank temeer vragen oproept over het door haar gevolgde traject. Daar komt bij dat verzoekster geen duidelijke afspraken heeft gemaakt met de eicel- en spermadonor. Er is niet zorgvuldig vastgelegd dat en op welke wijze contact tussen de kinderen en de donoren gerealiseerd kan worden, waardoor het nog maar de vraag is of de kinderen in de toekomst in staat zullen zijn contact te leggen met deze personen en hun ontstaansgeschiedenis kunnen achterhalen. Daarnaast heeft verzoekster niet officieel vastgelegd wie de kinderen zal verzorgen en opvoeden in het geval er iets met verzoekster mocht gebeuren, wat gelet op haar leeftijd niet ondenkbaar is.

De rechtbank heeft grote moeite met zowel het traject dat verzoekster heeft doorlopen als met het grote leeftijdsverschil dat er nu is tussen haar en de twee kinderen. Uiteraard voelt de rechtbank mee met een onvervulde kinderwens, maar de vraag is of een dergelijke wens op deze manier moet worden vervuld. De rechtbank wordt echter, doordat dit traject inmiddels is doorlopen, voor een voldongen feit gesteld.

Rechtsmacht

Nu verzoekster met de kinderen in Nederland woonachtig is, acht deze rechtbank zich op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd om van de voorliggende verzoeken kennis te nemen.

De positie van de draagmoeders

De draagmoeders kunnen in beginsel als belanghebbende als bedoeld in artikel 798 Rv worden aangemerkt. Zij zijn in eerste instantie dan ook door de rechtbank opgeroepen. De rechtbank zal de draagmoeders evenwel niet als belanghebbenden aanmerken. Dit gelet op het feit dat uit de stukken blijkt dat de belangen van de draagmoeders gedurende het traject in acht zijn genomen. Bij de Amerikaanse beslissingen is bepaald dat verzoekster de enige wettelijke ouder is van de kinderen en dat zij de zorg voor hen draagt vanaf de geboorte. Uit de verklaringen van de draagmoeders blijkt dat zij ermee instemmen dat de rechtbank op de verzoeken beslist zonder de draagmoeders te horen. De draagmoeders zullen daarom geen afschrift van de beschikking ontvangen.

Verklaringen voor recht

Toepasselijk recht

Omdat primair wordt verzocht om voor recht te verklaren dat de buitenlandse geboorteakten en buitenlandse beslissingen naar hun aard vatbaar zijn voor opneming in het register van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage en te gelasten dat de ambtenaar deze akten en beslissingen zal inschrijven in het Nederlandse register van geboorten, zal de rechtbank het Nederlandse recht toepassen.

Juridisch kader

Op grond van artikel 1:26 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.

Verzoekster stelt zich op het standpunt dat een vaststelling dat de Amerikaanse (geboorte)akten en beslissingen van rechtswege kunnen worden erkend met zich brengt dat zij een gerechtvaardigd belang heeft bij een verklaring voor recht daarvan.

De rechtbank stelt vast dat verzoekster met de kinderen in Nederland verblijft. Zij beoogt met haar verzoeken dat het in de VS vastgestelde juridisch ouderschap over de kinderen hier in Nederland wordt erkend en geregistreerd, zodat zij zonder hinder in Nederland haar ouderlijke rechten en verplichtingen kan uitoefenen. Verzoekster heeft dan ook een gerechtvaardigd belang bij de verzochte verklaringen voor recht.

Erkenning Amerikaanse beslissingen

De rechtbank zal eerst beoordelen of de uit de Amerikaanse beslissingen voortvloeiende, uit hoofde van afstamming vastgestelde, familierechtelijke rechtsbetrekkingen hier te lande van rechtswege kunnen worden erkend.

De rechtbank zal in dit kader de in boek 10 BW geplaatste erkenningsregeling naar analogie toepassen op de afstammingsrechtelijke gevolgen van draagmoederschap.

Op grond van art. 10:100 lid 1 BW wordt een buitenslands tot stand gekomen onherroepelijke rechterlijke beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld of gewijzigd in Nederland van rechtswege erkend, tenzij:

a. er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land;

b. aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of

c. de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.

De erkenning van de beslissing kan, ook wanneer daarbij een Nederlander betrokken is, niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat daarop een ander recht is toegepast dan uit deze titel zou zijn gevolgd (lid 2).

Uitgangspunt van de wet is dat de Amerikaanse beslissingen waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld tussen verzoekster en de kinderen worden erkend. Dit is slechts anders indien er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land, aan de beslissingen geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van de beslissingen onverenigbaar is met de openbare orde.

De rechtbank is, gelet op de Amerikaanse beslissingen, van oordeel dat sprake is geweest van behoorlijk onderzoek en rechtspleging. Nu de draagmoederschappen in de Verenigde Staten van Amerika hebben plaatsgevonden en de draagmoeders daar woonachtig zijn, kan niet worden geoordeeld dat er voor de rechtsmacht van de Amerikaanse rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond. In deze zaak gaat het vervolgens nog om de vraag of de openbare orde zich verzet tegen erkenning van de in het buitenland tot stand gekomen familierechtelijke betrekkingen zoals vastgesteld in de Amerikaanse beslissingen.

Openbare orde exceptie: zorgvuldig draagmoederschapstraject?

De rechtbank acht het in het kader van de openbare orde toets van belang om te oordelen of de in het buitenland gevolgde trajecten van draagmoederschap zorgvuldig hebben plaatsgevonden. Dit gelet op de ingrijpende gevolgen van draagmoederschap voor de rechten en verplichtingen van zowel het kind, de draagmoeder als de wensouder in kwestie. Nu de wensouder in de Amerikaanse beslissingen als ouder is aangemerkt van de kinderen dient hierbij naar het oordeel van de rechtbank met name te worden gekeken of de belangen van de kinderen en de draagmoeders voldoende in acht zijn genomen. Hierbij zijn de aanbevelingen van de Staatscommisssie Herijking Ouderschap zoals opgenomen in het adviesrapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ van 7 december 2016 van belang en de door het kabinet in zijn brief van 12 juli 2019 (kamerstukken TK 2018/2019, 33836, nr. 45) geformuleerde waarborgen om het traject zorgvuldig en transparant te laten verlopen en zoveel mogelijk rechtszekerheid te bieden aan de draagmoeder, de wensouder en de kinderen.

Hieruit volgt dat het voor kinderen van groot belang is om te (kunnen) achterhalen uit wie zij zijn geboren, van wie zij genetisch afstammen en onder welke omstandigheden zij zijn ontstaan en geboren. Het recht van het kind om zijn of haar afstamming te kennen is een mensenrecht dat is opgenomen in artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).

In de brief van de Ministers voor Rechtsbescherming en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 juli 2019, waarin het voornemen van het kabinet is geuit om met een regeling voor draagmoederschap te komen, is onder andere opgenomen dat tenminste één van de wensouders een genetische band moet hebben met het kind. Van dit vereiste kan slechts in uitzonderlijke gevallen worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer het fysiek onmogelijk is om een zaadcel of eicel te leveren of omdat het anderszins medisch onverantwoord zou zijn om een genetische verwantschap te laten ontstaan. Deze voorwaarde van een genetische band is ook opgenomen in het wetsvoorstel dat op dit moment aanhangig is. In de Memorie van Toelichting bij dit wetsvoorstel is opgenomen – waarbij wordt verwezen naar het advies van de Staatscommissie Herijking Ouderschap – dat het bestaan van een genetische band het onderscheid tussen draagmoederschap en adoptie evident maakt. In dit geval is er geen sprake van een genetische band tussen verzoekster en de kinderen. Ook is er geen sprake van een uitzonderlijk geval waarin het vereiste van een genetische band met de kinderen terzijde kan worden geschoven. Verzoekster heeft haar kinderwens naar eigen keuze ten uitvoer gebracht vanaf haar vijftigste levensjaar. Het risico dat dit geen zwangerschap oplevert op deze leeftijd komt voor rekening van verzoekster.

Verder voldoet het door verzoekster doorlopen draagmoederschapstraject ook niet aan het vereiste dat voor de kinderen hun ontstaansgeschiedenis is te achterhalen. Uit de stukken blijkt dat er sprake is van een anonieme donatie, maar dat de identiteit van de donoren in de toekomst wellicht te achterhalen is via een website. De namen van de eicel- en spermadonor zijn bij verzoekster niet bekend. Verzoekster is met hen geen schriftelijke overeenkomst aangegaan waarin de namen van de donoren zijn opgenomen, de rechten en plichten zijn vastgelegd en waarin is bepaald hoe verzoekster en de kinderen contact met hen kunnen opnemen. Uit niets blijkt onomstotelijk dat de kinderen in contact kunnen komen met de eicel- en spermadonor. Daarom is de rechtbank van oordeel dat het nog maar de vraag is of het voor de kinderen mogelijk is te zijner tijd hun volledige ontstaansgeschiedenis te achterhalen.

De rechtbank zal daarom de beslissing van 23 mei 2022 van de ‘Superior Court of the State of California, county of Los Angeles, met betrekking tot het beëindigen van de familierechtelijke betrekking tussen [kind 1] en [draagmoeder 2] en de vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen Emmanuel en verzoekster, en de beslissing van 9 juni 2022 van de ‘Superior Court of the State of California, county of San Joaquin, met betrekking tot het beëindigen van de familierechtelijke betrekking tussen [kind 2] en [draagmoeder 1] en de vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen [kind 2] en verzoekster, niet erkennen. De verzoeken III en XII zullen worden afgewezen.

Erkenning Amerikaanse geboorteakten

De rechtbank zal de in Amerika opgemaakte geboorteakten van de kinderen niet erkennen. Dit omdat verzoekster als ouder van de kinderen op deze akten is vermeld, terwijl de uitspraken waarin dit is vastgesteld, zoals hiervoor overwogen, niet worden erkend.

Het voorgaande leidt ertoe dat ook de verzoeken die strekken tot inschrijving van de Amerikaanse geboorteakten en het gelasten van de ambtenaar van de burgerlijke stand tot het plaatsen van een latere vermelding van de beslissingen van de Amerikaanse rechter worden afgewezen. Het betreft hier de verzoeken I, II, V, X, XI en XIV.

Adoptie

Rechtsmacht en toepasselijk recht

Op grond van artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe.

Op grond van artikel 10:105 BW is het Nederlandse recht van toepassing, met dien verstande dat de vraag welke betekenis toekomt aan de toestemming van de biologische ouders van de kinderen, in beginsel wordt beantwoord naar de regels die het nationale recht van de kinderen daarover bevat.

Inhoudelijke beoordeling

Op grond van artikel 1:227 lid 3 BW kan het verzoek tot adoptie alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is en op het tijdstip van het verzoek vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Daarnaast moet aan de voorwaarden als genoemd in artikel 1:228 BW zijn voldaan.

Bij de in het geding gebrachte stukken bevinden zich kopieën van de paspoorten op naam van de kinderen. De rechtbank concludeert dan ook dat overeenkomstig het nationale recht van de kinderen is ingestemd met het vertrek van de kinderen.

Verzoekster heeft de kinderen vanaf hun geboorte en dus inmiddels ruim anderhalf jaar verzorgd en opgevoed.

De draagmoeders hebben overeenkomstig het nationale recht van de kinderen ingestemd met het vertrek van de kinderen naar Nederland ter adoptie. Uit de draagmoederschapsovereenkomsten blijkt dat de draagmoeders op geen enkele wijze met de kinderen verbonden zijn of willen zijn. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarmee ook vast dat de kinderen niets van hun biologische moeder in de hoedanigheid van ouder te verwachten hebben.

De rechtbank stelt echter vast dat de draagmoeders nu nog de juridische ouders zijn van de kinderen. Dit omdat de Amerikaanse beslissingen waarin anders is bepaald, niet worden erkend. Daarentegen worden beide draagmoeders naar het recht van Californië, VS, niet meer als juridische ouders met gezag beschouwd. De draagmoeders hebben in het draagmoederschapstraject afgezien van alle ouderlijke rechten en plichten ten aanzien van de kinderen. De rechtbank kan dan ook onmogelijk aannemen dat de draagmoeders hier in Nederland nog zouden zijn belast met ouderlijk gezag. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van een gezagsvacuüm.

In artikel 2 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) is bepaald dat opneming in Nederland van een buitenlands kind met het oog op adoptie uitsluitend is toegestaan, indien voorafgaand door het Ministerie van Justitie en Veiligheid een schriftelijke mededeling is verkregen dat de toestemming voor opname ter adoptie is verleend. De rechtbank is van oordeel dat verzoekster deze beginseltoestemming voorafgaande aan de overbrenging van de kinderen naar Nederland had moeten verkrijgen. Dit omdat het kinderen betreft die niet genetisch aan verzoekster verwant zijn en beiden afstammen van Amerikanen. Daarmee betreft het buitenlandse kinderen.

Vaststaat dat verzoekster niet beschikt over deze beginseltoestemming.

Artikel 5, lid 5 onder b van de Wobka bepaalt dat een verzoek tot verlening van een beginsteltoestemming wordt afgewezen indien de aspirant adoptiefouder op het tijdstip van de indiening van het verzoek de leeftijd van 42 jaren heeft bereikt, tenzij bijzondere omstandigheden inwilliging van het verzoek wenselijk maken. Verzoekster was op het moment dat de kinderen werden geboren 52 jaar oud en ten tijde van indiening van het verzoek 54 jaar oud.

De Raad heeft in zijn rapport van 3 oktober 2023 de rechtbank geadviseerd om, indien de

verzoeken onder I tot en met IV en X tot en met XIV niet worden toegewezen, het

voorwaardelijk verzoek van verzoekster om de kinderen te adopteren, toe te wijzen. Uit dit

rapport blijkt niet dat de leeftijd van verzoekster een punt van aandacht is geweest voor de

Raad. Op de zitting heeft de Raad verklaard hierover wel te hebben gesproken met

verzoekster. De leeftijd van verzoekster is wel een zorg van de Raad, maar omdat de kinderen al anderhalf jaar bij verzoekster verblijven en zij goed aansluit bij de behoeften van de kinderen vindt de Raad het in het belang van de kinderen dat zij bij verzoekster blijven.

De rechtbank overweegt dat zij op zitting met verzoekster heeft gesproken over het feit dat de hogere leeftijd van verzoekster een pijnpunt is. In adoptiezaken mag in de praktijk het leeftijdsverschil tussen adoptant en het te adopteren kind in beginsel niet groter dan 42 jaar zijn. De rechtbank stelt vast dat het leeftijdsverschil tussen verzoekster en de kinderen ongeveer 52 jaar is. De kinderen zijn nog lange tijd afhankelijk van de beschikbaarheid van verzoekster, terwijl deze gezien haar leeftijd een verhoogd risico heeft om verminderd beschikbaar te zijn voordat de kinderen de leeftijd van meerderjarigheid hebben bereikt. Het kan eveneens een emotioneel appel op de kinderen met zich brengen, zoals bijvoorbeeld de confrontatie met ziekte, verminderde belastbaarheid of energie of zelfs het wegvallen van de ouder. Het op hogere leeftijd via draagmoederschap ouder worden, zeker een alleenstaande ouder, kan een verschuiving van de zorg van de ouder voor de kinderen naar kinderen voor de ouder met zich brengen, wat onwenselijk en niet in het belang van de kinderen is.

De rechtbank overweegt dat, nu verzoekster niet beschikt over eerder genoemde beginseltoestemming, deze beginseltoestemming niet zou zijn verleend indien verzoekster deze had aangevraagd, omdat zij niet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de Wobka voldoet. Verzoekster heeft, door de kinderen over te brengen naar Nederland en hen in haar gezin op te nemen, de rechtbank echter voor een voldongen feit geplaatst. De kinderen zijn nu eenmaal in Nederland en worden door verzoekster verzorgd en opgevoed. De rechtbank zal daarom voorbij gaan aan de omstandigheid dat verzoekster niet over een beginseltoestemming beschikt. Ondanks dat verzoekster niet aan alle voorwaarden zoals bepaald in de artikelen 1:227 en 1:228 BW – voor zover van toepassing – heeft voldaan, is de rechtbank genoodzaakt om de adoptie van de kinderen door verzoekster in het belang van de kinderen toe te staan. De verzoeken VII en XVI zullen dan ook worden toegewezen.

De rechtbank drukt verzoekster op het hart om het bevriende stel die zij op het oog heeft als voogd over de kinderen zo snel mogelijk bij notariële akte of door aantekening in het gezagsregister tot voogd over de kinderen te benoemen, zodat de verzorging en opvoeding van de kinderen, in het geval verzoekster onverhoopt niet meer in staat is voor de kinderen te zorgen, gewaarborgd is.

De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder sub m van het Besluit gezagsregisters tevens bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.

Namen

De kinderen komen door adoptie in familierechtelijke rechtsbetrekking tot verzoekster te staan en zullen op grond van artikel 1:5, derde lid, BW van rechtswege de geslachtsnaam [geslachtsnaam 1] krijgen.

Latere vermelding

Op grond van artikel 1:20, lid 1 onder a BW voegt de ambtenaar een latere vermelding van de adoptie toe aan de geboorteakte van de kinderen. De daartoe strekkende verzoeken VIII en XVII worden daarom wegens gebrek aan belang afgewezen.

Gezag

Toepasselijk recht

Omdat de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, zal de rechtbank naar Nederlands recht beslissen op de verzoeken ten aanzien van het gezag.

Verzoekster verzoekt te verstaan dat zij het gezag over de kinderen uitoefent.

De rechtbank stelt vast dat verzoekster door de adoptie van rechtswege het gezag over de kinderen heeft verkregen.

Zoals hiervoor overwogen zal de rechtbank, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking. De verzoeken IX en XVIII zullen worden afgewezen.

Vaststelling geboortegegevens

De ambtenaar heeft geadviseerd omtrent de wijze van vaststelling van de geboortegegevens van de kinderen.

De rechtbank overweegt als volgt. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot de kinderen niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte geboorteakte, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte geboorteakte. De overgelegde geboorteakten bevatten immers de gegevens van verzoekster en geven niet de situatie weer zoals deze gold op het moment van geboorte van de kinderen.

De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde kinderen moet hebben plaatsgehad.

De rechtbank zal op grond van artikel 1:25c, lid 3, BW ambtshalve de geboortegegevens vaststellen, zodat de daartoe strekkende verzoeken (IV, VI, XIII en XV) wegens gebrek aan belang zullen worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:

*

spreekt uit de adoptie van:

- [kind 1] , geboren op [geboortedag 2] 2022 te [geboorteplaats 2] , Californië, Verenigde Staten van Amerika,

door [verzoekster] , geboren op [geboortedag 1] 1969 te [geboorteplaats 1] ;

spreekt uit de adoptie van:

- [kind 2] , geboren op [geboortedag 3] 2022 te [geboorteplaats 3] , Californië, Verenigde Staten van Amerika,

door [verzoekster] , geboren op [geboortedag 1] 1969 te [geboorteplaats 1] ;

*

bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;

*

stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte van [kind 1] noodzakelijke gegevens vast:

Geslachtsnaam : [geslachtsnaam 2]

Voornamen : [kind 1]

Geboortedatum : [geboortedag 2] 2022

Geboorteplaats : [geboorteplaats 2] , Californië, Verenigde Staten van Amerika

Geslacht : mannelijk

Geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam 2]

Voornamen moeder : [draagmoeder 2]

Geboortedatum moeder : [geboortedag 4] 1980

Geboorteplaats moeder : [geboorteplaats 4]

*

stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte van [kind 2] noodzakelijke gegevens vast:

Geslachtsnaam : [geslachtsnaam 3]

Voornamen : [kind 2]

Geboortedatum : [geboortedag 3] 2022

Geboorteplaats : [geboorteplaats 3] , Californië, Verenigde Staten van Amerika

Geslacht : vrouwelijk

Geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam 3]

Voornamen moeder : [draagmoeder 1]

Geboortedatum moeder : [geboortedag 5] 1990

Geboorteplaats moeder : [geboorteplaats 5] , Verenigde Staten van Amerika

*

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. C.S.F. de Nijs, A.M.M. Vingerling en K.M. Heins, rechters, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2024.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733