Rechtbank Noord-Holland 16-07-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:7031

Datum publicatie23-07-2024
Zaaknummer351750
ProcedureKort geding
ZittingsplaatsHaarlem
RechtsgebiedenCiviel recht; Verbintenissenrecht
TrefwoordenIPR familierecht;
Familievermogensrecht;
Familieprocesrecht; Bevoegdheid
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Kort geding nakoming Turks convenant. Voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van geschil kennis te nemen. Pp wonen in Nl., maar zijn in Turkije gehuwd en gescheiden. In convenant is bepaald dat voor alle geschillen voortvloeiend uit het convenant de Rb te Izmir (Turkije) bevoegd is. Ogv dit forumkeuzebeding is rechter in Turkije bevoegd ogv art. 6 HVR-Vo jo art. 7 lid 1 HVR-Vo. Weliswaar ziet dit art. op forumkeuze voor rechter uit andere lidstaat en niet op een niet EU-rechter, maar rechter past analoog toe.

Volledige uitspraak


RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht

Zittingsplaats Haarlem

Zaaknummer: C/15/351750 / KG ZA 24-208

Vonnis in kort geding van 16 juli 2024

in de zaak van

[de man] ,

te [plaats 1], gemeente [gemeente 1],

eisende partij,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. E.B. Doganer,

tegen

[de vrouw] , aan te spreken als [de vrouw],

te [plaats 2], gemeente [gemeente 2],

gedaagde partij,

hierna te noemen: de vrouw,

procederend in persoon.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 15 mei 2024 met 5 producties
- de vertalingen van producties 1 en 2 van de kant van de man
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2De zaak in het kort

Partijen zijn in Turkije met elkaar gehuwd. Het huwelijk is niet in Nederland geregistreerd. Inmiddels is het huwelijk door de Turkse rechtbank ontbonden waarbij het door partijen opgestelde echtscheidingsconvenant (het convenant) is bekrachtigd. In het convenant is bepaald dat voor alle geschillen voortvloeiend uit het convenant de rechtbank te Izmir (Turkije) bevoegd is.

De man vordert in dit kort geding nakoming van het convenant in die zin dat de vrouw meewerkt aan het op haar naam zetten van het leasecontract van de auto. De vrouw betwist dat zij de afspraken van het convenant niet is nagekomen. Zij betwist dat zij - onder de gestelde omstandigheden - haar medewerking zou moeten verlenen aan het overzetten van het leasecontract op haar naam.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. Partijen twisten over de uitleg van de bepalingen van het convenant. Er is derhalve sprake van een geschil dat voortvloeit uit het convenant en partijen zijn overeengekomen dat voor de oplossing van die geschillen de rechtbank te Izmir (Turkije) bevoegd is.

3De feiten

3.1.

De man en de vrouw zijn op [datum] 2019 te Izmir (Turkije) met elkaar gehuwd. Het huwelijk is door partijen niet in Nederland geregistreerd. Uit het huwelijk zijn geen kinderen geboren.

3.2.

Het huwelijk is door de rechtbank te Izmir (Turkije) bij beschikking van 30 november 2022 (hierna: de beschikking) ontbonden.

3.3.

In het kader van de echtscheiding hebben partijen een echtscheidingsconvenant gesloten (hierna: het convenant). Daarin zijn de rechtsgevolgen van de echtscheiding, waaronder de verdeling van de beperkte gemeenschap van goederen naar Turks recht (gemeenschap van verwervingen) geregeld. Het convenant is door de Turkse rechtbank bij bovengenoemde beschikking goedgekeurd/bekrachtigd.

3.4.

In het convenant zijn partijen onder meer een regeling overeengekomen ten aanzien van de (lease)auto, een Mercedes met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) en het daarvoor aangegane krediet. De regeling in het convenant luidt (volgens overgelegde vertaling):

Het tijdens het huwelijk op grond van een krediet gemeenschappelijk in Nederland verworven, op naam van vergunninghoudster [de vrouw] verworven voertuig van het merk Mercedes, kenmerk [kenteken], blijft bezit van [de vrouw], [de vrouw] zal de betalingen voor het krediet blijven voldoen. Voor het bij vooruitbetaling betaalde bedrag en de gemeenschappelijk betaalde termijnen van de autolening zal door [de vrouw] een bedrag van 5.000 EURO worden betaald aan [de man]. Partijen hebben ermee ingestemd en zeggen toe dat zij, wanneer dit bedrag is betaald, wederzijds geen aanspraak zullen maken van rechten of vorderingen van welke aard dan ook, met betrekking tot de auto van het merk Mercedes met kenteken [kenteken]. De betaling ervan heeft tot gevolg dat [de man] afstand doet van alle primaire en secundaire rechten dienaangaande.

3.5.

In het convenant is ten aanzien van de bevoegdheid onder meer bepaald dat voor de oplossing van geschillen voortvloeiende uit dit convenant de gerechten en deurwaarderskantoren te Izmir (Turkije) bevoegd zijn.

3.6.

De vrouw heeft in overeenstemming met eerder genoemde bepaling uit het convenant een bedrag van € 5.000,00 aan de man betaald.

3.7.

De man heeft de vrouw gevraagd om het leasecontract, dat op hun beider naam staat, op haar eigen naam over te zetten, zodat hij wordt ontslagen uit hoofdelijke aansprakelijkheid voor het krediet.

3.8.

De vrouw heeft gereageerd dat zij niet (zonder meer) aan het verzoek van de man mee kan werken.

4Het geschil

4.1.

De man vordert - samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. de vrouw te veroordelen tot nakoming van de bij echtscheidingsconvenant tussen partijen gemaakte afspraken en de vrouw te veroordelen om het leasecontract bij Mercedes Benz Financial Services (onder nummer: [nummer]) voor de auto met kenteken [kenteken] , op haar eigen naam over te zetten, waarbij zij bewerkstelligt dat de man wordt ontslagen uit de aansprakelijkheid voor de leaseschuld, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat de vrouw, na betekening van het te wijzen vonnis, in gebreke blijft met voldoening aan het vonnis, met een maximum van € 25.000,00;

II. de vrouw te veroordelen in de (na)kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf acht dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;

III. althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren.

4.2.

De man legt aan de vordering ten grondslag dat de vrouw tekortschiet in de nakoming van het convenant, omdat zij niet wil meewerken aan het overzetten van het leasecontract op haar naam. Volgens de man was dit de afspraak en de bedoeling van partijen.

4.3.

De vrouw voert verweer. Zij voert aan dat de man nooit heeft meebetaald aan het krediet voor de auto. De auto staat en stond al op haar naam. Hij wist dat hij alleen voor de financiering heeft meegetekend. De man wilde alleen scheiden op voorwaarde dat de vrouw € 5.000,00 aan hem zou betalen. De vrouw heeft hieraan voldaan. Daarmee is zij de afspraken uit het convenant volledig nagekomen.

Zij merkt verder op dat zij het leasecontract niet op haar naam kan laten overzetten, omdat Mercedes daar niet aan mee wil werken vanwege een lopende incasso op haar naam. Deze incasso is veroorzaakt doordat de man de gebruikerslasten voor de woning, waarin hij mocht blijven wonen, in strijd met de afspraken niet heeft betaald. Omdat alles op haar naam staat, wordt zij hiervoor aangesproken. Pas als de man deze schulden voldoet zal zij zonder nadelige financiële gevolgen het leasecontract op haar naam kunnen laten overzetten.

Tot slot voert zij aan dat zij niet begrijpt waarom ze hier in Nederland bij de rechter zijn, terwijl verder alles in Turkije is geregeld.

4.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5De beoordeling

Bevoegdheid

5.1.

De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen in Turkije zijn gehuwd en daar ook zijn gescheiden. Daarnaast staat vast dat in het (in het Turks opgestelde) convenant is vastgelegd dat partijen ingevolge artikel 166 van het Turks Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de financiële en juridische gevolgen van de echtscheiding het convenant hebben gesloten. Voorts is bepaald dat het convenant rechtsgeldigheid zal verkrijgen als dit wordt goedgekeurd door de rechtbank voor familiezaken te Izmir (Turkije). De rechtbank te Izmir heeft in de beschikking van 30 november 2022 het convenant passend geacht, zodat het convenant rechtsgeldigheid heeft verkregen.

5.2.

Partijen zijn in artikel 6.2 van het convenant overeengekomen dat voor de oplossing van geschillen, voortvloeiend uit het convenant, de rechtbank te Izmir (Turkije) bevoegd is (hierna: het forumkeuzebeding). Nu partijen twisten over de uitleg van de in het convenant vastgelegde afspraken, is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 6.2 van het convenant.

5.3.

Gelet op het vorenstaande moet allereerst beoordeeld worden of de Nederlandse rechter bevoegd is om over de vordering te beslissen. Vanaf 29 januari 2019 geldt voor Nederland de Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad (van de Europese Unie) van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (hierna: HVR-Vo). De HVR-Vo is op deze zaak van toepassing, omdat de vordering ná 29 januari 2019 is ingesteld (vgl. artikel 69 HVR-Vo).

5.4.

Nu de man de onderhavige vordering heeft ingesteld nadat de echtscheiding is uitgesproken, is artikel 6 van de HVR-Vo van toepassing. In artikel 7 lid 1 HVR-Vo is bepaald dat partijen in de in artikel 6 HVR-Vo bedoelde gevallen kunnen overeenkomen dat de gerechten van de lidstaat waar het huwelijk is gesloten bij uitsluiting bevoegd zijn om te beslissen in zaken die hun huwelijksvermogensstelsel betreffen. Omdat partijen in Izmir (Turkije) zijn gehuwd, is het forumkeuzebeding op grond van artikel 7 lid 1 HVR-Vo rechtsgeldig.

5.5.

Weliswaar ziet artikel 7 lid 1 HVR-Vo op een forumkeuze voor een rechter uit een andere lidstaat en niet op een niet EU-rechter, zoals in dit geval de Turkse rechter, maar naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dient deze bepaling in de gegeven omstandigheden analoog te worden toegepast. De voorzieningenrechter neemt daartoe in aanmerking dat partijen er duidelijk voor hebben gekozen (en dit ook expliciet in het convenant hebben opgenomen) om alle zaken met betrekking tot hun huwelijk (en de beëindiging daarvan) in Turkije te regelen en door de Turkse rechter te laten beoordelen. Immers, ondanks dat partijen in Nederland woonachtig zijn, zijn zij in Turkije gehuwd (zonder dit huwelijk in Nederland te laten registreren) en ook in Turkije gescheiden. Het in het Turks opgestelde convenant is, inclusief het forumkeuzebeding, ook door de rechtbank te Izmir (Turkije) bekrachtigd. Gelet op de partijautonomie, die ook in het relatievermogensrecht als uitgangspunt heeft te gelden, mag het forumkeuzebeding in de gegeven omstandigheden naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet worden genegeerd. Zoals de vrouw ter zitting, waar zij zonder advocaat is verschenen, ook opmerkte, hebben partijen alles in Turkije geregeld zodat ook deze zaak in Izmir behandeld dient te worden.

5.6.

De voorzieningenrechter verklaart zich gelet op het vorenstaande onbevoegd om van het geschil kennis te nemen.

Proceskosten

5.7.

Gelet op de (ex)relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6De beslissing

De voorzieningenrechter

6.1.

verklaart zich onbevoegd,

6.2.

compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2024.

1621



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733