Rechtbank Rotterdam 18-10-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:10403

Datum publicatie23-10-2024
Zaaknummer11345811
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRotterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenMeerderjarigenbescherming; Bewind
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Door gedragingen betrokkene kan bewindvoerder taak langere tijd niet naar behoren uitvoeren. De bewindvoerder heeft veel geduld gehad, maar maat is vol omdat betrokkene bewindvoerder ernstig bedreigde. Bewindvoerder is niet langer bereid om als bewindvoerder voor betrokkene te werken. Kantonrechter heft bewind op omdat verwachting is dat bewind met andere bewindvoerder ook onwerkbaar zal zijn. Bewindvoerder hoeft geen rekening en verantwoording af te leggen aan betrokkene maar aan kantonrechter vanwege houding betrokkene.

Volledige uitspraak


RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11345811 GZ VERZ 24-7486

registernummer: BM 40684

uitspraak: 18 oktober 2024

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake opheffing meerderjarigenbewind

over de goederen van:

[naam betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,

wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ,

hierna te noemen betrokkene.

Verloop van de procedure

Op 8 oktober 2024 is ter griffie het verzoek ontvangen van de bewindvoerder, Balans Financiële Zekerheid B.V. gevestigd te Geldermalsen, om het bij beschikking door de kantonrechter te Rotterdam d.d. 1 december 2021 ingestelde bewind over zijn goederen op te heffen.

Vanwege de spoedeisendheid (zoals blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, zie hieronder), ziet de kantonrechter geen aanleiding om een zitting te bepalen en zal zij op grond van de stukken beslissen.

Beoordeling van het verzoek

De bewindvoerder voert aan dat zij bijna 3 jaar bewindvoerder is over de goederen van betrokkene. Een periode waarin betrokkene dakloos is geweest, maandenlang in detentie heeft verbleven, terwijl de bewindvoerder telkens weer heeft geprobeerd zijn financiële situatie te stabiliseren en te verbeteren. Betrokkene handelt geregeld eigenhandig zonder enig overleg met zijn bewindvoerder, start studies, stopt er weer mee, werkt wel en dan weer niet en voldoet om een uitkering te verkrijgen lange tijd niet aan de voorwaarden.

De bewindvoerder bleef altijd bereid te zoeken naar oplossingen, maar betrokkene heeft nu de grens bereikt. Onvrede slaat om in agressie. Via Whatsapp berichten, waarvan hij de meeste direct weer verwijdert, uit hij dreigementen. Uit de niet verwijderde berichten blijkt dat betrokkene het volgende aan zijn bewindvoerder heeft gestuurd:

“08-10-2024 11:04 - [naam betrokkene] : Ik zeg je eerlijk als je geen probleem wilt maak over wat op me rekening staat

08-10-2024 11:04 - [naam betrokkene] : Anders zie ik je je snel geloof me dat wilt je niet

08-10-2024 11:05 - [naam betrokkene] : Ben het zat a mattie ben geen kanker kind he beter maak je over anders zie je wel

08-10-2024 11:05 - [naam betrokkene] : Vanzelf

08-10-2024 11:05 - [naam betrokkene] : Wat er gaat gebeuren

08-10-2024 11:06 - [naam betrokkene] : Maak over broer

08-10-2024 11:06 - [naam betrokkene] : 80€ van die kanker werk

08-10-2024 11:06 - [naam betrokkene] : Op mijn moeder als het vandaag niet is overgemaakt je ziet vanzelf.”

De bewindvoerder is niet langer bereid om als bewindvoerder voor betrokkene te blijven werken en verzoekt om ontslag per direct dan wel opheffing van de maatregel, omdat het bewind ook bij een volgende bewindvoerder onwerkbaar zal zijn.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Door de gedragingen van betrokkene kan de bewindvoerder haar taak al langere tijd niet naar behoren uitvoeren. De bewindvoerder heeft veel geduld met betrokkene gehad en begrijpelijk is dat de maat voor de bewindvoerder nu vol is. Omdat betrokkene de bewindvoerder ernstig heeft bedreigd, ligt het in de lijn der verwachting dat het bewind door het gedrag van betrokkene ook bij een andere bewindvoerder onwerkbaar zal zijn. Hierin ziet de kantonrechter aanleiding om het bewind op te heffen. Vanwege de dreigende houding van betrokkene zal de kantonrechter bepalen dat de bewindvoerder eindrekening en verantwoording moet afleggen aan de kantonrechter en niet aan betrokkene.

Gelet op het voorgaande en tegen de achtergrond van de bedreigingen van betrokkene aan het adres van de bewindvoerder acht de kantonrechter van belang betrokkene te wijzen op het volgende. Mocht hij een nieuwe bewindvoerder bereid vinden om hem nog een kans te geven, dan zal dat hernieuwde verzoek tot onderbewindstelling, gelet op de redenen van beëindiging slechts in een zeer uitzonderlijk geval in overweging zal worden genomen. Dat wil zeggen als voldoende aannemelijk wordt dat betrokkene aantoonbaar inzicht heeft gekregen in zijn eigen gedragingen en zich in het vervolg aan de afspraken met zijn bewindvoerder zal houden en geen ongepaste taal laat staan bedreigingen meer uit.

Beslissing

De kantonrechter

heft per 19 oktober 2024 het bewind over de goederen van betrokkene op;

bepaalt dat de inschrijving van het bewind in het openbaar Centraal Curatele- en Bewindregister door de griffier ongedaan zal worden gemaakt;

bepaalt dat de bewindvoerder vóór 1 januari 2025 eindrekening en verantwoording dient af te leggen aan de kantonrechter.

Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

834

Tegen deze beschikking kan in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof Den Haag. Dit kan alleen worden ingesteld door een advocaat. Verzoeker en degenen aan wie een kopie van de beschikking is verstrekt moeten hoger beroep instellen binnen drie maanden na de datum van de beschikking. Voor andere belanghebbenden moet dit binnen drie maanden nadat zij van de beschikking op de hoogte zijn geraakt.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733