Datum publicatie | 30-10-2024 |
Zaaknummer | C/15/340323 / FA RK 23-2496 |
Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Zittingsplaats | Alkmaar |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Kinderen; DNA-onderzoek |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie
DNA-onderzoek geen vereiste voor rechter om tot conclusie te komen dat man de verwekker is van een kind. Dochter heeft verzoek tot vaststelling vaderschap van man die dag voor haar 18-de overleed overtuigend onderbouwd. Geen DNA-verwantschapsonderzoek nodig. Rechtbank biedt verzoekster haar welgemeende excuses aan voor de lange duur van de procedure. Door personeelstekorten en grote werkvoorraden is het helaas niet gelukt om eerder uitspraak te doen in deze zaak. Juist in een zaak als deze is dat extra pijnlijk.
Volledige uitspraak
Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
gerechtelijke vaststelling ouderschap van de man
zaak-/rekestnr.: C/15/340323 / FA RK 23-2496
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 25 oktober 2024
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: verzoekster,
advocaat: mr. L.S. Zomers, kantoorhoudende te Alkmaar.
1Procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekster, ingekomen op 26 mei 2023;
-
het bericht van de advocaat van verzoekster, ingekomen op 11 oktober 2024;
-
de correspondentie.
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
2Feiten en omstandigheden
Verzoekster is op [geboortedatum] te [plaats] geboren uit de relatie van [de moeder] (hierna: de moeder) en [de man] (hierna: de man).
De man heeft verzoekster niet erkend.
Uit de akte van overlijden blijkt dat de man op [datum] in [plaats] is overleden.
Blijkens het uittreksel uit de Basisregistratie persoonsgegevens heeft de man geen juridische afstammelingen.
3Verzoek
Verzoekster heeft verzocht, bij beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het ouderschap van de man ten aanzien van verzoekster gerechtelijke vast te stellen.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft verzoekster aangevoerd dat haar moeder en de man sinds 1991 een affectieve relatie hebben gehad, waarbij zij ook en periode hebben samengewoond, en dat de moeder in 2001 onverwacht zwanger raakte van de man. Vanaf haar geboorte kwam de man bij de moeder en verzoekster thuis als hij in Nederland was. In de periode 2011 tot 2016 was er minder contact tussen verzoekster en de man, maar vanaf 2016 werden de contacten beter. Verzoekster werd door de man opgehaald en verbleef bij de man thuis. Ook zagen zij elkaar veel op het werk omdat verzoekster en de man bij hetzelfde familiebedrijf werkten en verzoekster daar ook van kleins af aan over de vloer kwam. De man kwam naar belangrijke aangelegenheden van verzoekster, zoals haar diploma-uitreiking. Verzoekster is vlak voor het overlijden van de man nog bij hem geweest en zij was ook bij de crematie aanwezig, waar zij een toespraak heeft gehouden. Verzoekster heeft ook altijd goed contact gehad met de vader en de zus van de man en zij staan achter het verzoek. Verzoekster heeft twee jaar geleden bij de gemeente bij het aanvragen van een legitimatiebewijs, vernomen dat de man haar nooit heeft erkend. Verzoekster heeft nooit getwijfeld dat de man haar biologische vader was. Helaas is de man één dag voor haar 18e verjaardag overleden, zodat zij niet in de gelegenheid is geweest om iets met haar vader te regelen. Verzoekster stelt dat zij na het overlijden van haar vader tijd nodig heeft gehad om dit te verwerken waardoor zij zich nu wendt tot de rechtbank met onderhavig verzoek.
Verzoekster begrijpt dat het gebruikelijk is om het vaderschap aan te tonen door een DNAonderzoek. Nu de man inmiddels is overleden en gecremeerd kan geen DNAonderzoek meer plaatsvinden. Verzoekster meent echter dat voldoende is komen vast te staan dat de man haar verwekker is, waardoor een DNA-onderzoek niet nodig is.
4Beoordeling
In artikel 1:207 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat het ouderschap van een persoon, ook indien deze is overleden, op grond dat deze de verwekker is van het kind of op grond dat deze als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, door de rechtbank worden vastgesteld op verzoek van het kind.
De rechtbank overweegt dat het ouderschap van de man alleen kan worden vastgesteld indien duidelijk is dat de man de verwekker van verzoekster is. Het biologisch vaderschap kan komen vast te staan door het uitvoeren van een DNA-onderzoek, maar is geen vereiste voor de rechter om te komen tot de conclusie dat een man de verwekker is van een kind.
Gelet op het verzoek en de door verzoekster overgelegde stukken is voor de rechtbank komen vast te staan dat de man de verwekker is van verzoekster en dat hij gedurende zijn leven de vaderrol heeft vervuld voor verzoekster. Verzoekster is geboren tijdens de relatie van de moeder en de man en de man heeft vanaf de geboorte van verzoekster altijd een rol in het leven van verzoekster gespeeld. Dit blijkt uit het verzoekschrift, de door verzoekster overgelegde foto’s van vakanties en gebeurtenissen op school en de overgelegde verklaringen van mensen die al jarenlang zowel de man als verzoekster kennen. De man is bij belangrijke gebeurtenissen in het leven van verzoekster geweest, zoals haar eindmusical op school en haar diplomauitreiking. Ook is verzoekster regelmatig met de man op vakantie geweest. Verzoekster had ook een goede band met de ouders van de man. Dit blijkt onder meer uit de foto’s en het feit dat verzoekster stond vermeld op de rouwkaart van de moeder van de man. Op het moment dat bleek dat de man niet op de geboorteakte van verzoekster stond, wilde verzoekster dat alsnog met de man regelen. De man is echter een dag voordat verzoekster 18 werd overleden. Verzoekster heeft als dochter tijdens de uitvaart van de man een toespraak gehouden en zij stond ook vermeld op de rouwkaart van de man. Gelet op deze feiten en omstandigheden bestaat er bij de rechtbank geen twijfel dat de man de biologische vader is van verzoekster en ziet de rechtbank geen noodzaak om het vaderschap vast te stellen met behulp van een DNA-verwantschapsonderzoek. De rechtbank zal het verzoek van verzoekster toewijzen.
Uit het op 11 oktober 2024 ingekomen bericht van verzoekster blijkt dat zij ervoor kiest om haar geslachtsnaam niet te wijzigen. De geslachtsnaam van verzoekster blijft dus [geslachtsnaam] .
Nu de aard van de zaak zich verzet tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de beschikking, zal de rechtbank het hiertoe strekkend verzoek afwijzen.
Tot slot biedt de rechtbank verzoekster haar welgemeende excuses aan voor de lange duur van de procedure. Door personeelstekorten en grote werkvoorraden is het helaas niet gelukt om eerder uitspraak te doen in deze zaak. Juist in een zaak als deze is het extra pijnlijk als een uitspraak zo lang op zich laat wachten.
5Beslissing:
De rechtbank:
stelt vast het ouderschap van [de man] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] van [verzoekster] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
draagt de griffier - op grond van artikel 1: 20 e lid 1 BW - op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, in tegenwoordigheid van mr. C. Krijgsheld, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2024. |
||
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden. |
||
© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733