Rechtbank Gelderland 13-01-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:92

Datum publicatie20-01-2025
ZaaknummerC/05/442103 / FA RK 24-3313
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsArnhem
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenAlimentatie;
Familieprocesrecht; Vovo art. 822 Rv;
Fiscaal familierecht; Persoonsgebonden aftrek
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Afwijzing herstelbeschikking, omdat het niet gaat om een kennelijke fout. Discussie over de vraag of de partneralimentatie zoals bepaald in de voorlopige voorziening al dan niet belastbaar en aftrekbaar is zolang partijen nog op hetzelfde adres staan ingeschreven en hoe de Belastingdienst de term 'duurzaam gescheiden' interpreteert. Verzoek leent zich dus niet voor eenvoudig herstel. Rb geeft wel antwoord op de vraag, namelijk dat PAL wel belast- en aftrekbaar is.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/442103 / FA RK 24-3313

Datum uitspraak: 13 januari 2025

herstelbeschikking

in de zaak van

[naam man] , hierna de man,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. E. van de Burgwal te Amersfoort,

tegen

[naam vrouw] , hierna de vrouw,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. E.V.S. van Baarle te Zeewolde.

1Het verloop van de procedure

1.1.

De vrouw heeft per brief van 27 november 2024 verzocht om de beschikking van 25 november 2024 te herstellen. Volgens de vrouw is in de beschikking sprake van een kennelijke fout, omdat er een bruto bedrag aan partneralimentatie is genoemd, terwijl de partneralimentatie niet aftrekbaar is zolang partijen niet gescheiden zijn. Volgens de vrouw moeten partijen gescheiden zijn én duurzaam gescheiden leven. Nu dit niet het geval is, is de partneralimentatie niet aftrekbaar. De vrouw verzoekt daarom de beschikking te herstellen en het netto bedrag aan partneralimentatie in de beschikking op te nemen.

1.2.

De man is in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. Hij heeft dit per brief van 10 december 2024 gedaan. De man stelt dat de partneralimentatie wel aftrekbaar is, omdat partijen niet op hetzelfde adres verblijven en geen gezamenlijke huishouding voeren. De man concludeert tot afwijzing van het verzoek, omdat er in de beschikking geen sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

1.3.

De vrouw heeft per brief van 11 december 2024 gereageerd op de brief van de man en handhaaft haar verzoek om over te gaan tot afgifte van een herstelbeschikking.

1.4.

De man heeft per brief van 12 december 2024 gereageerd en stelt primair dat het niet gaat om een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent en de partneralimentatie bovendien in de situatie van partijen aftrekbaar is voor de vrouw en belastbaar is voor de man.

2De beoordeling

2.1.

Op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de

rechter op verzoek van een partij of ambtshalve een kennelijke rekenfout, schrijffout of

andere kennelijke fout in zijn beschikking verbeteren, mits de fout zich voor eenvoudig

herstel leent. Het criterium hierbij is of voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een

vergissing sprake is.

2.2.

In deze procedure gaat het om de vraag of de rechtbank een bruto of netto bedrag aan partneralimentatie had moeten vaststellen. Partijen verschillen van mening over de vraag of de partneralimentatie al dan niet belastbaar (bij de vrouw) en aftrekbaar (bij de man) is, nu partijen wel gescheiden wonen maar nog op hetzelfde adres staan ingeschreven.

2.3.

De rechtbank zal het verzoek tot herstel afwijzen, omdat het niet gaat om een kennelijke fout, maar om de vraag hoe de Belastingdienst de term ‘duurzaam gescheiden’ interpreteert. Het verzoek leent zich dus niet voor een eenvoudig herstel.

2.4.

De rechtbank is overigens van oordeel dat er in de beschikking geen sprake is van een fout en zal uitleggen waarom. Artikel 6.3, lid 1 van de Wet IB 2001 ziet op de aftrek van alimentatie-uitkeringen. Daarbij kan het gaan om uitkeringen na echtscheiding, een uitkering aan een van tafel en bed gescheiden echtgenoot of uitkeringen in geval echtgenoten duurzaam gescheiden leven.

2.5.

Op basis van het arrest van de Hoge Raad van 10 februari 1960 1 is de feitelijke toestand beslissend voor het antwoord op de vraag of sprake is van duurzaam gescheiden leven. Het gaat niet om een formeel-juridische scheiding, maar om het feitelijk verbroken zijn van de echtelijke samenleving. Van belang is dan dat naast de feitelijke toestand ook de wil van beide of één van beide partners gericht is op duurzame gescheidenheid. In een procedure rondom het treffen van voorlopige voorzieningen in het kader van de echtscheidingsprocedure, is er sprake van de wil tot duurzame gescheidenheid. Nu partijen hun samenleving feitelijk verbroken hebben (de man woont elders) is aan beide voorwaarden voldaan.

3De beslissing

De rechtbank:

3.1.

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. T. Hermans, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2025.

1

HR 10 februari 1960, BNB 1960/77.



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733