Essentie (redactie)
Kantonrechter ontslaat bewindvoerder die testamentair bewindvoerder en beschermingsbewindvoerder is op grond van gewichtige redenen. Maakte geen onderscheid tussen het testamentaire bewind en beschermingsbewind en gaf niet op de juiste wijze invulling aan haar wettelijke taken. Taken werden feitelijk uitgevoerd door echtgenoot van bewindvoerder. Deed schenkingen zonder voorafgaande machtiging. Daarnaast is er sprake van een tegenstrijdig belang en ongewenste verstrengeling van belangen bij de bewindvoerder.
Datum publicatie | 06-02-2025 |
Zaaknummer | 11428979 UT VERZ 24-11935 / 11410215 UB VERZ 24-701 |
Procedure | Beschikking |
Zittingsplaats | Utrecht |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Meerderjarigenbescherming; Bewind; Erfrecht; Bewind nalatenschap |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
Ambtshalve ontslag beschermings- en testamentair bewindvoerder. Gewichtige redenen aanwezig.Volledige uitspraak
Afdeling Toezicht
Zittingslocatie Utrecht
zaaknummers: 11428979 UT VERZ 24-11935 / 11410215 UB VERZ 24-701
BM-nummer: [BM-nummer]
ER-nummer: [ER-nummer]
Ambtshalve beschikking van de kantonrechter d.d. 10 december 2024
in de zaak van:
[mede-bewindvoerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: bewindvoerder en/of [mede-bewindvoerder] .
1De procedure
Bij beschikking van 20 juni 1988 is het vermogen van [A] (hierna: [A] ) onder bewind gesteld, met de benoeming van [beschermingsbewindvoerder] tot beschermingsbewindvoerder.
In een beschikking van 3 oktober 2018 is [mede-bewindvoerder] , voornoemd, tot mede-bewindvoerder benoemd. Door het overlijden van mevrouw [beschermingsbewindvoerder] is zij op [2023] enig bewindvoerder geworden.
Op 5 januari 2024 heeft de griffie in het bewindsdossier een brief van de heer
[B] , de oom van [A] , ontvangen.
De bewindvoerder heeft op 10 april 2024 via het programma Toezicht een rekening en verantwoording over het jaar 2023 ingediend. De griffier heeft hier op 24 juni 2024 vragen over gesteld. De bewindvoerder heeft op 27 juni 2024 gereageerd op deze vragen.
Daarop zijn de bewindvoerder en de oom van [A] , als informant, uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de rekening en verantwoording over 2023.
Op 5 september 2024 heeft de bewindvoerder gevraagd om stukken te ontvangen ter voorbereiding op de zitting. De griffier heeft hier bij brief met bijlagen van 15 oktober 2024 op gereageerd.
De oom van [A] heeft bij e-mailbericht van 16 oktober 2024 eveneens gevraagd om stukken. De griffier heeft hier op 24 oktober 2024 afwijzend op gereageerd.
Bij brief van 25 oktober 2024 heeft de bewindvoerder aangekondigd haar echtgenoot mee te zullen nemen naar de zitting.
Bij de mondelinge behandeling op 5 november 2024 zijn verschenen:
-
de bewindvoerder;
-
de echtgenoot van de bewindvoerder, de heer [C] ;
-
de heer [B] , oom van [A] ;
-
de zoon van [B] .
2De feiten
Op [2023] is te [plaats] overleden mevrouw [beschermingsbewindvoerder], geboren te [geboorteplaats] op [1934] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] , verder te noemen: erflaatster.
Ten tijde van haar overlijden was erflaatster ongehuwd en niet geregistreerd als partner. Erflaatster is eerder gehuwd geweest met [D] . Dit huwelijk is ontbonden door zijn overlijden op [1985] .
Bij testament van 23 juni 2011 heeft erflaatster voor het laatst over haar nalatenschap beschikt. In dit testament heeft zij haar zoon [A] tot enig erfgenaam benoemd. Daarbij is een tweetrapsmaking opgenomen, met [A] als bezwaarde. Verwachters zijn de broers en zusters van erflaatster.
Verder heeft erflaatster een levenslang testamentair bewind ingesteld over hetgeen [A] uit de nalatenschap verkrijgt en daarbij [mede-bewindvoerder] tot testamentair bewindvoerder benoemd.
De heer [C] , voornoemd, is tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder benoemd. Deze benoemingen heeft hij aanvaard.
Namens [A] is de nalatenschap beneficiair aanvaard.
Op 5 april 2023 heeft de executeur-afwikkelingsbewindvoerder een Rekening-Courantovereenkomst gesloten met [onderneming] B.V. Hierin is overeengekomen dat er een krediet zal worden verstrekt van maximaal € 120.000,- tegen een rente van 2% per jaar.
3De beoordeling en de standpunten van de bewindvoerder
Ontslag testamentair- en beschermingsbewindvoerder
Op grond van artikel 1:448 lid 1 en 2 BW kan de kantonrechter een bewindvoerder ambtshalve ontslaan, indien er hiervoor gewichtige redenen zijn of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. Een vergelijkbare regeling voor de testamentair bewindvoerder is opgenomen in artikel 4:164 BW, waarin eveneens bepaald is dat de kantonrechter wegens gewichtige redenen ambtshalve kan overgaan tot ontslag.
De kantonrechter is van oordeel dat er gewichtige redenen zijn die maken dat [mede-bewindvoerder] zal worden ontslagen als testamentair bewindvoerder en beschermingsbewindvoerder over het vermogen van [A] . Door de bewindvoerder is namelijk in beide hoedanigheden niet op de juiste wijze invulling gegeven aan haar wettelijke taken. Daarnaast is er sprake van een tegenstrijdig belang en ongewenste verstrengeling van belangen bij de bewindvoerder. De kantonrechter zal deze redenen hierna toelichten.
Voor wat betreft de wettelijke taken, stelt de kantonrechter allereerst vast dat de bewindvoerder in het beschermingsbewind verzuimd heeft om een voorafgaande machtiging te vragen voor het doen van een schenking namens [A] . Deze machtiging van de kantonrechter is op grond van artikel 1:438 lid 1 BW wel vereist, nu [A] niet in staat is om zelf toestemming te geven. Desgevraagd heeft de bewindvoerder verklaard het zonde van haar tijd en die van de kantonrechter te vinden om hiervoor toestemming te vragen, in het licht van het totale vermogen van [A] . Weliswaar kan op grond van de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht de hoogte van het vermogen een rol spelen bij de beoordeling van het machtigingsverzoek, maar dit laat onverlet dat er wel eerst om een machtiging verzocht had moeten worden. Er bestond een jaarlijkse schenkingstraditie, maar de schenking in 2023 ging dit bedrag ruim te boven. Bovendien is niet zonder meer duidelijk dat deze schenking in het belang van [A] is gedaan. Door zonder voorafgaande machtiging te schenken, wordt de toezichthoudende rol van de kantonrechter uitgehold. Dat de bewindvoerder mede gelet op haar leeftijd niet weet hoe dit te doen, zoals zij zelf heeft aangegeven ter zitting, vrijwaart haar niet van deze verplichting. Van een bewindvoerder wordt verwacht dat die bij aanvaarding van diens benoeming bekend is met de taken en verantwoordelijkheden die daarbij horen.
Ten tweede heeft de bewindvoerder nagelaten om onderscheid te maken tussen het beschermingsbewind en het testamentaire bewind. Uit de rekening en verantwoording blijkt dat de bewindvoerder het uit de nalatenschap van erflaatster verkregen vermogen niet apart geadministreerd heeft terwijl het testament dit wel voorschrijft. Daarmee voldoet de bewindvoerder niet aan haar verplichtingen om in het testamentaire bewind een boedelbeschrijving en rekening en verantwoording op te maken. Door in plaats daarvan de beschikbare nalatenschapsgelden op de beheerrekening van [A] te storten, heeft de bewindvoerder het toezicht op de verschillende vermogens bemoeilijkt. Bovendien leidt dit tot praktische uitvoeringsproblemen bij het in vervulling gaan van de opschortende voorwaarde van de tweetrapsmaking.
Uit de rekening en verantwoording blijkt bovendien dat de bewindvoerder in het bewindsdossier ten onrechte tweemaal een beloning in rekening heeft gebracht. Naast de aan haar toekomende beloning als beschermingsbewindvoerder, heeft zij ook haar wettelijke loon als testamentair bewindvoerder van de beheerrekening van [A] afgeschreven. Dit wettelijke loon heeft zij bovendien gerekend over het totale vermogen van [A] , in plaats van over de waarde van het onder testamentair bewind staande vermogen zoals in het testament bepaald is.
Op de zitting heeft de kantonrechter het onderscheid tussen de twee vermogensregimes en de bijbehorende taken met de bewindvoerder besproken. De echtgenoot van de bewindvoerder heeft hierop verklaard dat de bewindvoerder dit niet begrijpt, omdat zij hier zich nooit mee bemoeid heeft. De taken van de bewindvoerder worden feitelijk door hem uitgevoerd. Door de bewindvoerder is dit niet ontkend of weersproken. Naar het oordeel van de kantonrechter levert dit op zichzelf al een zelfstandige grond voor haar ontslag als testamentair- en beschermingsbewindvoerder op.
Daar komt bij dat er sprake is van tegenstrijdige belangen en een ongewenste verstrengeling van belangen met de executeur-afwikkelingsbewindvoerder. Uit de rekening en verantwoording blijkt dat de executeur-afwikkelingsbewindvoerder een rekening-courantovereenkomst gesloten heeft met een bestuurder van [onderneming] B.V. Overeengekomen is om een krediet van maximaal € 120.000,- te verstrekken (uit de rekening en verantwoording volgt € 110.000,-) tegen een rente van 2%. Door de kantonrechter is in de uitvoering van diens toezichthoudende taak aan de bewindvoerder gevraagd om meer informatie over de betrokken vennootschap. De bewindvoerder heeft geweigerd om deze informatie te overleggen en verklaard dat dit zelf opgezocht moet worden. Uit de ambtshalve opgevraagde stukken die daarop via de Kamer van Koophandel verkregen zijn, blijkt dat de bewindvoerder, haar echtgenoot en [E] bestuurders zijn van de vennootschap. De vennootschap is gevestigd op het woonadres van de bewindvoerder en haar echtgenoot. Deze woning wordt door hen gehuurd, aldus de bewindvoerder.
De kantonrechter stelt vast dat zowel de bewindvoerder als haar echtgenoot bij deze constructie diverse petten op hebben gehad, waarbij tegenstrijdige belangen een rol (kunnen) spelen. In dit geval was het financieel risico voor [A] groot, gelet op het hoge geldbedrag en het gebrek aan een concrete vorm van zekerheidsstelling. Daarbij komt dat de overeenkomst drie dagen na het overlijden van erflaatster is ondertekend. Het is maar de vraag in hoeverre de schulden van de nalatenschap op dat moment al bekend waren of hadden kunnen zijn. Het had dan ook op de weg van de bewindvoerder gelegen om hier op zijn minst vragen over te stellen aan haar echtgenoot. Dit heeft zij niet gedaan. Daarnaast had zij de kantonrechter op de hoogte kunnen stellen van deze situatie, zodat zo nodig passende maatregelen genomen konden worden. De bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat het in deze periode erg hectisch was waardoor er dingen langs haar heen zijn gegaan. Deze stelling kan de kantonrechter niet volgen. Door bovendien te ontkennen dat er hierbij mogelijk tegenstrijdige belangen speelden, getuigt van weinig zelfreflectie op het eigen handelen. Dat de gelden volgens de opgave van de executeur-afwikkelingsbewindvoerder inmiddels terug zijn gestort, maakt vorengaande niet anders. Ook dit levert dan ook een gewichtige reden op voor het ontslag als testamentair- en beschermingsbewindvoerder.
Opvolgend bewindvoerder
Erflaatster heeft in haar testament haar broer, de heer [B] , als opvolgend testamentair bewindvoerder benoemd. Daarmee is voorzien in de opvolging van de testamentair bewindvoerder.
Voor wat betreft het beschermingsbewind heeft de kantonrechter Gelderse Stichting tot Beheer en Bewindvoering ter Bescherming van Meerderjarigen (GSBB) bereid gevonden om als opvolgend bewindvoerder benoemd te worden.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw). Daarnaast zal de kantonrechter de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Volledigheidshalve wijst de kantonrechter [mede-bewindvoerder] er nog op dat zij als testamentair bewindvoerder verplicht is om op grond van artikel 4:161 lid 1 BW rekening en verantwoording af te leggen aan de opvolgend testamentair bewindvoerder en de kantonrechter. Eenzelfde verplichting geldt in het beschermingsbewind op grond van artikel 1:445 BW.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
De kantonrechter zal ten slotte de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als er hiertegen hoger beroep wordt ingesteld. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een beslissing heeft genomen.
4De beslissing
De kantonrechter:
- ontslaat [mede-bewindvoerder] als testamentair bewindvoerder over hetgeen:
[A] ,
geboren te [woonplaats] op [1962] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verkregen heeft uit de nalatenschap van [beschermingsbewindvoerder] ;
-
ontslaat [mede-bewindvoerder] als beschermingsbewindvoerder over het vermogen van [A] ;
-
benoemt
Gelderse Stichting tot Beheer en Bewindvoering ter Bescherming van Meerderjarigen (GSBB),
statutair gevestigd te Arnhem,
tot bewindvoerder over het vermogen van [A] ;
- stelt de beloning van de beschermingsbewindvoerder vast op de tarieven die hiervoor zijn bepaald;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Elferink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2024, in tegenwoordigheid van de griffier. |
||
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend. |
||
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733