Essentie (redactie)
De vrouw verzoekt de rechtbank om kinderalimentatie van € 1.000,-- per maand voor hun dochter, geboren in 2020. Het vaderschap is in 2022 gerechtelijk vastgesteld. De man is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd. Rechtbank wijst verzoek toe, maar wel pas miv beschikkingsdatum. Hij is als hoogopgeleide leidinggevende in staat deze bijdrage te betalen, maar stelt zich onwillig op. De rechtbank benadrukt de negatieve impact van de afwezigheid van de man op het kind en roept hem op om zijn rol als vader te overdenken.
Datum publicatie | 27-02-2025 |
Zaaknummer | C/09/660156 / FA RK 24-448 |
Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Zittingsplaats | Den Haag |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Alimentatie; Familieprocesrecht; Onvoldoende gegevens/stukken; Kindvriendelijke/begrijpelijke/klare taal |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
kinderalimentatie; de man heeft geen verweer gevoerd en is ook niet bij de mondelinge behandeling verschenen; om tot een beslissing te komen moet de rechtbank een grote mate van vrijheid veroorloven en een inschatting maken van de situatie van de man; geen brief aan het kind maar wel een overweging in het belang van het kind en haar toekomstVolledige uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-448
Zaaknummer: C/09/660156
Datum beschikking: 9 januari 2025
Alimentatie
Beschikking op het op 18 januari 2024 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J.C. Heijman te Papendrecht.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de man] ,
de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen.
Op 11 december 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de moeder met haar advocaat.
De man is niet verschenen bij de mondelinge behandeling.
Feiten
-
De man en de vrouw hebben een affectieve relatie gehad.
-
Zij zijn de ouders van het volgende nu nog minderjarige kind:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] .
-
Bij beschikking van 8 september 2022 is – voor zover hier relevant – het ouderschap van de vader over [minderjarige] vastgesteld.
-
[minderjarige] heeft haar hoofdverblijfplaats bij de vrouw.
Beoordeling
Het verzoek van de vrouw luidt met ingang van de geboortedatum van [minderjarige] , dan wel de datum van de vaststelling van het vaderschap van de vader, dan wel de datum van de eerste aanschrijving, dan wel de datum van indiening van het verzoekschrift de kinderalimentatie op € 1.000,-- per maand te bepalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man heeft geen verweer gevoerd.
Beoordeling
De vrouw verzoekt een bijdrage van de man in het levensonderhoud van hun dochter, [minderjarige] . Als juridisch vader is hij gehouden een bijdrage in de verzorging en opvoeding van [minderjarige] te voldoen. Ondanks herhaalde verzoeken tot het verstrekken van financiële stukken heeft de man niet gereageerd en geen stukken overgelegd. De vrouw is hierdoor niet in staat een berekening te maken. Gelet op de huidige functie van de man en zijn opleidingsniveau verwacht de vrouw dat de man een bijdrage van €1.000,-- per maand kan voldoen.
Aan de man is op de bij de wet voorgeschreven wijze de inhoud van het verzoekschrift medegedeeld. Blijkens verklaring van de griffier is geen verweerschrift ontvangen.
Aangezien de man niet in de onderhavige procedure is verschenen, heeft de rechtbank geen informatie van zijn zijde. De rechtbank begrijpt uit de voorgeschiedenis van partijen dat de man nadrukkelijk niet betrokken wil worden bij [minderjarige] . Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat de man zich reeds voor de geboorte van [minderjarige] geheel onttrokken heeft aan haar bestaan. De vrouw heeft een gerechtelijke procedure moeten starten voor de vaststelling van het vaderschap van de man. Ook treedt de man niet in contact met de vrouw ondanks haar pogingen en berichten met zeer positieve toon. In deze berichten probeert zij een verbinding te maken tussen [minderjarige] en de man, omdat hij haar vader is. Tegelijkertijd spreekt uit deze berichten respect voor de moeilijkheid die de man ervaart. Hoe het ook zij, het is de vrouw niet gelukt om in het belang van [minderjarige] contact met de man te krijgen. In het kader van deze procedure die over alimentatie gaat, constateert de rechtbank dat de man zich volledig weghoudt. Er is geen verweerschrift ingediend. Evenmin is de man naar de rechtbank gekomen om op de zitting met de vrouw en de rechter te praten over hoe het verder moet, wat zijn wensen zijn en hoe hij de mogelijkheden voor zich ziet. Van enige betrokkenheid is niet gebleken.
Om in dit geval tot een beslissing te komen over het verzoek om alimentatie moet de rechtbank zich een grote mate van vrijheid veroorloven en een inschatting maken van de situatie van de man. De rechtbank acht het juist om die vrijheid te nemen, om de eenvoudige reden dat er geen andere mogelijkheid bestaat door toedoen van de man. De man is de vader van [minderjarige] en hij is dan ook gehouden om een bijdrage aan haar levensonderhoud te betalen. Nu hij zelf geen inzage wenst te geven in zijn financiële situatie, zal de rechtbank het moeten doen met de informatie die er is van de zijde van de vrouw.
De rechtbank is van oordeel dat uit hetgeen de vrouw ter zitting heeft verklaard voldoende duidelijk is geworden dat de inkomenspositie van de man goed is. De man is hoogopgeleid en heeft een goede baan als leidinggevende. De rechtbank ziet dat geen sprake lijkt te zijn van onvermogen om in te gaan op het verzoek om een bijdrage te voldoen, maar van onwil.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek als niet weersproken en op de wet gegrond, toewijzen. De rechtbank zal de kinderalimentatie voor [minderjarige] conform het verzoek van de vrouw vaststellen op €1.000,-- per maand met ingang van de datum van deze beschikking. De rechtbank komt de man hierbij enigszins tegemoet, omdat de datum waarop het verzoekschrift is ingediend bij de rechtbank het moment was waarop de man rekening kon gaan houden met het moeten gaan betalen van kinderalimentatie. Gelet op het feit dat de rechtbank het verzoek in het geheel niet met de man heeft kunnen bespreken, maar wel tot toewijzing komt en dit leidt tot een hoog bedrag aan kinderalimentatie, zal zij niet verder gaan dan de datum van de beschikking.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog als volgt, in het belang van [minderjarige] en haar toekomst; een toekomst waarin zij zichzelf en haar omgeving vragen zal stellen. Aangezien het verzoek betrekking heeft op alimentatie kiest de rechtbank in dit geval voor een overweging en niet voor een brief aan het kind.
Het is volstrekt duidelijk dat de man zich volledig onttrekt en onttrokken wil houden aan het bestaan van [minderjarige] . De impact die dit heeft op een meisje van op dit moment pas vier jaar oud, is groot. Ter zitting heeft de vrouw verteld dat [minderjarige] in een fase is beland dat zij gaat zien en gaat begrijpen dat er in haar leven geen vader is, waar andere kinderen die vaak wel in aanwezigheid hebben. [minderjarige] heeft ook een vader, een vader die haar bestaan tot op heden miskent. Voor de ontwikkeling van een heel jong kind is dit een zware last. Voor dat kind zijn de ouders immers de wereld. De man belet [minderjarige] om zich in volledigheid te leren verhouden tot die wereld, door daaraan geen bijdrage te willen leveren. De rechtbank begrijpt dat de vrouw met haar verzoek om kinderalimentatie ook duidelijk wil maken dat de man een rol heeft in het leven van [minderjarige] . De vrouw wil alles doen dat mogelijk is om tot contact te komen tussen [minderjarige] en haar vader.
De rechtbank begrijpt ook dat de man zijn redenen zal hebben waarom hij zich afzijdig houdt. Hij is wellicht boos of teleurgesteld, of heeft geen zin heeft om een ouderrol te vervullen – nu niet en misschien wel nooit. Het was in elk geval zijn keuze niet dat er een kind kwam. Dat deze situatie nu met veel weerstand gepaard gaat, is begrijpelijk. Maar wat er precies achter het handelen van de man schuilgaat, is voor de rechtbank helaas niet zichtbaar geworden, omdat de man niet in deze procedure is verschenen. De rechtbank wil de man meegeven dat het niet moeilijk is om vast te blijven houden aan weerstand waarmee verbinding onmogelijk blijft. Het is veel moeilijker om met weerstand om te gaan en tot iets te komen dat wel mogelijk is. Op de lange termijn is het echter niet alleen voor [minderjarige] , maar ook voor de man zelf, zinvoller om tot íets te komen. Het is aan de man om na te denken over de manier waarop hij zijn rol zou kunnen invullen. Hiervoor zijn ontelbare manieren en gradaties denkbaar. Er is niet maar één manier die mogelijk is, of die goed zou zijn. De man zou niet alleen [minderjarige] , maar ook zichzelf een dienst bewijzen als hij nadenkt over wat wél kan, in plaats van te volharden in de afwijzing van zijn eigen kind, zelfs financieel. [minderjarige] is er nu eenmaal. Als het de man lukt om zich in zijn kind te verplaatsen en zijn eigen weerstand te onderzoeken, dan zou het zo kunnen zijn dat hij niet alleen [minderjarige] helpt, maar daarmee ook zichzelf.
Voor [minderjarige] is ondanks alles belangrijk dat zij meekrijgt dat zij er mag zijn en ertoe doet. Het is evident dat de vrouw dat aan haar wil meegeven. Zo lang het de man niet lukt om dat ook te doen, doet de kinderrechter dat in zijn plaats.
Beslissing
De rechtbank:
*bepaalt de door de man met ingang van vandaag te betalen
alimentatie voor de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] , op € 1.000,-- per maand, vanaf vandaag telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen;
*verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J. Huizenga, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. H.S.S. Isfour als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 9 januari 2025. |
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733