Essentie (redactie)
Hulpverleningstraject vanuit publieke middelen voor contactherstel niet mogelijk gebleken. Van gemeente X mag verwacht worden dat hulp bij complexe echtscheidingen niet alleen beschikbaar is voor Nederlandssprekende ouders. Uniform Hulpaanbod juist bedoeld voor diverse problematiek en situaties ingeval van echtscheiding. Op dit moment kan de rechtbank gezinnen in woonplaats moeder alleen in minder complexe situaties verwijzen naar gratis ouderschapsbemiddeling. Nu alleen gedetailleerde informatieregeling mogelijk.
Datum publicatie | 04-03-2025 |
Zaaknummer | C/13/730287 / FA RK 23-1394 |
Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Zittingsplaats | Amsterdam |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Kinderen; Gezagsgeschil 1:253a BW; Zorgregeling / omgang / informatie |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
Hulpverleningstraject vanuit publieke middelen voor contactherstel is niet mogelijk gebleken. Van [gemeente] mag verwacht worden dat hulp bij complexe echtscheidingen niet alleen beschikbaar is voor Nederlandssprekende ouders. Uniform Hulpaanbod is juist bedoeld voor diverse problematiek en situaties tijdens of na echtscheiding, gelet op de schade voor kinderen door complexe echtscheiding. Op dit moment kan de rechtbank voor [woonplaats 2] gezinnen alleen hij minder complexe situaties verwijzen naar ouderschapsbemiddeling.Volledige uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/730287 / FA RK 23-1394
Beschikking van 27 februari 2025 betreffende geschil gezamenlijke gezagsuitoefening als bedoeld in artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak van:
[de vader] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. J. Broijl te Rotterdam,
tegen
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. O.G. Ozturk te Uitgeest.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Amsterdam, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de Raad.
1Het verdere verloop van de procedure
De rechtbank houdt rekening met de beslissing van 2 mei 2024, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de nadien ingekomen stukken, te weten:
de mailberichten van de advocaat van de vader van 10 september 2024 en 8 oktober 2024.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 30 januari 2025.
Verschenen zijn:
- de advocaat van de vader,
- de advocaat van de moeder,
- mevrouw [naam] namens de Raad.
De vader en de moeder waren afwezig wegens ziekte.
Tijdens de mondelinge behandeling is een brief van de vader voorgelezen, die aan het dossier is toegevoegd.
2De verdere beoordeling
Bij beslissing van 2 mei 2024 heeft de rechtbank vastgesteld dat de door de Raad reeds eerder geadviseerde hulpverleningstrajecten van Sensazorg of Unalzorg niet onder het Uniform hulpaanbod vallen, zodat de rechtbank daarnaar niet kan doorverwijzen en dat ouders deze hulp desgewenst zelf kunnen inschakelen. De vader heeft zich eerst gewend tot Sensazorg, maar toen bleek dat daar een grote wachtlijst was, heeft hij Unalzorg ingeschakeld. Unalzorg heeft de zaak opgepakt, maar het traject stopgezet toen bleek dat financiering door de gemeente niet (meer) mogelijk was. Dat de vader mogelijk niet precies de juiste (aanvraag)route heeft gevolgd kan hem niet worden verweten. De hulpverlening had vader voor aanvang van het traject op de juiste wijze van aanvragen moeten wijzen, dan wel het ingezette traject verder moeten af maken en genoegen moeten nemen met een verwijzing van drie maanden later.
De rechtbank heeft in de beslissing van 2 mei 2024 partijen vervolgens verwezen naar Origin Zorg Amsterdam waarbij is overwogen dat ook trajecten bij Origin Zorg Amsterdam in beginsel niet worden gefinancierd, maar dat in dit geval de verwachting is dat de Raad dat kan bewerkstelligen. Dat is echter niet gelukt en Origin Zorg heeft partijen verwezen, in eerste instantie naar Family Supporters, maar nadat bleek dat ook zij niet meer gecontracteerd waren door de gemeente, naar iHub in augustus 2024. De hulpverlening van iHub is afgestuit op het ontbreken van Turkssprekende medewerkers. Timon heeft ook geen Turks sprekende medewerkers en Levvel biedt geen traject voor deze vorm van contactherstel.
De Raad heeft verwezen naar zijn eerder ingenomen standpunt, te weten dat het voor een kind en diens identiteitsontwikkeling van belang is een zelfstandig beeld te vormen van de ouders. In dit geval is inzet van hulpverlening wenselijk, maar de passende hulpverlening wordt door de gemeente niet meer gefinancierd. Daar valt niets aan te doen. Andere opties kosten partijen geld. De Raad oppert een kindbehartiger, ook gelet op de leeftijd van [minderjarige] , maar ook dat kost geld. Een tolk moet ook zelf door de betreffende partij worden geregeld en betaald.
Van de zijde van de vader is naar voren gebracht dat vader en zijn advocaat heel veel moeite hebben gedaan om de hulpverleningstrajecten in gang te zetten, maar dat dit niet is gelukt. Vader meent dat de moeder alleen maar tegenwerkt. Anders dan verwacht op de vorige zitting is het ook de Raad niet gelukt om Origin Zorg Amsterdam vanuit de publieke middelen gefinancierd te krijgen. I-Hub en Timon zijn geen optie, omdat deze instanties geen Turkssprekende medewerkers hebben en niet met een tolk werken. Levvel wil alleen een traject starten als het kind dat zelf wil. Er lijkt niets mogelijk en de vader verliest zo alle hoop. Als een kindbehartiger zou worden ingeschakeld, dient de moeder deze te benaderen.
Van de zijde van de moeder is naar voren gebracht dat vader voornamelijk passief blijft en de schuld voor het mislukken van het contactherstel bij anderen legt. Als de vader [minderjarige] wil zien, moet hij ook laten zien dat hij zich inzet. [minderjarige] en de moeder merken niet dat vader moeite doet, zoals hij stelt. Zo heeft de vader de moeder geblokkeerd, zodat zij hem niet kan bereiken. Ook kan de vader [minderjarige] mailtjes of berichtjes, kaartjes of cadeautjes sturen, maar dat doet hij niet, terwijl [minderjarige] vader niet heeft geblokkeerd. Ook betaalt de vader de kinderbijdrage niet aan de moeder, maar alleen (een bedrag van € 28,-) aan [minderjarige] zelf. Daarnaast weet [minderjarige] dat de vader is vreemdgegaan met de vrouw met wie hij nu samen is. Naast haar eigen herinneringen zijn dit allemaal dingen die bij [minderjarige] een indruk achterlaten met betrekking tot vader. Verder is vader (dan wel zijn partner) onaangekondigd op het werk van [minderjarige] verschenen, wat zij als zeer onaangenaam heeft ervaren. Als vader merkt dat men geen Turks spreekt, dient vader zelf een tolk in te schakelen. Moeder vindt het spijtig dat vader zo denkt na al die jaren. Moeder wil ook dat [minderjarige] contact heeft met de vader. Mogelijk kan een kindbehartiger worden ingeschakeld, zoals de Blauwe Beer. Dit is echter een traject dat partijen zelf zullen moeten betalen.
De rechtbank concludeert dat er voor deze vader en dit kind geen hulpverleningstraject voor contactherstel mogelijk is via verwijzing door de rechtbank of de huisarts, dan wel na bemiddeling door de Raad. De rechtbank stelt wederom vast dat een kind de dupe wordt vanwege het ontbreken van een passend hulpaanbod. Van een stad als [woonplaats 2] mag verwacht worden dat hulp bij complexe echtscheidingen niet alleen is weggelegd voor Nederlandssprekende ouders. Het landelijk uitgerolde initiatief Uniform Hulpaanbod is ooit bedoeld geweest voor diverse problematiek en situaties tijdens of na echtscheiding, met name gelet op de schade die complexe echtscheidingen met zich mee brengen voor kinderen. Op dit moment kan de rechtbank voor [woonplaats 2] gezinnen alleen verwijzen naar ouderschapsbemiddeling in minder complexe situaties. Omgangsbegeleiding is slechts mogelijk in het kader van contactherstel en dan ook nog eens beperkt tot 2 a 3 keer. De benodigde hulp is wel aanwezig in [woonplaats 2] maar dat moeten ouders dan zelf financieren, wat een groot obstakel vormt bij veel gezinnen in echtscheidingssituaties.
Tijdens de mondelinge behandeling is met de advocaten van partijen besproken dat de enige optie om te werken aan contactherstel die op dit moment nog voor partijen open staat is dat zij zelf een traject zoeken en bekostigen. Een goede optie zou zijn om een kindbehartiger te zoeken, zoals bijvoorbeeld de ”Blauwe Beer”. Met de advocaten van partijen is besproken dat de moeder de Blauwe Beer zal benaderen en zal informeren wat de kosten daarvan zijn en dat zij dit aan de vader zal meedelen. Daartoe zal de vader de moeder moeten deblokkeren, zodat zij hem kan berichten. Partijen kunnen vervolgens afspraken maken over de kosten. De rechtbank adviseert dat het uitgangspunt zal zijn dat partijen de kosten delen.
Informatieregeling
Ingevolge artikel 1:253a BW kan de rechtbank een regeling kan treffen over de wijze waarop informatie omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de minderjarige wordt verschaft aan de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf niet heeft. Omdat er geen contact is tussen de vader en [minderjarige] en de school de vader geen informatie wil verstrekken acht de rechtbank het in dit geval nodig om een informatieregeling ten behoeve van de vader vast te stellen, waarbij de moeder de vader eenmaal per maand schriftelijk op de hoogte dient te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van [minderjarige] . Daarbij moet worden gedacht aan informatie over haar gezondheid, eventuele doktersbezoeken of medische behandelingen, medicijngebruik, hobby’s en activiteiten en schoolprestaties. Ook moet de moeder een goedgelijkende foto van [minderjarige] , alsmede kopieën van schoolrapporten aan de vader doen toekomen.
3De beslissing
De rechtbank:
- bepaalt dat de moeder is gehouden de vader eenmaal per maand schriftelijk op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van voornoemd minderjarige, zoals omschreven in rechtsoverweging 2.6.;
- wijst het meer of anders verzochte af;
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. L. van der Heijden, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. I.H.H. Krajenbrink, griffier, op 27 februari 2025. 1
Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).
Het beroep moet worden ingesteld:
- door de verzoeker en degene aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733